Home

Rechtbank Gelderland, 22-12-2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:7003, 8860369

Rechtbank Gelderland, 22-12-2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:7003, 8860369

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
22 december 2020
Datum publicatie
2 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2020:7003
Zaaknummer
8860369

Inhoudsindicatie

Sales Manager verblijft maanden in VS. Ontslag op staande voet vanwege ongeoorloofde afwezigheid / werkweigering rechtsgeldig gegeven.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens: 8860290 \ HA VERZ 20-192 & 8860369 \ HA VERZ 20-193 \ 25115 \ 40141

uitspraak van 22 december 2020

beschikking

in de zaak met kenmerk 8860290 \ HA VERZ 20-192 van

de besloten vennootschap Organic Assistance B.V.

gevestigd te Barneveld

verzoekende partij

gemachtigde mr. S. van Creij

tegen

[verweerder]

wonende te [woonplaats]

verwerende partij

gemachtigde mr. J. van der Pijl

en in de zaak met kenmerk 8860369 \ HA VERZ 20-193 van

[verzoekende partij]

wonende te [woonplaats]

verzoekende partij

gemachtigde mr. J. van der Pijl

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Organic Assistance B.V.

gevestigd te Barneveld

verwerende partij

gemachtigde mr. S. van Creij.

Partijen worden hierna OA en [verzoekende partij] genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedures blijkt uit:

- het verzoekschrift van 2 november 2020 van [verzoekende partij] met 15 producties;

- het verweerschrift van OA met producties 9 tot en met 20;

- het verzoekschrift van 2 november 2020 van OA met acht producties;

- het verweerschrift van [verzoekende partij] met als productie zijn eerdere verzoekschrift met 15 producties;

1.2.

De mondelinge behandeling in beide zaken heeft, op verzoek van [verzoekende partij], via Skype plaatsgevonden op 4 december 2020. Namens OA zijn verschenen mevrouw [naam 1] (HR) en mr. S. van Creij. [verzoekende partij] is verschenen, bijgestaan door mr. Van der Pijl. Van de zitting is aantekening gehouden door de griffier. Mr. Van der Pijl heeft het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen. Beide partijen hebben verzocht de door hen ingediende stukken in de ene procedure als herhaald en ingelast te beschouwen in de andere procedure.

2 De feiten

2.1.

Op [datum indiensttreding] is [verzoekende partij] bij OA in dienst getreden in de functie van [functie], met standplaats Barneveld, tegen een salaris van laatstelijk € 6.755.46 bruto, exclusief emolumenten. Het betrof een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, lopend tot 31 december 2020.

2.2.

Op 9 en 15 juni 2020 heeft [verzoekende partij] met zijn leidinggevende, de heer [leidinggevende] (hierna: [leidinggevende]) en met de CEO van OA, de heer [CEO] (hierna [CEO]) een gesprek gehad. Daar heeft hij aangegeven dat hij eind juni met zijn gezin wilde verhuizen naar de Verenigde Staten van Amerika (VS) en van daaruit zijn werkzaamheden wilde verrichten. [CEO] heeft daar afwijzend op gereageerd.

2.3.

Van 29 juni 2020 tot 20 juli 2020 heeft [verzoekende partij] vakantie in de VS genoten met zijn gezin. Op 20 juli 2020 heeft [verzoekende partij] per e-mail aan OA gemeld dat hij zijn werk vanuit Colorado (VS) zal aanvangen. Hij schreef: “At the moment I cannot go back to Holland until I get a letter from the Dutch Embassy which says I have an ID card at the IND.

I will keep you informed when I am able to travel again.

2.4.

Op 20 juli 2020 reageert OA met de mededeling dat het onacceptabel is en dat [verzoekende partij] in Nederland moet zijn om zijn werkzaamheden uit te voeren. In een bijlage bij de e-mail heeft OA een brief voor [verzoekende partij] toegevoegd, waarmee hij terug kan komen naar Nederland en hij wordt gesommeerd onmiddellijk terug te reizen.

2.5.

Op 27 juli 2020 heeft OA per e-mail aan [verzoekende partij] opnieuw bericht dat zij wil dat hij zijn werk vanuit Barneveld verricht en hem gesommeerd om direct terug te reizen naar Nederland. Zij schrijft verder:

The higher costs are at your own risk. You deliberately left without ID and the consequences are yours. We remind you of the following: In the event of your failure to return, we need to reconsider your position and your responsibilities. (...)

2.6.

Op 28 juli 2020 heeft [verzoekende partij] aan OA per e-mail het volgende laten weten: “I was planning to return to Holland last weekend, however, our oldest son fell ill and I’m taking him to his doctor appointments.

Hoping to resume travel once he is well and I can leave the family as they will not be traveling back with me.

2.7.

Op 11 augustus 2020 heeft OA per brief aan [verzoekende partij] een laatste waarschuwing gegeven. OA schreef dat als [verzoekende partij] niet uiterlijk op vrijdag 21 augustus 2020 terug zou zijn in Barneveld, ontslag op staande voet zou volgen, vanwege ongeoorloofde afwezigheid / weigering om het werk vanuit Barneveld uit te voeren.

2.8.

Op 13 augustus 2020 reageerde [verzoekende partij] op deze waarschuwing door aan te geven dat hij al sinds het laatste kwartaal van 2019 plannen had om naar de Verenigde Staten te verhuizen. Ook gaf hij aan dat hij niet terug kon komen, omdat zijn familie hem nodig had om diverse redenen.

2.9.

Op 17 augustus 2020 heeft OA aan [verzoekende partij] laten weten zijn persoonlijke problemen te betreuren, maar aangegeven dat [verzoekende partij] wel verplicht was zijn contract na te (blijven) komen. In die e-mail gaf OA aan [verzoekende partij] een extra week om terug te komen en zijn werk vanuit Nederland (Barneveld) te hervatten. Op 28 augustus 2020 werd [verzoekende partij] terugverwacht. Als hij niet zou komen, zou ontslag op staande voet volgen, zo stond in de e-mail van OA. Op dit bericht heeft [verzoekende partij] niet gereageerd.

2.10.

Omdat [verzoekende partij] op 28 augustus 2020 niet terug was in Nederland heeft OA [verzoekende partij] per brief, verzonden per e-mail, op 31 augustus 2020 op staande voet ontslagen. In die brief wijst OA erop dat [verzoekende partij] vanaf 29 juni 2020 (vertrek voor vakantie zonder toestemming) niet meer in Nederland is geweest, terwijl OA herhaaldelijk heeft aangegeven dat hij terug in Nederland werd verwacht om zijn werk vanuit Barneveld te hervatten. Aan die oproepen van OA heeft [verzoekende partij] geen gehoor gegeven. Ook wijst OA erop dat [verzoekende partij] niet eenzijdig zijn werklocatie kan wijzigen. OA is het niet eens met het verrichten van werkzaamheden enkel vanuit Colorado (VS). Zij schrijft dat ook toen op 20 juli 2020 de papieren van de IND, waarmee terugkeer van [verzoekende partij] naar Nederland mogelijk werd gemaakt, in orde waren en aan [verzoekende partij] waren toegestuurd, hij de instructie van OA om terug te komen niet opvolgde, zelfs niet na een waarschuwing. Op 31 augustus 2020 heeft OA [verzoekende partij] nog proberen te bellen, maar hem niet kunnen bereiken. Dit alles leidt ertoe dat [verzoekende partij] zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst niet correct is nagekomen en dat hij aan OA een dringende reden heeft gegeven voor ontslag op staande voet, aldus OA. Tot slot wordt aan [verzoekende partij] verzocht om bedrijfseigendommen van OA binnen vijf dagen in te leveren. Wanneer [verzoekende partij] hieraan niet voldoet, zullen de kosten van de bedrijfseigendommen bij hem in rekening worden gebracht, zo schrijft OA.

3 Het verzoek van OA en het verweer

3.1.

OA verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad [verzoekende partij] te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding ten bedrage van € 7.295,90 binnen vijf werkdagen na betekening van de te wijzen beschikking, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het verzoekschrift, met veroordeling van [verzoekende partij] in de kosten van de procedure.

3.2.

Aan haar verzoek legt OA ten grondslag dat zij [verzoekende partij] op 31 augustus 2020 op staande voet heeft ontslagen vanwege ongeoorloofde afwezigheid / werkweigering. Op grond van artikel 7:677 lid 2 BW is [verzoekende partij] aan OA de gefixeerde schadevergoeding verschuldigd, nu [verzoekende partij] door opzet of schuld aan OA een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen.

3.3.

[verzoekende partij] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.

4. Het verzoek van [verzoekende partij] en het verweer

4.1.

[verzoekende partij] verzoekt – samengevat - bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

primair

- de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen;

- OA te veroordelen, binnen twee dagen na de dag van de beschikking, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, [verzoekende partij] in de gelegenheid te stellen zonder enige beperking de functie van Sales Manager uit te oefenen, onder verbeurte van een dwangsom van € 1000,- althans een in goede justitie te bepalen dwangsom, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat OA in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen;

- OA te veroordelen tot hervatting van de betaling van het salaris en de daarbij behorende emolumenten met ingang van 31 augustus 2020, te begroten op € 6.755,46 bruto per maand, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente over het achterstallig salaris en de wettelijke verhoging;

- OA te veroordelen deugdelijke specificaties te overleggen vanaf augustus 2020, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat OA in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen;

subsidiair (voorwaardelijk, indien het primaire geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen)

- OA te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 45.000,- bruto;

- OA te veroordelen tot overlegging van deugdelijke specificaties waarin de billijke vergoeding is verwerkt, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat OA in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen;

- OA te veroordeling tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding van € 6.766,46 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 december 2019;

- OA te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding van € 4.048,28 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 december 2019;

primair en subsidiair

- OA te veroordelen om binnen 14 dagen na de dag van de beschikking aan [verzoekende partij] te betalen het restant loon van € 250,- netto over de maand augustus 2020, dan wel vakantiegeld, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente over het loon en de wettelijke verhoging;

- OA te veroordelen om binnen 14 dagen na de dag van de beschikking een deugdelijke specificatie te verstrekken van het loon over de maand augustus 2020, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom voor iedere dag of gedeelte daarvan dat OA in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen;

- OA te veroordelen in de kosten van de procedure.

4.2.

Aan zijn primaire verzoeken legt [verzoekende partij] het volgende ten grondslag. OA heeft hem ten onrechte op staande voet ontslagen. OA heeft namelijk zijn arbeidsovereenkomst op 31 augustus 2020 opgezegd, zonder dat sprake was van een dringende reden. Bovendien was de opzegging niet onverwijld en is de dringende reden niet onverwijld aan [verzoekende partij] medegedeeld. Daarom moet de opzegging vernietigd worden, moet OA [verzoekende partij] wedertewerkstellen, de salarisbetalingen (inclusief emolumenten) vanaf 31 augustus 2020 hervatten en deugdelijke specificaties overleggen. Daarnaast moet OA aan [verzoekende partij] een bedrag van € 250,- betalen, want OA heeft dit bedrag verrekend door middel van de eindafrekening. Het betreft een bedrag voor de laptop die door [verzoekende partij] niet is ingeleverd, aldus [verzoekende partij], maar van het bedrag heeft hij nooit een specificatie ontvangen.

4.3.

Aan zijn subsidiaire / voorwaardelijke verzoeken om een billijke vergoeding, de gefixeerde schadevergoeding en de transitievergoeding legt [verzoekende partij] ten grondslag dat OA een ernstig verwijt kan worden gemaakt van het onterechte ontslag op staande voet, dat vanwege het niet in acht nemen van de opzegtermijn een vergoeding ter hoogte van een maandsalaris verschuldigd is en dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan zijn zijde, waardoor de transitievergoeding gewoon moet worden betaald.

4.4.

OA heeft gemotiveerd verweer gevoerd.

5 De beoordeling

6 De beslissing