Rechtbank Gelderland, 15-08-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:6880, AWB - 23_6155
Rechtbank Gelderland, 15-08-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:6880, AWB - 23_6155
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 15 augustus 2025
- Datum publicatie
- 19 september 2025
- Zaaknummer
- AWB - 23_6155
- Relevante informatie
- Art. 11 lid 1 onderdeel b Wet OB 1968, Art. 15 lid 4 Wet OB 1968, Art. 67c AWR
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Inspecteur staat in de beroepsfase alsnog aftrek van voorbelasting toe ter zake van de omzetbelasting die is begrepen in de bouwkosten van een nieuwbouwcomplex. Beroep gegrond. Geen aftrek van voorbelasting voor een ander gedeelte van het complex, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat sprake is van belast gebruik van dat gedeelte. Verzuimboete gematigd wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 23/6155
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van
in de zaak tussen
[belanghebbende 1] B.V., [belanghebbende 2] B.V. c .s., uit [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de belastingdienst, kantoor Enschede, de inspecteur
en
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid), te Den Haag, de Staat.
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 21 juli 2023.
De inspecteur heeft met dagtekening 28 juli 2022 aan belanghebbende voor het tijdvak 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 een naheffingsaanslag omzetbelasting (aanslagnummer [aanslagnummer] ) van € 224.033 opgelegd.
Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur aan belanghebbende € 14.462 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking) en aan belanghebbende een verzuimboete van € 5.514 opgelegd.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de naheffingsaanslag met € 5.490 verminderd tot € 218.543, de belastingrentebeschikking dienovereenkomstig verminderd tot € 14.108 en aan belanghebbende een proceskostenvergoeding van € 592 toegekend.
Belanghebbende heeft bij brief van 1 september 2023, ontvangen door de rechtbank op 4 september 2023 en dus tijdig, beroep ingesteld.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. Belanghebbende heeft een nader stuk ingediend.
De Staat ziet af van het voeren van verweer.
De rechtbank heeft het beroep op 7 april 2025 op zitting behandeld. Namens belanghebbende heeft de gemachtigde hieraan deelgenomen. Namens de inspecteur hebben deelgenomen [persoon A] , [persoon B] en [persoon C] .