Rechtbank Haarlem, 27-02-2008, BC7043, 371182 VV EXPL 08-15
Rechtbank Haarlem, 27-02-2008, BC7043, 371182 VV EXPL 08-15
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Haarlem
- Datum uitspraak
- 27 februari 2008
- Datum publicatie
- 18 maart 2008
- ECLI
- ECLI:NL:RBHAA:2008:BC7043
- Zaaknummer
- 371182 VV EXPL 08-15
Inhoudsindicatie
Concurrentiebeding. Kantonrechter is van oordeel dat het beding opnieuw schriftelijk had moeten worden aangegaan op het moment dat het assortiment door overname van een ander bedrijf werd uitgebreid. Oorspronkelijke beding blijft wel zijn gelding behouden, maar is niet van toepassing op de uitbreiding van het assortiment. Werknemer wordt gehouden aan het oorspronkelijke concurrentiebeding en wordt verboden bij een concurrent in dienst te treden.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 371182 / VV EXPL 08-15
datum uitspraak: 27 februari 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
inzake
de besloten vennootschap
KONE DEURSYSTEMEN B.V.
te Veenendaal
eisende partij in conventie
verwerende partij in reconventie
hierna te noemen KONE
gemachtigde: mr. G. Bloem
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde: mr. S. Le Noble
In conventie en in reconventie
De procedure
KONE heeft [gedaagde] op 29 januari 2008 gedagvaard. [gedaagde] heeft een conclusie van antwoord ingediend, tevens houdende conclusie van eis in reconventie. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 februari 2008, waarbij de gemachtigde van KONE zich heeft bediend van een pleitnotitie. De griffier heeft aantekening gehouden van hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht. Partijen hebben nog stukken in het geding gebracht.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. [gedaagde] is per 1 september 1990 in dienst getreden van Eldebe B.V. in de functie van servicemonteur.
b. Na beëindiging van die dienstbetrekking en nadat [gedaagde] een periode elders werkzaam was geweest, is hij op 8 mei 2001 per 1 juni 2001 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan met Eldebe Waldoor Group B.V./Waldoor International Holding B.V. in de functie van rayonmanager. In deze arbeidsovereenkomst zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
‘ Artikel 15 Concurrentiebeding
Het is werknemer verboden binnen een tijdvak van één jaar na beëindiging van deze arbeidsovereenkomst in enigerlei vorm een bedrijf, gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van de werkgever in Nederland te vestigen (…) of in een dergelijk bedrijf op enigerlei wijze werkzaam te zijn, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet of daarin een aandeel van welke aard ook te hebben. Bij overtreding van dit verbod, verbeurt de werknemer ten behoeve van de werkgever een dadelijk opvorderbare boete van f 250,-- per dag voor elke dag, dat werknemer in overtreding is, onverminderd zijn gehoudenheid tot betaling aan werkgever van een volledige schadevergoeding te dezer zake.
Artikel 16 – Geheimhouding
a. Werknemer erkent, dat hem door werkgever geheimhouding is opgelegd ten aanzien van alle bijzonderheden betreffende of verbandhoudende met het bedrijf van werkgever.
b. Het is werknemer verboden, hetzij gedurende de dienstbetrekking, hetzij na beëindiging hiervan op enigerlei wijze aan derden direct of indirect, in welke vorm ook, enige mededeling te doen van of aangaande enige bijzonderheden betreffende of verbandhoudende met het bedrijf van werkgever (…).’
c. Eldebe Waldoor Group B.V. hield zich bezig met de verkoop van personen- en voetgangersdeuren alsmede met de service daaraan.
d. Op 23 april 2002 hebben [gedaagde] en Eldebe Waldoor Group B.V. een ‘Aanpassing Arbeidsovereenkomst D.D. 08-05-2001’ getekend. In de overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
‘Uw arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001 wordt omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd, met een opzegtermijn van 2 maanden, in de functie van rayonmanager.
Voor het overige blijft de arbeidsovereenkomst d.d. 08-05-2001 ongewijzigd van kracht.’
e. Per november 2002 is Eldebe Waldoor Group B.V. overgenomen door KONE, waardoor Konematic Waldoor B.V. is ontstaan, een dochter van KONE Liften. Konematic hield zich bezig met service aan en levering van industriële en voetgangersdeuren.
f. Butzbach Nederland hield zich bezig met de levering van industriële deuren. Per september 2004 heeft Konematic Waldoor B.V. Butzbach Nederland overgenomen.
g. Medio 2006 wordt de naam KONE Deursystemen ingevoerd. KONE is adviseur voor en leverancier van automatische deuren, personendeuren, schuifdeuren en industriële deuren van onder andere de merken Waldoor en Butzbach.
h. [gedaagde] werkt laatstelijk voor KONE in de functie van Commercieel Technisch Adviseur. Het bruto maandsalaris van [gedaagde] bedroeg in december 2007 €3.189,38 bruto per maand exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
i. [gedaagde] heeft zijn arbeidsovereenkomst in januari 2008 per 1 maart 2008 opgezegd.
j. [gedaagde] is voornemens per 1 maart 2008 op basis van een arbeidsovereenkomst in de functie van Projectbegeleider werkzaamheden te gaan verrichten voor de Divisie Aluminium & Overkappingen, Toegangstechniek en Beveiliging van Voskamp Groep (hierna Voskamp) te Amsterdam.
k. Op de website van Voskamp is onder meer te lezen dat Voskamp draai- en schuifdeuren aanbiedt, alsmede automatische toegangsdeuren voor winkels.
In conventie
De vordering
KONE vordert bij wijze van voorlopige voorziening dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde] zal gelasten binnen twee dagen na dagtekening van het vonnis het non-concurrentiebeding ex artikel 15 van de arbeidsovereenkomsten na te komen en hem zal verbieden gedurende één jaar na het einde van het dienstverband met KONE bij Voskamp en hieraan gelieerde ondernemingen in de functie van commercieel technisch adviseur en/of productmanager dan wel soortgelijke (commerciële) functies in dienst te treden en/of te gelasten met onmiddellijke ingang zijn werkzaamheden voor Voskamp en hieraan gelieerde ondernemingen, al dan niet in loondienst, te staken en gestaakt te houden tot 1 maart 2009, zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag voor iedere dag dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft na betekening van dit vonnis;
2. [gedaagde] zal gelasten binnen twee dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis alle bedrijfseigendommen van KONE waaronder de software en relatiegegevens – al dan niet digitaal opgeslagen – aan haar af te geven, zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag voor iedere dag dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft na betekening van dit vonnis;
3. [gedaagde] zal gelasten binnen twee dagen na dagtekening van dit vonnis, behoudens voor zover wettelijke of anderszins vereist, op geen enkele wijze gegevens, databestanden, techniek, software en alle informatie die betrekking heeft op een vertrouwelijk of geheim aspect van KONE en de daaraan verbonden ondernemingen, direct of indirect te publiceren of openbaar te maken of aan derden ter beschikking te stellen of toegankelijk te maken, dan wel, ongeacht of deze informatie vertrouwelijk dan wel geheim is, enige lijst of bestanden van of andere informatie waarvan [gedaagde] uit hoofde van zijn functie kennis heeft genomen met betrekking tot klanten, afnemers, leveranciers of personen, instanties, ondernemingen of andere relaties die met KONE of de daaraan verbonden ondernemingen zaken doen of hebben gedaan, direct of indirect te gebruiken, publiceren of openbaar maken of aan derden ter beschikking te stellen of toegankelijk te maken, zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag voor iedere dag dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft na betekening van dit vonnis;
4. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van de procedure.
Ter zitting heeft KONE haar vordering onder 2. ingetrokken.
KONE heeft het volgende aan haar verminderde vordering ten grondslag gelegd:
Voskamp is een directe concurrent van KONE. Haar bedrijfsactiviteiten zijn identiek met die van KONE. [gedaagde] handelt daarom in strijd met het concurrentiebeding dat is opgenomen in de arbeidsovereenkomst door thans bij Voskamp in dienst te treden. De nieuwe functie van [gedaagde] wordt namelijk die van projectmanager, althans een functie binnen Voskamp met commerciële activiteiten. KONE heeft er belang bij dat [gedaagde] het geheimhoudingsbeding nakomt. [gedaagde] beschikt namelijk over relevante commerciële bedrijfsinformatie van KONE en van [gedaagde] mag worden gevraagd dat hij deze informatie niet op welke wijze dan ook verspreidt of gebruikt.
KONE ziet [gedaagde] met zijn kennis en opgedane ervaring als een bedreiging. [gedaagde] was als commercieel technisch adviseur onder andere verantwoordelijk voor het plegen van acquisities en het relatiebeheer. Hij diende ook gelegde contacten met potentiële opdrachtgevers c.q. klanten uit te bouwen. [gedaagde] kent alle producten, klanten en de inkoop- en verkoopprijzen van KONE.
Het verweer
[gedaagde] heeft het volgende tegen de vordering aangevoerd:
Het concurrentiebeding en het geheimhoudingsbeding zijn niet uitdrukkelijk op nieuw overeengekomen bij de omzetting naar het contract voor onbepaalde tijd.
Voorts geldt dat het concurrentiebeding in de loop der tijd zwaarder is gaan drukken. [gedaagde] heeft het beding getekend in de tijd dat zijn werkgever slechts (automatische) deuren voor personenverkeer verkocht. Daarna is zijn oorspronkelijke werkgever eind 2002 door de moedermaatschappij van KONE overgenomen. Deze onderneming handelt in en onderhoudt liften, deursystemen en gevelonderhoudsinstallaties. Door de integratie van Eldebe Waldoor B.V. in de onderneming van KONE is het concurrentiebeding zwaarder gaan drukken. De huidge onderneming van KONE is qua omzet, assortiment en activiteiten veel omvangrijker dan Eldebe Waldoor B.V.. Het concurrentiebeding had daarom eind 2002 opnieuw schriftelijk moeten worden overeengekomen.
KONE heeft geen te beschermen belang bij het handhaven van het concurrentiebeding. Voskamp is immers geen concurrent van KONE. [gedaagde] heeft er daarentegen een groot belang bij naar Voskamp te kunnen overstappen. Voskamp biedt hem namelijk een hoger salaris in een functie met meer doorgroeimogelijkheden. [gedaagde] wordt daarmee onbillijk door het beding benadeeld.
De door [gedaagde] geambieerde functie is die van Projectleider. Dat is een binnendienstfunctie, waarin [gedaagde] de mogelijkheid krijgt om al binnengehaalde projecten (technisch) te begeleiden en daarvoor de werkvoorbereiding te doen. (Potentiële) klanten van Voskamp worden niet benaderd en bediend door [gedaagde]. [gedaagde] gaat dus geen commerciële functie vervullen bij Voskamp. Deze stap vormt derhalve een ingrijpende breuk met het carrièrepad dat [gedaagde] tot nu toe heeft gevolgd. [gedaagde] heeft veel affiniteit met techniek en is na jarenlang in de buitendienst te hebben gewerkt, toe aan een nieuwe stap.
In reconventie
De vordering
[gedaagde] heeft primair gevorderd dat de kantonrechter de werking van het concurrentiebeding en boetebeding waarop KONE zich beroept met onmiddellijke ingang zal schorsen en subsidiair, voor zover het concurrentiebeding in stand wordt gelaten, om KONE te veroordelen aan [gedaagde] een redelijke vergoeding te betalen gedurende de beperking van het concurrentiebeding ter hoogte van het salaris dat [gedaagde] bij Voskamp gaat verdienen (in elk geval € 3.800,00 bruto exclusief vakantietoeslag), dan wel een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen bedrag, alles met veroordeling van KONE in de kosten van de procedure.
[gedaagde] heeft zijn verweer in conventie aan zijn vordering ten grondslag gelegd. De kantonrechter verwijst daar kortheidshalve naar.
Het verweer
KONE heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil zal worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
In conventie en reconventie
1. De vorderingen in conventie en reconventie lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.
Omzetting van de arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd in onbepaalde tijd
2. [gedaagde] heeft zich tegen de vorderingen in conventie primair verweerd met de stelling dat tussen partijen geen concurrentiebeding meer geldt doordat zijn arbeidsovereenkomst is omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de door hem zogenoemde ‘brief’ van 23 april 2002 zonder dat het concurrentiebeding opnieuw schriftelijk is overeengekomen.
3. De kantonrechter volgt [gedaagde] hierin niet. In het document van 23 april 2002 is vermeld dat de bepalingen in de overeenkomst van 8 mei 2001 ongewijzigd van kracht blijven. [gedaagde] heeft dit document voor akkoord getekend, zodat er sprake is van een overeenkomst en het document niet slechts als een brief kan worden aangemerkt. Daarmee staat naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter voldoende vast dat het concurrentiebeding per 23 april 2002 opnieuw schriftelijk is overeengekomen. Het was daarom niet vereist dat KONE het concurrentiebeding nog eens letterlijk in de nieuwe overeenkomst overnam of daarnaar verwees, aangezien in de overeenkomst is vermeld dat de bepalingen uit de oorspronkelijke overeenkomst ongewijzigd van kracht bleven.
Is het concurrentiebeding zwaarder gaan drukken door uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten?
4. [gedaagde] heeft voorts het verweer gevoerd dat hij niet langer aan het concurrentiebeding is gebonden, aangezien het concurrentiebeding niet opnieuw is overeengekomen nadat het beding zwaarder op hem was gaan drukken door de uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten van zijn werkgever in november 2002.
5. De kantonrechter is van oordeel dat een concurrentiebeding inderdaad aanmerkelijk zwaarder kan gaan drukken indien de activiteiten van een werkgever zich uitbreiden, zodat het beding niet geldt voor de nieuwe activiteiten, waarmee de werknemer bij de totstandkoming van het beding geen rekening hoefde te houden. Deze omstandigheden kunnen onder meer bestaan uit een dusdanige wijziging van het productassortiment dan wel van de bedrijfsactiviteiten dat het oorspronkelijk overeengekomen concurrentie-beding daadwerkelijk een zwaardere belemmering voor de werknemer is gaan vormen om een ander dienstverband aan te gaan.
6. Tussen partijen staat vast dat toen het concurrentiebeding laatstelijk met [gedaagde] is overeengekomen – naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter op 23 april 2002 – zijn werkgever zich zuiver bezighield met de verkoop van (automatische) personendeuren en voetgangersdeuren en met de service met betrekking tot deze producten. Voorts staat vast dat KONE – ontstaan na twee overnames dan wel fusies – ook leverancier is geworden van onder meer industriële deuren. Naar het oordeel van de kantonrechter is het concurrentiebeding daarmee aanmerkelijk zwaarder op [gedaagde] gaan drukken, voor zover het gaat om de soorten toegangsdeuren waarmee het assortiment is uitgebreid, namelijk met industriële deuren. Door de uitbreiding van het assortiment wordt het aantal bedrijven waarvoor het concurrentiebeding gelding zou hebben vergroot, waardoor de mogelijkheden van [gedaagde] om elders een betrekking te aanvaarden dus worden beperkt.
7. Het concurrentiebeding zou daarom naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter alleen met betrekking tot die nieuwe producten opnieuw moeten zijn overeengekomen om ter zake gelding te hebben. Het concurrentiebeding heeft daarom haar gelding behouden voor wat betreft de productsoorten waarin Waldoor al handelde op 23 april 2002, te weten: de verkoop van personen- en voetgangersdeuren en de service daaraan. Het concurrentiebeding heeft dus geen betrekking op industriële toegangsdeuren.
Schending van het concurrentiebeding?
8. [gedaagde] heeft betoogd dat hij het concurrentiebeding niet schendt door bij Voskamp in dienst te treden. Hij heeft daartoe aangevoerd dat Voskamp geen concurrent is van KONE. De kantonrechter is van oordeel dat uit de informatie op de website van Voskamp voldoende aannemelijk blijkt dat de Divisie Aluminium & Overkappingen, Toegangstechniek en Beveiliging van Voskamp bedrijfsactiviteiten ontplooit die verwant zijn aan de bedrijfsactiviteiten van KONE en ter zake waarvan hij het concurrentiebeding voorshands geldig acht. De kantonrechter doelt daarbij op de bedrijfsactiviteiten met betrekking tot (automatische) personen- en voetgangersdeuren. Voor de kantonrechter is daarmee voldoende aannemelijk geworden dat [gedaagde] in strijd met het concurrentie-beding zou handelen door werkzaamheden voor Voskamp te gaan verrichten die betrekking hebben op de verkoop van personen- en voetgangersdeuren en de service daaraan.
9. [gedaagde] heeft in reconventie gevorderd om de werking van het concurrentiebeding en boetebeding waarop KONE zich beroept te schorsen. Voor de kantonrechter is evenwel niet voldoende aannemelijk geworden dat een belangenafweging op grond van artikel 7:653 lid 2 BW in een bodemprocedure ten gunste van [gedaagde] zal uitvallen, gelet op de omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst op initiatief van [gedaagde] is geëindigd, er sprake is van een lang dienstverband waarbij (de rechtsvoorgangers van) KONE in de opleiding en deskundigheid van [gedaagde] hebben/heeft geïnvesteerd en [gedaagde] bij KONE onder andere verantwoordelijk was voor het plegen van acquisities en relatiebeheer. Daarbij komt dat [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken dat hij beschikt over de kennis van alle producten, klanten en de inkoop- en verkoopprijzen van KONE.
Voorts is niet aannemelijk geworden dat [gedaagde] in zijn functie als projectleider bij Voskamp niet in contact zal komen met leveranciers en klanten, nu in de advertentie van Voskamp, waarop [gedaagde] heeft gesolliciteerd, onder meer het volgende is opgenomen: “U heeft regelmatig contact met leveranciers en klanten. U bent de spin in het web en zorgt dat alle projecten goed verlopen en heeft hierover contacten met onze buitendienst.”
10. Op grond van het vorenstaande zal de vordering van [gedaagde] tot schorsing van het concurrentiebeding worden afgewezen.
11. Gezien het voorgaande ligt de vordering in conventie om [gedaagde] te gelasten het concurrentiebeding na te komen voor toewijzing gereed, met dien verstande dat slechts die werkzaamheden zijn verboden die betrekking hebben op de verkoop van personen- en voetgangersdeuren en de serviceverlening daaraan. De kantonrechter zal aan de te verbeuren dwangsommen een maximum verbinden.
12. KONE heeft voorts gevorderd dat [gedaagde] zal worden gelast een – zeer uitgebreid geformuleerde – geheimhoudingsplicht niet te schenden, zulks op straffe van een dwangsom. [gedaagde] heeft in de visie van de kantonrechter terecht aangevoerd dat er geen reden is zijn geheimhoudingsplicht uit te breiden ten opzichte van zijn contractuele verplichting. [gedaagde] heeft niet betwist dat KONE recht heeft op naleving van het geheimhoudingsbeding. Nu kantonrechter voorts van oordeel is dat voldoende aannemelijk is geworden dat KONE een belang heeft bij deze vordering, zal hij naleving van de contractuele verplichting gelasten. De kantonrechter zal aan de te verbeuren dwangsommen een maximum verbinden.
13. [gedaagde] heeft in reconventie nog subsidiair gevorderd dat de kantonrechter KONE zal veroordelen om aan [gedaagde] een redelijke vergoeding te betalen gedurende de beperking van het concurrentiebeding. De kantonrechter ziet daarvoor evenwel geen aanleiding nu het dienstverband op eigen initiatief van [gedaagde] is geëindigd en onvoldoende is gesteld of gebleken dat [gedaagde] door het concurrentiebeding in belangrijke mate wordt belemmerd om anders dan in dienst van KONE werkzaam te zijn. Ook deze subsidiaire reconventionele vordering zal derhalve worden afgewezen.
De proceskosten
14. Partijen worden in conventie over en weer in het ongelijk gesteld. Daarom zullen in conventie de proceskosten worden gecompenseerd.
15. In reconventie komen de proceskosten voor rekening van [gedaagde], omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. De kantonrechter zal, gezien de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie, de proceskosten in reconventie aan de zijde van KONE op nihil begroten.
Beslissing
De kantonrechter:
In conventie
1. Gelast [gedaagde] bij wijze van voorlopige voorziening om binnen twee dagen na dagtekening van dit vonnis het non-concurrentiebeding zoals dit bij de overeenkomsten van 8 mei 2001 en 23 april 2002 is overeengekomen, na te komen en verbiedt hem gedurende één jaar na het einde van het dienstverband met KONE bij Voskamp en hieraan gelieerde ondernemingen in de functie van commercieel technisch adviseur en/of productmanager dan wel soortgelijke (commerciële) functies in dienst te treden met in achtneming wat daarover hiervoor onder 7. en 11. is overwogen, zulks onder verbeurte van een dwangsom van €2.500,00 per dag voor iedere dag dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft.
2. Gelast [gedaagde] bij wijze van voorlopige voorziening om vanaf twee dagen na dagtekening van dit vonnis op geen enkele wijze aan derden direct of indirect, in welke vorm ook, enige mededeling te doen van of aangaande enige bijzonderheden betreffende of verbandhoudende met het bedrijf van KONE, zulks op straffe van een dwangsom van €2.500,00 voor iedere dag dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft.
3. Bepaalt dat [gedaagde] aan de onder de 1. en 2. van de beslissing genoemde dwangsommen gezamenlijk in totaal niet meer dan €100.000,00 zal verbeuren.
4. Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
6. Wijst af het meer of anders gevorderde.
In reconventie
1. Weigert de gevraagde voorlopige voorzieningen.
2. Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van KONE begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.