Home

Rechtbank Gelderland, 04-05-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:2076, AWB - 17 _ 6356

Rechtbank Gelderland, 04-05-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:2076, AWB - 17 _ 6356

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
4 mei 2018
Datum publicatie
16 mei 2018
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2018:2076
Zaaknummer
AWB - 17 _ 6356

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Afkoop lijfrente. Revisierente.

Er was sprake van een lijfrenteverzekering waarbij de betaalde premies aftrekbaar waren. De echtgenote van eiser is in 2000 arbeidsongeschikt geworden. De premie-opbouw is daarna doorgegaan.

Het is aan eiser te bewijzen dat de premies niet in aftrek zijn gebracht. Voor de premies tot 28 november 2000 heeft eiser dit niet aannemelijk gemaakt. Aannemelijk is dat de premie-opbouw daarna bestaat uit toevoegingen door de verzekeraar op grond van het meeverzekeren van arbeidsongeschiktheid. Deze toevoegingen kunnen niet worden gezien als betaling van premie. De hele uitkering is dan opgebouwd uit de premies die de echtgenote heeft betaald tot 28 november 2000.

De rechtbank acht het aannemelijk dat eiser door de onduidelijke motivering in de uitspraak op bezwaar en de onjuiste inhoud van de brief van de inspecteur van 31 augustus 2016 is bewogen in beroep te gaan. Daarom dient de inspecteur het griffierecht te vergoeden.

Uitspraak

RechtbanK gelderland

Team belastingrecht

zaaknummer: AWB 17/6356

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 mei 2018

in de zaak tussen

[X] , wonende te [Z] , eiser,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Eindhoven, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 26 oktober 2017 waarbij het bezwaar van eiser tegen de voor het jaar 2014 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) ongegrond is verklaard.

Zitting

Beslissing

Overwegingen

Rechtsmiddel