Home

Rechtbank Gelderland, 19-08-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:3788, 7904843

Rechtbank Gelderland, 19-08-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:3788, 7904843

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
19 augustus 2019
Datum publicatie
27 augustus 2019
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2019:3788
Zaaknummer
7904843

Inhoudsindicatie

Vonnis in kort geding. Koop schip. Vordering om schip geheel afgebouwd op te leveren toegewezen. Dwangsom opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

Zaakgegevens 7904843 \ VV EXPL 19-81 \ 498

uitspraak van 19 augustus 2019

vonnis in kort geding

in de zaak van

[eisende partij]

wonende te [woonplaats]

eisende partij in conventie

verwerende partij in reconventie

gemachtigde mr. J.C. Klompé

tegen

1.

[gedaagde partij]

gevestigd te [woonplaats]

gemachtigde mr. F.J. Hommersom

2.

[gedaagde partij]

gevestigd te [woonplaats]

gemachtigde mr. F.J. Hommersom

gedaagde partijen in conventie

eisende partijen in reconventie

Partijen worden hierna [eisende partij] , [gedaagde partij] en [gedaagde partij] genoemd.

1 De procedure

Deze blijkt uit:

- de dagvaarding van 22 juli 2019;

- de brief van 29 juli 2019 aan de zijde van [eisende partij] met de producties 1 t/m 16;

- de brief van 31 juli 2019 aan de zijde van [eisende partij] met de producties 17 t/m 23;

- de brieven van 2 augustus 2019 aan de zijde van [eisende partij] met de producties 24, 25 en 26

- de bij e-mail van 2 augustus 2019 aan de zijde van gedaagden ingestelde reconventionele vordering en de toegezonden producties 1 t/m 27.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 5 augustus 2019, waar [eisende partij] is verschenen bijgestaan door mr. J.C. Klompé en namens gedaagden is verschenen de heer

[directeur X] , bijgestaan door mr. F.J. Hommersom. Beide advocaten hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen welke zijn overgelegd. [directeur X] heeft eveneens het woord gevoerd aan de hand van schriftelijke aantekeningen welke ter zitting zijn overgelegd.

2 Feiten

De volgende feiten worden vooralsnog als vaststaand aangemerkt.

2.1.

[eisende partij] heeft op een beurs van [gedaagde partij] een stalen motorschip (casco) met de naam Caro, gezien en over een mogelijke aankoop gesproken. Op een reclame-/aanbiedingsbord werd het schip te koop aangeboden met onder meer de vermelding:

" [gedaagde partij] Services voorraad Casco:

[...]

www.euroshipservices.nl "

2.2.

[directeur X] is directeur (indirect)aandeelhouder van zowel [gedaagde partij] als [gedaagde partij] .

2.3.

Het contact op de hiervoor genoemde beurs heeft aanvankelijk geleid tot een overeenkomst tussen [gedaagde partij] , vertegenwoordigd door [directeur X] en [BV eiser] AG, een in Zwitserland gevestigde vennootschap, vertegenwoordigd door [eisende partij] . Op grond van deze overeenkomst werd het hiervoor genoemde stalen (casco) woonschip 'Caro' [verder: het schip] door [gedaagde partij] verkocht aan en afgebouwd ten behoeve van [BV eiser] AG.

2.4.

Nader overleg tussen [eisende partij] en [directeur X] heeft ertoe geleid dat er in plaats van deze overeenkomst een nieuwe schriftelijke overeenkomst is gesloten met betrekking tot de koop en afbouw van het schip tussen [gedaagde partij] en [eisende partij] . Het schip betreft het type ' [gedaagde partij] Wohnschiff 2000', afmetingen 19.95 x 4,95 m (casco).

2.5.

In de overeenkomst is ter zake van de levering het volgende opgenomen:

"Die Parteien vereinbaren eine Lieferzeit von 12 Monaten ab Vertragsunterzeichnung". Er is geen datum van ondertekening vermeld.

Partijen zijn een prijs van € 695.000,- overeengekomen die in vijf termijnen zou worden voldaan. De eerste termijn bij ondertekening van de overeenkomst, de laatste bij aflevering. De eerste termijn heeft [eisende partij] voldaan op 5 maart 2018. De laatste termijn zal worden voldaan door inruil van een [eisende partij] in eigendom toebehorend schip van ca. 14 m lang of, naar keuze van [eisende partij] , betaling van € 285.000,-. Uitgevoerde opties worden, zo is in de overeenkomst bepaald, gedurende de bouw pro-rata betaald. Op de overeenkomst zijn de Hiswa-voorwaarden van toepassing verklaard. Voorts is bepaald dat bij geschillen het gerecht in de vestigingsplaats van [gedaagde partij] bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.

2.6.

Na het tekenen van de overeenkomst zijn partijen, in maart 2018, een wijziging overeengekomen ter zake van de wijze van voortstuwing. In plaats van een beoogde traditionele dieselmotor is gekozen voor een hybride diesel-electrische voortstuwing. Partijen zijn overeengekomen dat de oplevering - in verband daarmee - twee maanden later zou plaatsvinden, derhalve op of omstreeks 1 mei 2019.

[eisende partij] heeft haar woning in Zwitserland met ingang van 1 mei 2019 verhuurd. Het door [eisende partij] in te ruilen schip heeft zij bij een scheepsmakelaar te koop staan in de hoop deze voor een hoger bedrag dan de met [gedaagde partij] overeengekomen inruilprijs van € 285.000,- te kunnen verkopen.

2.7.

Het door [eisende partij] gekochte schip Caro is nog niet opgeleverd. Ondanks schriftelijke verzoeken daartoe heeft [gedaagde partij] geen datum genoemd en willen noemen waarop zij het schip zal opleveren.

2.8.

[eisende partij] heeft een expert, [deskundige Q] , gevraagd onderzoek te doen naar de tijd die redelijkerwijs nog nodig is om het schip af te bouwen. [deskundige Q] heeft het schip op 28 juni 2019 bezocht. Naar aanleiding van de inventarisatie van de nog te verrichten werkzaamheden schat hij dat de tijd die nodig is om het schip af te bouwen ongeveer vier weken bedraagt, mits voldoende mensen worden ingezet en alle materialen voorhanden zijn. Hij wijst er op dat met name het inbouwen van de electromotoren specialistisch werk is en proefvaarten noodzakelijk zijn om de systemen te testen.

[gedaagde partij] heeft eveneens een deskundige, te weten [deskundige Y] werkzaam bij Ward & McKenzie, ingeschakeld om onderzoek te doen naar de tijd die nodig is het schip opleveringsklaar te maken. Blijkens zijn rapport van 2 augustus 2019 schat hij die tijd, uitgaande van een bruikbare inzetbaarheid van 32 uur per week met de op dat moment aanwezige inzet van vier werknemers op nog ongeveer 7 weken, welke tijd in de praktijk doordat timmerlieden en schilders minimaal met twee man aan een project werken bekort kan worden.

2.9.

Bij e-mail van 18 juni 2019 gericht aan [directeur X] heeft [eisende partij] gedaagde in gebreke gesteld en gesommeerd het schip uiterlijk 1 juli 2019 gereed voor oplevering aan te bieden en bij gebreke daarvan aanspraak gemaakt op vergoeding van de door [eisende partij] te lijden schade bestaande uit kosten voor het huren van vervangende woonruimte tenzij [gedaagde partij] vervangende woonruimte voor [eisende partij] regelt. In reactie daarop heeft [directeur X] bij e-mail van dezelfde datum laten weten dat oplevering op 1 juli 2019 niet realistisch en niet haalbaar is, er nimmer een fatale oplevertermijn is afgesproken en zij dat, gelet op de complexheid van het project ook niet doet. Voorts wijst [directeur X] er op dat [eisende partij] nog haar oude schip als woonschip kan gebruiken. Voorts wordt [eisende partij] verzocht een deelbetaling van € 75.000,-, gefactureerd op 10 juni 2019 te voldoen.

2.10.

Bij brief van 1 juli 2019 heeft de gemachtigde van [eisende partij] [directeur X] , teneinde een procedure te voorkomen, voorgesteld, samengevat, met oplevering op uiterlijk 2 augustus 2019 op straffe van verbeurte van een dwangsom akkoord te gaan. [directeur X] heeft hiermee niet ingestemd.

2.11.

Gedateerd 15 juli 2019 is op papier met de logo's van [directeur X] [gedaagde partij] en [gedaagde partij] Services, met vermelding van de website en e-mailadres van 'euroshipservices', een factuur aan [eisende partij] gestuurd voor een bedrag van € 72.500,- met omschrijving 'voorschot opties en meerwerk'.

2.12.

[directeur X] heeft medio juli 2019 laten weten dat het schip in de tweede of derde week van september 2019 te water kan worden gelaten zodat [eisende partij] daarop dan, op de locatie van de werf, kan gaan wonen en dat oplevering op een later moment, na geslaagde proefvaarten zal plaatsvinden.

2.13.

In of omstreeks juli 2019 heeft [eisende partij] op de site 'Adnobis' het volgende bericht geplaatst:

"Bestimmt wundern sich einige, warum unsere Fahrberichte hier nicht weiter gehen. Obwohl es doch ein Sommer ist, der schöner niet sein könnte. Nun - der Schiffbauer unserer Wahl, [gedaagde partij] mit Namen [directeur X] , hat uns belogen und betrogen. Nach Strich und Faden.[..]".

3 Vordering en verweer in conventie

3.1.

[eisende partij] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, samengevat, gedaagden te voordelen om het bij gedaagde in aanbouw zijnde en aan [eisende partij] toebehorende pleziervaartuig 'Caro' uiterlijk op 2 september 2019, althans zoveel eerder of later als de voorzieningenrechter in goede justitie bepaalt, te water te laten, geheel afgebouwd, vaarklaar en gebruiksgereed, inclusief alle overeengekomen installaties en opties, aan [eisende partij] aan te bieden en [eisende partij] in staat te stellen op die datum de opleverinspectie te (doen) verrichten, zulks op straffe van een - hoofdelijk - door gedaagden te verbeuren boete van € 500,- per dag of dagdeel dat gedaagden nalaten aan de veroordeling te voldoen, alsmede gedaagden hoofdelijk te veroordelen de kosten van de procedure, inclusief nakosten en te vermeerderen met de wettelijke rente over een en ander vanaf de datum van betekening van dit vonnis.

3.2.

[gedaagde partij] en [gedaagde partij] hebben geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring althans afwijzing van de vorderingen met veroordeling van [eisende partij] in de kosten van het geding, de eventuele nakosten daaronder begrepen.

4 Vordering en verweer in reconventie:

5 De beoordeling