Home

Rechtbank Gelderland, 14-02-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:2370, 330505

Rechtbank Gelderland, 14-02-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:2370, 330505

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
14 februari 2018
Datum publicatie
29 mei 2018
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2018:2370
Zaaknummer
330505

Inhoudsindicatie

verzet; tegenstrijdige forumkeuzebedingen, samenhang; onbevoegdheidsincident, exceptie van nietigheid dagvaarding en incidentele vordering tot het treffen van provisionele voorzieningen afgewezen.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/330505 / HA ZA 17-529

Vonnis in incident in verzet van 14 februari 2018

in de zaak van

1 [naam partij] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [naam partij],

wonende te [woonplaats]

3. [naam partij]

wonende te [woonplaats] ,

eisers in conventie in de hoofdzaak,

verweerders in reconventie in de hoofdzaak,

gedaagden in het verzet,

verweerders in de incidenten

advocaat mr. T.L.G.M. Heebing te Zevenaar,

tegen

[gedaagde in conv.in de hoofdzaak] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde in conventie in de hoofdzaak

eiser in reconventie in de hoofdzaak,

eiser in het verzet,

eiser in de incidenten,

advocaat mr. M. Bitter te Haarlem.

Eiser in conventie in de hoofdzaak sub 1 zal hierna [eiser in conv. in de hoofdzaak] worden genoemd. Eisers in conventie in de hoofdzaak sub 2. en 3. zullen hierna samen tevens worden aangeduid als [eisers in conv. in de hoofdzaak] (mannelijk enkelvoud). Gedaagde in conventie in de hoofdzaak zal [gedaagde in conv.in de hoofdzaak] worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het door deze rechtbank op 4 oktober 2017 tussen [eiser in conv. in de hoofdzaak] en [eisers in conv. in de hoofdzaak] als eisende partijen en [gedaagde in conv.in de hoofdzaak] als gedaagde partij bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer 322857 / HA ZA 17/345 (verder: het verstekvonnis);

- de verzetdagvaarding, tevens aan te merken als incidentele conclusie strekkende tot het uitspreken van de onbevoegdheid van rechtbank Gelderland om kennis te nemen van de vorderingen van [eisers in conv. in de hoofdzaak] , alsmede tot nietigverklaring van de inleidende dagvaarding van [eiser in conv. in de hoofdzaak] en [eisers in conv. in de hoofdzaak] , tevens aan te merken als de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie in de hoofdzaak tevens houdende provisionele vorderingen tot schorsing van executie, opheffing beslag en het stellen van zekerheid bij wege van te treffen voorzieningen ex artikel 223 Rv;

- de akte houdende overlegging van de producties als genoemd in de verzetdagvaarding tevens van rectificatie van [gedaagde in conv.in de hoofdzaak] ;

- de conclusie van antwoord in de incidenten c.q. ten aanzien van de provisionele vorderingen, tevens van antwoord in de hoofdzaak in conventie en in reconventie, tevens antwoordakte, tevens akte overlegging producties aan de zijde van [eiser in conv. in de hoofdzaak] en [eisers in conv. in de hoofdzaak] . Het deel van deze conclusie dat is genomen in antwoord in de hoofdzaak in conventie is door de rolrechter geweigerd, waarmee de onderdelen van de conclusie met randnummers 205 tot en met 219 zijn vervallen.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald in de incidenten.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde in conv.in de hoofdzaak] is de zoon van wijlen [overledene] en [overledene] . [eiser in conv. in de hoofdzaak] en [eisers in conv. in de hoofdzaak] waren respectievelijk broer en zus van [overledene] Zijn derhalve tevens elkaars broer en zus en tevens respectievelijk oom en tante van [gedaagde in conv.in de hoofdzaak] .

2.2.

Tussen [eiser in conv. in de hoofdzaak] en [gedaagde in conv.in de hoofdzaak] zijn verschillende overeenkomsten van geldlening tot stand gekomen. In een tussen hen overeengekomen ‘Overeenkomst strekkende tot integrale geldlening’ van 4 februari 2011 die eerdere overeenkomsten van 16 december 2009, 19 oktober 2010 en 9 december 2010 met terugwerkende kracht vervangt, is in artikel 3.2. een forumkeuzebeding opgenomen met de inhoud:

3.2.

De rechtbank Arnhem is bevoegd kennis te nemen van geschillen voortvloeiende uit deze overeenkomst.

2.3.

Tussen [gedaagde in conv.in de hoofdzaak] en [eisers in conv. in de hoofdzaak] zijn overeenkomsten van geldlening tot stand gekomen van 6 april 2009, 21 december 2009, 24 juni 2010, 30 december 2010 en 31 januari 2011, alsmede een addendum behorende bij die overeenkomsten, eveneens van 31 januari 2011. In al deze overeenkomsten is steeds een bepaling opgenomen met de inhoud:

De rechtbank Zwolle is bevoegd kennis te nemen van geschillen voorvloeiende uit deze overeenkomst.

2.4.

Met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant locatie Breda van 10 mei 2017 hebben [eiser in conv. in de hoofdzaak] en [eisers in conv. in de hoofdzaak] conservatoir beslag gelegd op het onverdeelde aandeel van [gedaagde in conv.in de hoofdzaak] in de nalatenschap van [overledene] , in welke nalatenschap, onder meer, zes registergoederen vallen.

3 Het geschil

4 De beoordeling

5 De beslissing