Rechtbank Gelderland, 13-05-2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:2521, C/05/368427
Rechtbank Gelderland, 13-05-2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:2521, C/05/368427
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 13 mei 2020
- Datum publicatie
- 13 mei 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2020:2521
- Zaaknummer
- C/05/368427
Inhoudsindicatie
Plaatsen foto’s minderjarige kinderen op social media. AVG. Persoonlijk en huishoudelijke activiteit? Toestemming van wettelijk vertegenwoordigers.
Uitspraak
vonnis
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/368427 / KG ZA 20-106
Vonnis in kort geding van 13 mei 2020
in de zaak van
[eiseres] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. J.W.J. Hopmans te Groesbeek,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding van 16 april 2020 met producties 1 tot en met 6
- -
-
de e-mailberichten van 20 en 27 april 2020 van [gedaagde] met bijlagen
- -
-
het emailbericht van 29 april 2020 van [eiseres] met een productie
- -
-
de in verband met de Corona maatregelen voorafgaand aan de mondelinge behandeling toegezonden pleitnota van [eiseres]
- -
-
de in verband met de Corona maatregelen telefonisch gehouden mondelinge behandeling van 29 april 2020.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
[eiseres] is de dochter van [gedaagde] . Vanwege een ruzie hebben partijen al ruim een jaar geen contact meer met elkaar.
[eiseres] heeft drie thans nog minderjarige kinderen: [kind 1] , geboren op [geboortedatum], [kind 2] , geboren op [geboortedatum], en [kind 3] , geboren op [geboortedatum].
[eiseres] en haar ex-partner [ex-partner] hebben het gezamenlijk ouderlijk gezag over [kind 1] . Over [kind 2] en [kind 3] heeft [eiseres] alleen het ouderlijk gezag.
[kind 1] heeft in de periode van april 2012 tot april 2019 bij zijn grootouders, [gedaagde] en haar echtgenoot, in huis gewoond. Daarna is hij bij zijn vader, [ex-partner] , in [woonplaats 3] gaan wonen.
[gedaagde] heeft (in het verleden) foto’s van de kinderen van [eiseres] op haar Facebook-pagina geplaatst.
Bij brief van 29 februari 2020 heeft [eiseres] onder meer het volgende aan [gedaagde] geschreven:
(…) Er is u meermaals verzocht via de politie te [plaats] , om de foto’s op u social media betreffende mijn minderjarige kinderen te verwijderen. Aangezien u hier geen gehoor aan geeft en ik als gezaghebbende partij niet wens dat mijn minderjarige kinderen op sociaal media ten toon worden gesteld attendeer u daarom via deze weg nogmaals de foto’s te verwijderen. Doet u dit niet neem ik vervolg stappen. Tevens heeft mij advocaat al aangegeven dat er per dag dat er foto’s van mijn minderjarige kinderen die u zonder toestemming van de gezaghebbende tentoonstelt een dwangsom staat.
Dus u heeft tot donderdag 5 maart de tijd om de foto’s van al u sociaal media platformen te verwijderen. Doet u dit niet hoort u spoedig van mij advocaat.
Bij brief van 18 maart 2020 heeft de advocaat van [eiseres] [gedaagde] nogmaals gesommeerd om alle geplaatste foto’s van de kinderen van [eiseres] te verwijderen en in de toekomst geen foto’s van de kinderen op social media te plaatsen.
Op 24 maart 2020 heeft [eiseres] onder meer het volgende aan haar advocaat bericht:
De brief die u gestuurd heeft maakt mevrouw [opmerking voorzieningenrechter: [gedaagde] ] niet uit. Dat blijkt namelijk wel aan het feit dat ze zondag reeds een nieuwe profielfoto op fb heeft gezet van mij kinderen.
Ik wil dat mevrouw nu word aangepakt door de rechtbank (…)
Via What’s App heeft [ex-partner] aan [eiseres] bevestigd dat ook hij niet wil dat foto’s van [kind 1] op Facebook worden geplaatst.
3 Het geschil
[eiseres] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal verbieden om nog foto’s van de minderjarige kinderen van [eiseres] op social media te plaatsen, te tonen dan wel anderszins te verspreiden, alsmede [gedaagde] zal veroordelen tot onmiddellijke verwijdering van alle door haar reeds geplaatste foto’s van de kinderen van [eiseres] op social media, een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag dan wel dagdeel dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft vanaf betekening van het in deze te wijzen vonnis, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
[eiseres] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [gedaagde] onrechtmatig handelt, dan wel in strijd met de Auterswet of de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) handelt, door foto’s van de minderjarige kinderen van [eiseres] zonder haar toestemming op social media te plaatsen. Vanwege de privacy van de kinderen en om hen te beschermen wil [eiseres] niet dat er foto’s van de kinderen op social media worden geplaatst. Het publiceren van foto’s van de kinderen op social media maakt ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van haar kinderen, aldus [eiseres]
[gedaagde] voert verweer. Zij erkent dat zij in het verleden foto’s van haar kleinkinderen op haar Facebookpagina heeft geplaatst. Zij voert echter aan dat zij de privacy van haar kleinkinderen respecteert en dat zij inmiddels alle foto’s van Facebook heeft verwijderd, behalve een foto van [kind 1] . Zij vraagt de voorzieningenrechter of zij alleen deze foto op haar Facebookpagina mag laten staan, nu zij een bijzondere band met [kind 1] heeft omdat zij langere tijd voor hem heeft gezorgd.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.