Home

Rechtbank Gelderland, 27-02-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:1728, 7298964

Rechtbank Gelderland, 27-02-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:1728, 7298964

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
27 februari 2019
Datum publicatie
24 april 2019
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2019:1728
Zaaknummer
7298964

Inhoudsindicatie

Boete vanwege ‘treintje rijden’, geen oneerlijk beding, geen overmacht

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 7298964 \ CV EXPL 18-11685 \ 512 \ 543

uitspraak van

vonnis

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Q-Park Operations Netherlands B.V.

gevestigd te Maastricht

eisende partij

gemachtigde mr. C.F.P.M. Spreksel

tegen

[naam gedaagde]

wonende te [woonplaats gedaagde]

gedaagde partij

gemachtigde R. van Herwaarden

Partijen worden hierna Q-Park en [naam gedaagde] genoemd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 11 oktober 2018 met producties

- de conclusie van antwoord met producties

- de conclusie van repliek met een productie

- de conclusie van dupliek.

2 De feiten

2.1.

Q-Park exploiteert de parkeeraccommodatie EDE-Markt en biedt aldaar tegen betaling parkeerplaatsen aan.

2.2.

Voor het gebruik van deze parkeeraccommodatie is een parkeervergoeding verschuldigd, waarbij een maximum dagtarief van € 12,50 geldt. Betaling hiervan vindt plaats op het moment dat de bezoeker de parkeeraccommodatie verlaat.

2.3.

Op 24 februari 2018 om 14:56 uur is een Volvo V70 D5 AUT met kenteken [kenteken auto] de parkeeraccommodatie uitgereden door vlak achter een voorganger aan te rijden; het zogenaamde ‘treintje rijden’. Het kenteken van de auto staat op naam van [naam gedaagde] .

2.4.

In de Algemene Voorwaarden Parkeren van Q-Park (hierna: de algemene voorwaarden) staat - voor zover van belang - het volgende:

(...)

5.9

De parkeerder en zijn voertuig dienen de parkeerfaciliteit uitsluitend te verlaten met gebruikmaking van een geldig, door Q-Park geaccepteerd parkeerbewijs of middel. Het zonder gebruikmaking van een geldig door Q-Park geaccepteerd parkeerbewijs of middel verlaten van de parkeerfaciliteit is onder geen beding toegestaan. De parkeerder is in dat geval het door Q-Park voor de betreffende parkeerfaciliteit vastgestelde tarief “verloren kaart” verschuldigd (afhankelijk van de parkeerfaciliteit bedraagt dit éénmaal, tweemaal of driemaal het geldende dagtarief), vermeerderd met een bedrag aan aanvullende schadevergoeding ad € 300,- en zulks onverminderd de rechten van Q-Park tot het vorderen van overige daadwerkelijk geleden (gevolg-)schade. Het hiervoor genoemde tarief “verloren kaart” laat onverlet het recht van Q-Park om de parkeerder de werkelijke parkeerkosten in rekening te brengen mochten die hoger zijn dan het tarief “verloren kaart”.

(...)

6.4

Het zonder voorafgaande betaling van het verschuldigde parkeergeld met het voertuig verlaten van de parkeerfaciliteit, bijvoorbeeld door middel van het zogenaamde “treintje rijden” waarbij de parkeerder direct achter zijn voorganger onder de slagboom doorrijdt, is onder geen beding toegestaan.

De parkeerder is in dat geval het door Q-Park voor de betreffende parkeerfaciliteit vastgestelde tarief “verloren kaart” verschuldigd (...), vermeerderd met een bedrag aan aanvullende schadevergoeding ad € 300,-.

(...)

6.6

In geval van verlies of het ontbreken van het parkeerbewijs, is de parkeerder het door Q-Park voor de betreffende parkeerfaciliteit vastgestelde tarief “verloren kaart” verschuldigd (...). De parkeerder dient dit bedrag vóór het verlaten van de parkeerfaciliteit te voldoen.

(...)

3 De vordering en het verweer

3.1.

Q-Park vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de veroordeling van [naam gedaagde] tot betaling aan haar van een bedrag van € 359,38, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van pleging, althans van verzuim, althans vanaf een andere door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag van volledige betaling. Verder vordert Q-Park de veroordeling van [naam gedaagde] in de proceskosten.

3.2.

Q-Park legt aan haar vordering ten grondslag dat tussen haar en [naam gedaagde] een overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij Q-Park aan [naam gedaagde] tegen betaling van de ter plaatse geldende tarieven een parkeerplaats in de parkeeraccommodatie EDE-Markt heeft aangeboden. Q-Park stelt dat [naam gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de op hem rustende verplichtingen uit deze overeenkomst, omdat hij de parkeeraccommodatie is uitgereden door direct achter een voorganger onder c.q. langs de slagboom te rijden (het zogenaamde ‘treintje rijden’), althans zonder gebruikmaking van een geldig parkeerbewijs of –middel de parkaccommodatie te verlaten. Subsidiair stelt Q-Park dat [naam gedaagde] door het ‘treintje rijden’ onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. Op grond van de artikelen 5.9, 6.4 en 6.6 van de algemene voorwaarden heeft Q-Park aan [naam gedaagde] het geldende tarief “verloren kaart” ter hoogte van € 12,50 en een schadevergoeding ter hoogte van € 300,00 in rekening gebracht. Aangezien [naam gedaagde] het verschuldigde bedrag niet tijdig heeft betaald, is hij tevens de wettelijke rente verschuldigd. Daarnaast stelt Q-Park buitengerechtelijke werkzaamheden te hebben verricht, dan wel laten verrichten. Zij houdt [naam gedaagde] aansprakelijk voor de daaraan verbonden kosten van € 46,88 (exclusief btw).

3.3.

[naam gedaagde] erkent dat hij de parkeeraccommodatie heeft verlaten door direct achter zijn voorganger aan onder de slagboom door te rijden. Hij voert echter aan dat dit hem niet is toe te rekenen vanwege psychische overmacht en op grond van de redelijkheid en billijkheid. Zijn echtgenote is chronisch ziek en op dat moment was sprake van een acute medische noodsituatie. Daarnaast is hij een vaste klant van Q-Park en heeft hij nooit de opzet gehad om Q-Park te benadelen. [naam gedaagde] voert verder aan dat hij voorafgaand aan het verlaten van de parkeeraccommodatie wel heeft betaald. Hij betwist de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden en de hoogte van de gestelde schade. Tevens betwist [naam gedaagde] dat hij gehouden is buitengerechtelijke incassokosten te betalen.

4 De beoordeling

5 De beslissing