Home

Rechtbank Gelderland, 15-03-2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:1343, 05-186186-22

Rechtbank Gelderland, 15-03-2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:1343, 05-186186-22

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
15 maart 2023
Datum publicatie
15 maart 2023
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2023:1343
Zaaknummer
05-186186-22

Inhoudsindicatie

Celstraf en tbs-maatregel met voorwaarden voor poging tot moord + GVM. Verminderd toerekeningsvatbaar.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05/186186-22

Datum uitspraak : 15 maart 2023

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres] ,

op dit moment gedetineerd in de [naam PI] .

Raadsman: mr. E.J.A.A. van Dal, advocaat in Arnhem.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 2 november 2022, 11 januari 2023 en 1 maart 2023.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

zij in of omstreeks de periode van 24 juli 2022 tot en met 25 juli 2022 te Driel, gemeente Overbetuwe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde partij]

opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, van het leven te beroven,

met dat opzet meermalen met een mes in en/of in de richting van de borst en/of arm, in elk geval

in het (boven)lichaam van die [benadeelde partij] heeft gestoken en/of geprikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

zij in of omstreeks de periode van 24 juli 2022 tot en met 25 juli 2022 te Driel, gemeente Overbetuwe, aan [benadeelde partij] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere steekwonden in de borst en/of de (boven)arm heeft toegebracht door die [benadeelde partij] meermalen met een mes in en/of in de richting van de borst en/of arm, in elk geval in het (boven)lichaam te steken/prikken;

meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

zij in of omstreeks de periode van 24 juli 2022 tot en met 25 juli 2022 te Driel, gemeente Overbetuwe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde partij] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen meermalen met een mes in en/of in de richting van de borst en/of arm, in elk geval in het (boven)lichaam van die [benadeelde partij] heeft gestoken en/of geprikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde feit, poging tot moord.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft bepleit dat geen sprake is van opzet op de dood. Dat verdachte meerdere steekverwondingen heeft opgelopen, kan ook komen door de worsteling. Evenmin kan volgens de raadsman worden bewezen dat sprake is van voorbedachte raad. Er was geen vooropgezet plan. Verdachte heeft gehandeld uit een hevige emotie, wat een contra-indicatie daarvoor vormt.

Beoordeling door de rechtbank

Op 24 juli 2022 is verdachte met de trein en taxi van haar woonplaats [woonplaats] naar de woning van [benadeelde partij] in Driel afgereisd. Verdachte had een vleesmes meegenomen met een totale lengte van 26,5 cm en een lemmet van ongeveer 15 cm.2 Bij de woning van [benadeelde partij] heeft zij met het mes de hor van het raam doorgesneden en is zij de slaapkamer binnengedrongen. Aldaar is een confrontatie tussen beiden ontstaan, waarbij [benadeelde partij] - onder meer - twee steekverwondingen in zijn borstkast en linker bovenarm heeft opgelopen.3

Op grond van deze bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte meermalen met het mes heeft gestoken en dat [benadeelde partij] als gevolg hiervan letsel heeft opgelopen.

Opzet op de dood?

De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of verdachte daarbij opzet heeft gehad op de dood van [benadeelde partij] . De rechtbank overweegt hierover het volgende.

Diezelfde avond rond 21:00 uur (21:07, 21:09 en 21:16 uur) neemt verdachte meerdere filmpjes op waarin zij de volgende uitlatingen doet (vetgemaakte tekst door rechtbank):

-

Nooit meer gaat [benadeelde partij] iemand aan kunnen raken. NOOIT MEER. Al moet ik vastzitten, interesseert mij niet. Ik had gewild dat een ander voor mij op kwam, zoals mijn vader ofzo. Maar maakt niet uit ik doe het zelf. Ik kom op voor mezelf en voor [naam 1] . En nooit meer ga jij naar iemand aanraken. Gewoon nooit meer.”

-

Weet je ik wil, ik wil gewoon dood en dan neem ik jou gewoon met mij mee. Want jij bent net zo verrot als ik. Niemand niemand komt voor een ander op. Ik kom dadelijk naar jouw huis en ik neem jou mee, mijn afgrond in die jij zelf heb veroorzaakt.

-

“Wel wil ik even heel duidelijk zeggen dat [partner verdachte] mij het allerbeste leven heeft gegeven die je kun, kunnen hebben. Ik hou ontzettend veel van hem, en ik baal hier heel erg van. Wat hierna had kunnen komen. Maar ik moet het gewoon doen. En ik hoop ook dat hij dat begrijpt. En ik moet het gewoon doen. Niemand, neemt het voor mij op. En ik wil nu gewoon, ik wil voor [naam 1] en voor mezelf gewoon oplossen. Waarom mag hij leven? En waarom heb ik zo’n kut leven met EDMR en weet ik het allemaal. Elke nacht nachtmerries. En dat is niet eerlijk. Dus we gaan het gewoon even eerlijk maken. Maar ik hou heel veel van [partner verdachte] , ik vind het heel jammer als ik er aan denk, welk leven ik misloop, maar dit moet gewoon. Het spijt mij heel erg.”4

Op 25 juli 2022 om 00:31 uur belt de vrouw van [benadeelde partij] het noodnummer 112. Uit de melding blijkt dat verdachte via het raam binnen is gekomen en iets heeft gezegd met de strekking: ‘doodslaan’, ‘doodsteken’, ‘ik heb een mes’ en ‘ik steek je dood’.5

Gelet op de kennelijke gemoedstoestand van verdachte, de locaties en de aard van de letsels van [benadeelde partij] , en op de gevaarzetting die van het steken met een mes op die plaatsen uitgaat (te weten in de nabijheid van vitale lichaamsdelen- en structuren in het bovenlichaam), was er een aanmerkelijke kans (die zich gelukkigerwijs niet heeft verwezenlijkt) dat het steken met het mes dodelijk zou aflopen.6 Verder is in dit verband nog van nog van belang:

-

de omstandigheid dat verdachte enkele uren voorafgaand aan het incident uitlatingen doet die niet anders kunnen worden opgevat dan als een aankondiging dat zij [benadeelde partij] wilde doden;

-

dat verdachte met een groot vleesmes naar de woning van [benadeelde partij] is afgereisd;

-

het gegeven dat zij [benadeelde partij] bij de woning vrijwel direct aanviel met het mes;

-

verdachte hem daarbij meermalen heeft gestoken in de nabijheid van vitale lichaamsdelen- en structuren in het bovenlichaam;

-

verdachte ook vlak voor en tijdens het incident uitlatingen heeft gedaan die uiting geven aan het voornemen om [benadeelde partij] te doden.

Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte vol opzet had op de dood van [benadeelde partij] .

Voorbedachte raad?

Vervolgens dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of er sprake is van voorbedachte raad. De rechtbank overweegt hierover het volgende. Verdachte heeft enkele uren voor het incident (rond 21:00 uur) uitlatingen gedaan over het doden van [benadeelde partij] . Tussen dit moment en het moment dat zij [benadeelde partij] heeft gestoken zit ruim drie uur. Zij had daarmee meer dan voldoende tijd en gelegenheid om over haar voorgenomen daad rustig na te denken. Dat zij dit ook heeft gedaan, blijkt uit haar uitlatingen voorafgaand aan het steken (in de video-opnamen) en de uitlatingen die zij doet nadat zij door het raam is binnengekomen en de handelingen die zij vervolgens heeft verricht. Die handelingen zijn naar hun uiterlijke verschijningsvorm uitsluitend te duiden als gericht op het uitvoeren van een voornemen om aangever te doden. Uit niets blijkt dat sprake was van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Integendeel: verdachte is berekenend en gepland te werk gegaan.

Ook bij de beantwoording van deze vraag weegt mee dat verdachte haar voornemen om [benadeelde partij] te doden heeft geuit door middel van de hiervoor weergegeven, in video-opnamen vastgelegde, uitlatingen. Verder blijkt de berekenende, geplande handelwijze van verdachte uit het navolgende. Zij heeft in haar eigen woning welbewust uit een keukenla een relatief groot mes gepakt. Daarna heeft zij, met als bestemming de woning van de aangever, met het openbaar vervoer gereisd, aansluitend een taxi genomen en de kosten daarvan via een betaalverzoek door haar echtgenoot laten voldoen.7 Zij heeft de taxichauffeur gevraagd haar te vergeten nadat hij bij haar het mes had gezien.8 Zij heeft aangebeld bij de woning van aangever en is, nadat de aanwezigheid van aangever kenbaar was geworden, de slaapkamer van hem en zijn vrouw binnengedrongen.

Met andere woorden: in de tijd tussen het moment dat verdachte haar eigen woning verliet met het mes, en het moment dat ze bij de woning van [benadeelde partij] aankwam, heeft verdachte herhaaldelijk, met het oog op de uitvoering van haar voornemen adequaat, rustig en weloverwogen handelen laten zien. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank, dat verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld. Dat verdachte bij dit alles mede onder invloed van alcohol handelde, maakt die vaststelling niet anders.

De conclusie van het voorgaande, in onderling samenhang en verband bezien, is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot moord op [benadeelde partij] .

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:

zij in of omstreeks de periode van 24 juli 2022 tot en met op 25 juli 2022 te Driel, gemeente Overbetuwe, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde partij]

opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, van het leven te beroven,

met dat opzet meermalen met een mes in en/of in de richting van de borst en/of arm, in elk geval

in het (boven)lichaam van die [benadeelde partij] heeft gestoken en/of geprikt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

poging tot moord.

5 De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6 De strafbaarheid van de verdachte

7 De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

8 De beoordeling van de civiele vordering

9 De toegepaste wettelijke bepalingen

10 De beslissing