Home

Rechtbank Gelderland, 19-04-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:2054, 9670617

Rechtbank Gelderland, 19-04-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:2054, 9670617

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
19 april 2022
Datum publicatie
26 april 2022
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:2054
Zaaknummer
9670617

Inhoudsindicatie

Kort geding na eerder kort geding tussen dezelfde partijen. Vordering tot wedertewerkstelling toegewezen met dwangsommen. Eenzijdige functiewijziging voorshands oordelend ten onrechte opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Nijmegen

zaakgegevens 9670617 \ VV EXPL 22-8 \ 25115 \ 40141

uitspraak van 19 april 2022

vonnis in kort geding

in de zaak van

[eisende partij]

wonende te [woonplaats]

eisende partij

gemachtigde mr. J.W. Wijers

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Nijmegen

gevestigd te Nijmegen

gedaagde partij

gemachtigde mr. G.M. Hissink

Partijen worden hierna [eisende partij] en de gemeente Nijmegen genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 23 maart 2022 met producties die vanwege de vrijwillige verschijning van de gemeente Nijmegen niet is betekend;

- de aanvullende productie van [eisende partij] van 22 maart 2022;

- de conclusie van antwoord met producties;

- de aanvullende producties van [eisende partij] van 30 maart 2022;

1.2.

Op 31 maart 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van [eisende partij] het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen. De griffier heeft bijgehouden wat verder aan de orde kwam.

2 De feiten

2.1.

Op 4 november 2021 heeft [eisende partij] de gemeente Nijmegen gedagvaard in kort geding en gevorderd dat de gemeente Nijmegen veroordeeld zal worden [eisende partij] haar gebruikelijke werkzaamheden te laten verrichten. De voorzieningenrechter heeft de vordering van [eisende partij] op 21 december 2021 toegewezen en de gemeente Nijmegen veroordeeld om [eisende partij] binnen zeven dagen na betekening van het vonnis toe te laten tot haar gebruikelijke werkzaamheden als specialist burgerzaken bij de gemeente Nijmegen.

2.2.

Tegen dit kort geding vonnis heeft de gemeente Nijmegen spoedappel ingesteld.

2.3.

Op 4 januari 2022 heeft de gemachtigde van [eisende partij] aan de gemeente Nijmegen geschreven dat [eisende partij] nog geen bericht had ontvangen dat zij tot het werk wordt toegelaten. Hij verzocht om [eisende partij] uiterlijk op 5 januari 2022 schriftelijk uit te nodigen of op te roepen om haar eigen werkzaamheden als specialist burgerzaken te hervatten. De gemeente Nijmegen heeft hierop gereageerd door aan te geven dat zij de mogelijkheden tot herplaatsing van [eisende partij] de afgelopen periode in kaart heeft gebracht en [eisende partij] binnen een andere afdeling in zal zetten. De gemachtigde van [eisende partij] heeft daarop aangegeven dat [eisende partij] niet vrijwillig mee gaat werken aan een functiewijziging.

2.4.

Op 11 januari 2022 heeft de gemeente Nijmegen aan [eisende partij] het volgende per brief bericht: “Hierbij delen wij u mede dat uw functie per 17 januari 2022 eenzijdig wordt gewijzigd van Medewerker Beleidsuitvoering III naar Medewerker Beleidsuitvoering II (...). Per 17 januari 2022 wordt u ingezet binnen de afdeling Sport, Vastgoed en Accommodaties (VSA). (...) Het betreft een inzet als medewerker verhuur accommodaties. (...)

De functie Medewerker Beleidsuitvoering II betreft een schaal 8 functie. Echter behoudt u aanspraak op uw huidige inschaling in schaal 9 en het bijbehorende salaris.

U wordt op 12 januari a.s. om 14.00 verwacht voor een eerste gesprek met [betrokkene 1] , Bureaumanager Bedrijfsondersteuning. (...)

2.5.

De gemachtigde van [eisende partij] heeft de gemeente Nijmegen op 12 januari 2022 per e-mail bericht dat [eisende partij] niet instemt met de functiewijziging, maar onder protest gehoor geeft aan de oproep om in gesprek te gaan met de heer [betrokkene 1] .

2.6.

[eisende partij] werkte ten tijde van de mondelinge behandeling onder protest op de afdeling Sport Vastgoed en Accommodaties.

3 De vordering en het verweer

3.1.

[eisende partij] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren:

  1. het besluit tot eenzijdige wijziging van de functie van 11 januari 2022 te schorsen voor de duur van het geding totdat in de bodemprocedure is beslist;

  2. de gemeente Nijmegen te veroordelen om [eisende partij] binnen 24 uur na betekening van het vonnis toe te laten tot haar gebruikelijke werkzaamheden als specialist Burgerzaken bij de gemeente Nijmegen, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag of gedeelte daarvan gedurende welke de gemeente Nijmegen niet aan de inhoud van het vonnis gehoor zal geven, althans een in goede justitie te bepalen voorziening te treffen;

met veroordeling van de gemeente Nijmegen in de proceskosten.

3.2.

Aan haar vordering legt [eisende partij] ten grondslag dat het besluit van de gemeente Nijmegen van 11 januari 2022 geschorst moet worden, omdat elke motivering ontbreekt. Daarnaast voldoet het besluit niet aan de eisen die in de jurisprudentie zijn ontwikkeld. Verder stelt [eisende partij] dat de voorzieningenrechter de gemeente Nijmegen op 21 december 2021 heeft veroordeeld om [eisende partij] weer toe te laten tot haar gebruikelijke werkzaamheden als specialist burgerzaken en de gemeente Nijmegen weigert dit te doen, zonder redelijke grond. De dwangsommen moeten worden toegewezen omdat [eisende partij] die al eerder heeft gevorderd en de voorzieningenrechter ze destijds niet heeft opgelegd, omdat de gemeente Nijmegen zei zich aan een veroordelend vonnis te houden. Dat heeft de gemeente Nijmegen echter niet gedaan, waardoor ze nu wel moeten worden opgelegd, aldus [eisende partij] .

3.3.

De gemeente Nijmegen heeft gemotiveerd verweer gevoerd.

4 De beoordeling

5 De beslissing