Home

Rechtbank Gelderland, 21-02-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:1449, AWB 23/1542 ev

Rechtbank Gelderland, 21-02-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:1449, AWB 23/1542 ev

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
21 februari 2025
Datum publicatie
15 april 2025
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2025:1449
Zaaknummer
AWB 23/1542 ev
Relevante informatie
Art. 4.13 Wet IB 2001, Art. 4.14 Wet IB 2001, Art. 9.6 Wet IB 2001, Art. 16 AWR, Art. 47 AWR, Art. 67e AWR

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting, inkeerregeling. Belanghebbende had in de jaren 2004 tot en met 2013 bankrekeningen bij een bank in Jersey. Deze zijn slechts gedeeltelijk aangegeven. De rechtbank behandelt diverse geschilpunten. In geschil is onder meer of de door belanghebbende verstrekte informatie als bewijs voor de boete moet worden uitgesloten. De rechtbank gaat in op het De Legé arrest van het EHRM, maar komt tot het oordeel dat de informatie vrijwillig is verstrekt en bewijsuitsluiting niet aan de orde is. Ten aanzien van de boeten komt de rechtbank tot het oordeel dat voor de jaren 2004 tot en met 2007 (voorwaardelijke) opzet niet is bewezen, maar grove schuld wel. Voor het jaar 2008 acht de rechtbank opzet wel bewezen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummers: ARN 23/1542, 23/1547, 23/1549, 23/1550, 23/1762, 23/1771, 23/1774, 23/1775, 23/1776, 23/1778, 23/1779, 23/1780, 23/1781 en 23/1788

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van

in de zaken tussen

[belanghebbende], uit [plaats 1], belanghebbende

(gemachtigde: [gemachtigde]),

en

de inspecteur van de belastingdienst, kantoor Heerlen/Centrale Administratie, de inspecteur,

en

de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid), te Den Haag, de Staat.

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 24 oktober 2022 en 10 november 2022.

De inspecteur heeft aan belanghebbende de volgende navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV), beschikkingen heffings- of/en belastingrente en boetebeschikkingen opgelegd:

Zaaknr.

Jaar

Dagtekening

Belastbaar inkomen werk en woning

Belastbaar inkomen sparen en beleggen

Rente

Boete

23/1762

2004

28-11-2017

€ 142.662

€ 21.156

€ 34.421

-

23/1542

2005

20-12-2017

€ 123.403

€ 11.272

€ 25.376

€ 34.740

23/1547

2006

20-12-2018

€ 175.733

€ 12.891

€ 38.959

€ 33.866

23/1549

2007

20-12-2018

€ 180.501

€ 15.910

€ 36.362

€ 35.024

23/1550

2008

20-12-2018

€ 156.497

€ 18.675

€ 20.580

€ 23.556

23/1774

2009

29-3-2021

€ 34.057

€ 25.861

€ 1.754

€ 2.651

23/1775

2010

29-3-2021

€ 37.587

€ 26.909

€ 1.700

€ 2.842

23/1776

2011

29-3-2021

€ 19.178

€ 18.273

€ 1.505

€ 2.638

23/1778

2012

29-3-2021

€ 30.093

€ 15.555

€ 1.278

€ 2.663

23/1779

2013

7-4-2021

€ 51.303

€ 16.500

€ 1.220

-

23/1780

2014

7-4-2021

€ 56.219

€ 16.738

€ 1.044

-

23/1781

2015

7-4-2021

€ 21.293

€ 20.146

€ 877

-

De inspecteur heeft ook navorderingsaanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) voor de jaren 2006 en 2007 opgelegd en bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht, naar de volgende bedragen:

Zaaknr.

Jaar

Dagtekening

Bijdrage-inkomen

Rente

23/1788

2006

20-12-2018

€ 30.015

607

23/1771

2007

20-12-2018

€ 30.623

€ 559

De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende tegen de navorderingsaanslagen IB/PVV voor de jaren 2009 tot en met 2012 niet-ontvankelijk verklaard en de bezwaren voor de jaren 2004 en 2013 tot en met 2015 ongegrond verklaard.

De bezwaren voor de jaren 2005 tot en met 2008 heeft de inspecteur gegrond verklaard. Hij heeft daarbij de belastbare inkomens uit sparen en beleggen verminderd, de heffingsrente dienovereenkomstig verminderd en ook de boeten verminderd. Het betreft de volgende bedragen:

Zaaknr.

Jaar

Belastbaar inkomen werk en woning

Belastbaar inkomen sparen en beleggen

Rente

Boete

23/1542

2005

€ 123.403

€ 2.978

€ 24.476

€ 33.224

23/1547

2006

€ 175.733

€ 6.136

€ 38.519

€ 33.189

23/1549

2007

€ 180.501

€ 10.105

€ 35.934

€ 34.327

23/1550

2008

€ 156.497

€ 13.821

€ 20.240

€ 22.682

De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.

De rechtbank heeft het beroep op 3 december 2024 op zitting behandeld.

Namens belanghebbende is verschenen [persoon A]. Namens de inspecteur zijn verschenen [persoon B], [persoon C] en [persoon D].

Feiten

“(…)Verklaring vrijwillige verbetering

Tot slot

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep