Home

Rechtbank Gelderland, 30-05-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:4550, ARN 21/1421, 21/1423, 21/1424 en 21/1425

Rechtbank Gelderland, 30-05-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:4550, ARN 21/1421, 21/1423, 21/1424 en 21/1425

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
30 mei 2025
Datum publicatie
16 juni 2025
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2025:4550
Zaaknummer
ARN 21/1421, 21/1423, 21/1424 en 21/1425
Relevante informatie
Art. 11, lid 1, onderdeel i Wet OB 1968

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. In geschil is of het pensioenfonds is aan te merken als een gemeenschappelijk beleggingsfonds, in het bijzonder of de deelnemers aan het pensioenfonds beleggingsrisico dragen. Het betreft de einduitspraak naar aanleiding van prejudiciële vragen door de rechtbank (ECLI:NL:RBGEL:2022:5657) en de beantwoording daarvan door het Hof van Justitie (ECLI:EU:C:2024:688). De rechtbank komt tot het oordeel dat het pensioenfonds niet als gemeenschappelijk beleggingsfonds kan worden aangemerkt. Niet aannemelijk is gemaakt dat het bedrag van de pensioenrechten en -uitkeringen in de eerste plaats afhankelijk is van de resultaten van de beleggingen. De deelnemers van belanghebbende lopen daarom geen beleggingsrisico. Ook is niet aannemelijk gemaakt dat het pensioenfonds vergelijkbaar is met andere pensioenfondsen die wel als gemeenschappelijk beleggingsfonds zijn aangemerkt. Beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummer: ARN 21/1421, 21/1423, 21/1424 en 21/1425

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van

in de zaken tussen

[belanghebbende], in [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: [naam gemachtigde]),

en

de inspecteur van de belastingdienst, kantoor Utrecht, de inspecteur.

Inleiding

Feiten

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep