Home

Rechtbank Gelderland, 15-12-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:7041, 9394414

Rechtbank Gelderland, 15-12-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:7041, 9394414

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
15 december 2021
Datum publicatie
31 december 2021
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:7041
Zaaknummer
9394414

Inhoudsindicatie

Consumentenkoop. Het niet meedelen van feit dat de auto een schadeauto betreft levert in beginsel nonconformiteit op. Het beroep op vervangende schadevergoeding gaat echter niet op, nu in dit geval geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 9394414 \ CV EXPL 21-6668 \ 512 \ 918

uitspraak van 15 december 2021

vonnis

in de zaak van

[eisende partij]

wonende te [plaats]

eisende partij

gemachtigde mr. C.R.T.M. van Ninhuijs

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde partij] ., t.h.o.d.n. [handelsnaam gedaagde partij]

gevestigd te Barneveld

gedaagde partij

vertegenwoordigd door [betrokkene 2]

Partijen worden hierna [eisende partij] en [handelsnaam gedaagde partij] genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 18 augustus 2021 en de daarin genoemde processtukken;

- de brief van 4 november 2021 met bijlage van de gemachtigde van [eisende partij] ;

- de comparitie van partijen van 12 november 2021.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Tussen [handelsnaam gedaagde partij] als verkoper en [eisende partij] als koper is op 24 juli 2020 een koopovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot de Mercedes-Benz E55 AMG W211 met het chassisnummer [nummer] (hierna: de auto) voor een bedrag van € 17.700,00.

2.2.

[eisende partij] heeft de auto op 16 september 2020 aan zijn garage aangeboden voor het verrichten van werkzaamheden in verband met een in te bouwen gasinstallatie. Daarbij is gebleken dat de auto een schadeauto betreft.

2.3.

Bij e-mailbericht van 17 oktober 2020 heeft [eisende partij] [handelsnaam gedaagde partij] onder meer als volgt bericht:

“(…) As agreed via phone call, I forwarded you a download link for pictures which are indicating very clearly that your car had a serious accident before you sold it to me without announcing it.

Herewith I am offering you the following, 3 options:

- 1st: Reverse transaction of our business, deduction of already driven kilometer – 0,3€ per kilometer

- 2nd: Deduction of selling price:35% of 17.700€, 6.195,00€ transferred to my bank account

- 3rd: Complete repair works of car’s rear area, done by an authorized Mercedes Benz body shop, paid fully by you (…)”

2.4.

Bij e-mailbericht van 19 oktober 2020 heeft [handelsnaam gedaagde partij] [eisende partij] als volgt bericht:

“In de bijlage ziet u de koopovereenkomst waar u heeft getekend dat de auto is geleverd met diverse mankementen, historie onbekend, geen garantie en de auto heeft onderhoud nodig.

Deze omschrijving bevestigd dat het een auto is waar extra werkzaamheden uit voort kunnen vloeien.

Wij hebben alles duidelijk met u besproken en wij zullen daarom niets vergoeden en retour is niet mogelijk.”

2.5.

Op 1 februari 2021 heeft [betrokkene 1] in opdracht van [eisende partij] een ‘Beweissicherung’ opgemaakt.

2.6.

Bij brief van 11 maart 2021 heeft de gemachtigde van [eisende partij] [handelsnaam gedaagde partij] onder meer als volgt bericht:

“(…) cliënt is naar uw bedrijf gekomen om het voertuig te onderzoeken en een proefrit met het voertuig te maken. Tijdens de proefrit en het onderzoek van het voertuig bleek dat er enkele kleine(re)

onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moesten worden. Uiteindelijk werd tussen partijen de koop

gesloten en betaalde cliënt de koopprijs van € 17.700,00.

Ter voorbereiding voor het inbouwen van een LPG-installatie in het voertuig heeft cliënt het voertuig in een garage aangeboden. Daarbij is gebleken dat het een schadevoertuig betrof. Cliënt heeft u hierover ook direct geïnformeerd. (…)Deze schade c.q. reparaties waren voor cliënt tijdens de proefrit en het onderzoek van het voertuig niet herkenbaar. Cliënt werd er uwerzijds ook niet op gewezen dat het een schadevoertuig betrof. Hierover had u cliënt wel moeten informeren. (…)

Gelet op het bovenstaande bent u tekortgeschoten in uw verplichting om een voertuig, niet zijnde een

schade-voertuig, te leveren aan cliënt. (…)Nu u tekort bent geschoten, bent u voorts

gehouden om de schade die cliënt dientengevolge lijdt te vergoeden ex artikel 6:74 BW. Uit de

deskundigenrapportage blijkt dat het voertuig, ten tijde van de koop (als schadevoertuig), eigenlijk een waarde vertegenwoordigde van € 4.000,00. De door cliënt geleden schade ten gevolge van de

schending van uw mededelingsplicht bedraagt aldus € 17.700,00 - €4.000,00 = € 13.700,00.

Op basis van het bovenstaande verzoek ik u vriendelijk, doch dringend, om uiterlijk binnen 14 dagen

na daqtekening van deze brief een bedrag van € 13.700,00 (…) over te boeken (…).

Indien binnen voormelde termijn een betaling, dan wel een inhoudelijke reactie uitblijft, zijn wij namens cliënt gehouden om nadere maatregelen te nemen. Uiteraard behoudt cliënt zich alsdan nadrukkelijk het recht voor om, al dan niet in een gerechtelijke procedure, de tussen partijen gesloten

koopovereenkomst op basis van dwaling te vernietigen en volledige restitutie van de koopsom te

vorderen. (…)”

2.7.

Bij e-mailbericht van 12 maart 2021 heeft de heer [betrokkene 2] directeur bij [betrokken bedrijf 1] en [gedaagde partij] . (handelend onder de naam [handelsnaam gedaagde partij] ) de gemachtigde van [eisende partij] onder meer als volgt bericht:

“(…) Ik heb kennis genomen van uw brief. Na lezing daarvan rees bij mij twijfel of u op de hoogte bent van de tussen partijen gesloten schriftelijke koopovereenkomst ter zake de verkoop en levering van deze auto. Om die reden ontvangt u hierbij een kopie van de koopovereenkomst.

[gedaagde partij] . zal geen gehoor geven aan uw verzoek om betaling en is evenmin bereid op andere wijze uw cliënt tegemoet te komen. (…)”

2.8.

Bij brief van 20 april 2021 heeft de gemachtigde van [eisende partij] [handelsnaam gedaagde partij] bericht dat [eisende partij] bij zijn standpunt blijft en [handelsnaam gedaagde partij] nogmaals in de gelegenheid gesteld het bedrag van € 13.700,00 te betalen, bij gebreke waarvan nadere maatregelen worden aangekondigd.

3 De vordering en het verweer

3.1.

[eisende partij] vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de veroordeling van [handelsnaam gedaagde partij] :

a. om aan hem te betalen een bedrag van € 14.939,56 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2020, althans vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;

b. om aan hem te betalen een bedrag van € 1.118,52 aan buitengerechtelijke kosten;

c. in de proceskosten, waarbij de proceskosten binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis door [handelsnaam gedaagde partij] dienen te zijn voldaan en – voor zover voldoening niet binnen voornoemde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf het verval van voornoemde termijn voor voldoening;

d. tot betaling aan hem van de na het gewezen vonnis verschuldigde kosten binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis begroot op € 131,00 te vermeerderen met € 68,00 in geval van betekening van het vonnis en – voor het geval [handelsnaam gedaagde partij] de kosten niet binnen veertien dagen vergoedt – te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het verval van die termijn tot aan de dag van volledige betaling.

3.2.

[eisende partij] legt aan zijn vordering ten grondslag dat de geleverde auto non-conform is aangezien het een schadeauto betreft. Er is aldus sprake van een tekortkoming ex artikel 6:74 BW op grond waarvan [handelsnaam gedaagde partij] jegens [eisende partij] schadeplichtig is. Nu de prestatie van [handelsnaam gedaagde partij] blijvend onmogelijk is en [handelsnaam gedaagde partij] door haar melding ‘geen gehoor te zullen geven’ in verzuim is, vordert [eisende partij] in plaats van nakoming (vervangende) schadevergoeding.

3.3.

[handelsnaam gedaagde partij] betwist dat zij een non-conforme auto geleverd heeft, althans dat zij daardoor schadeplichtig is jegens [eisende partij] .

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, waar nodig voor de behandeling van de zaak, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing