Home

Rechtbank Haarlem, 09-02-2012, ECLI:NL:RBHAA:2012:293 BV3628, 498210/CV EXPL 11-1782

Rechtbank Haarlem, 09-02-2012, ECLI:NL:RBHAA:2012:293 BV3628, 498210/CV EXPL 11-1782

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
9 februari 2012
Datum publicatie
10 februari 2012
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3628
Zaaknummer
498210/CV EXPL 11-1782

Inhoudsindicatie

De wens van Athlon om na een (niet wegens bedrijfseconomische redenen) fusie de arbeidsvoorwaarden te harmoniseren, is onvoldoende zwaarwegend. Dat er verschillen zijn tussen de arbeidsvoorwaarden omdat werknemers van verschillende ondernemingen afkomstig zijn, dwingt niet tot harmonisatie, maar is een logisch gevolg van de fusie.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector kanton

Locatie Haarlem

zaak/rolnr.:498210 / CV EXPL 11-1782

datum uitspraak: 9 februari 2012

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER

inzake

de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

FNV BONDGENOTEN

te Utrecht

eiseres

hierna te noemen FNV

gemachtigde: mr. R.A. Severijn

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ATHLON CAR LEASE NEDERLAND B.V.

te Schiphol-Rijk

gedaagde

hierna te noemen Athlon

gemachtigde mr. Y .M.Th. L. Verheggen

De verdere procedure

De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 10 november 2011 en de daarin genoemde stukken. Bij dat vonnis heeft de kantonrechter een comparitie van partijen na dupliek gelast, die heeft plaatsgevonden op 12 december 2011. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.

Vonnis is bepaald op vandaag.

De verdere beoordeling

1. Athlon heeft bij conclusie van dupliek aangevoerd dat er sprake is van een wijziging van de grondslag van de vorderingen van FNV, omdat FNV zich bij conclusie van repliek niet (langer) verzet tegen de invoering van de nieuwe Autolease Mobiliteitsregeling De Lage Landen. Omdat de invoering daarvan impliceert dat de leaseauto van een aantal medewerkers van Athlon op termijn wordt afgenomen, impliceert het akkoord gaan met de nieuwe regeling dat het afnemen van de leaseauto wordt aanvaard. Van een eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden is dan ook geen sprake meer, aldus Athlon.

2. De kantonrechter volgt Athlon niet in dit betoog, reeds omdat uit de stellingen van FNV genoegzaam volgt dat zij zich niet verzet tegen de invoering van de nieuwe regeling als zodanig, maar tegen de het tengevolge daarvan afnemen van de leaseauto van de groep werknemers aan wie het gebruik van een leaseauto als arbeidsvoorwaarde is toegekend.

3. Kort samengevat verschillen partijen van mening over het antwoord op de vraag of Athlon ten aanzien van een aantal werknemers dat op grond van een bepaling in de arbeidsovereenkomst het gebruik van een auto heeft, onrechtmatig heeft gehandeld door de leaseautoregeling van de Lage Landen toe te passen, waardoor deze werknemers op termijn hun auto kwijtraken. FNV stelt van wel, Athlon van niet.

4. Uitgangspunt bij de beoordeling is dat wijziging van een arbeidsovereenkomst door de werkgever, zonder instemming van de werknemer, in het algemeen niet mogelijk is; pacta sunt servanda. Dit kan anders zijn als –kort gezegd- de arbeidsovereenkomst een schriftelijk beding bevat dat een zodanige wijziging toestaat, de werknemer zijn instemming met de door de werkgever beoogde wijziging uit hoofde van goed werknemerschap niet kan onthouden, of het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de betrokken werknemers de werkgever aan de ongewijzigde regeling houdt.

5. Athlon is met een aantal werknemers een wijzigingsbeding ex artikel 7: 613 BW overeengekomen en met een aantal niet. Bij de comparitie van partijen heeft Athlon aangegeven dat zij de werknemers met wie een dergelijk beding is overeengekomen, hetzelfde wil en zal behandelen als de werknemers met wie een zodanig beding niet is overeengekomen. Desondanks zal de kantonrechter onder 15 beoordelen of Athlon ten aanzien van deze werknemers bij de wijziging een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemers dat door de wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.

6. Athlon heeft zich tegenover de werknemers met wie zij geen eenzijdig wijzigingsbeding is overeengekomen erop beroepen dat deze werknemers uit hoofde van goed werknemerschap (7: 611 BW) gehouden zijn met de wijziging in te stemmen. Voorop oordeelt de kantonrechter dat artikel 7:611 BW niet alleen speelt binnen het individuele arbeidsrecht, in de werkgever-werknemerverhouding, maar dat de norm van het goed werkgever- goed werknemerschap ook kan worden toegepast binnen de collectieve verhoudingen, met name als er sprake is van een collectieve belangenbehartiging in het kader van artikel 3:305a BW, zoals in casu het geval is.

7. Bij de beantwoording van de vraag of de werknemer uit hoofde van goed werknemerschap zijn instemming met de wijziging niet kan onthouden, moet in de eerste plaats onderzocht worden of de werkgever in de gewijzigde omstandigheden als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden tot het doen van het voorstel zoals de werkgever dat heeft gedaan. In dat kader moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, waaronder de aard van de gewijzigde omstandigheden die tot het voorstel aanleiding hebben gegeven en de aard en de ingrijpendheid van het voorstel, alsmede - naast het belang van de werkgever en de door hem gedreven onderneming- de positie van de werknemer aan wie het voorstel wordt gedaan en diens belang bij het ongewijzigd blijven van de arbeidsvoorwaarden.

8. Vervolgens moet worden beoordeeld of het gedane voorstel tot wijziging van de overeenkomst in het licht van alle omstandigheden redelijk is en, als dat het geval is, of aanvaarding van het voorstel door de werknemers redelijkerwijs van hen gevergd kan worden.

9. Ten aanzien van de gewijzigde omstandigheden oordeelt de kantonrechter dat het in het voorliggende geval gaat het om een werkgever die arbeidsvoorwaarden wil harmoniseren na een fusie. Athlon is die fusie niet aangegaan wegens bedrijfseconomische moeilijkheden of uit noodzaak. De fusie heeft ertoe geleid dat 85 werknemers van De Lage Landen International fysiek zijn gaan werken op het kantoor van Athlon. Op dat moment werkten op het kantoor van Athlon 500 mensen. De werkzaamheden –ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van leaseactiviteiten- zijn voor de werknemers van Athlon nagenoeg hetzelfde gebleven. Voor de werknemers van Athlon is de enige wijziging van omstandigheden op het werk mitsdien dat zij er 85 collega’s hebben bij gekregen. Athlon heeft er voor gekozen de autoleaseregeling van de Lage Landen toe te passen op de Athlon medewerkers. De achtergrond van de voorgestelde wijziging is dat Athlon hetzelfde arbeidsvoorwaardenregime wil hanteren voor alle werknemers van die Athlonvestiging.

10. Nog daargelaten het antwoord op de vraag of er voor de werknemers van Athlon wel van een wijziging op het werk van enige betekenis sprake is (geweest), kwalificeert de kantonrechter de wens van Athlon om haar arbeidsvoorwaarden te harmoniseren na een niet door bedrijfseconomische omstandigheden ingegeven fusie, niet als gewijzigde omstandigheden die nopen tot het doen van het voorstel tot wijziging van de arbeidsovereenkomst waarbij ruim 40 Athlon werknemers op termijn hun leaseauto verliezen.

11. Daarbij is van belang dat een werkgever die fuseert zich dient te realiseren dat in de fusieonderneming werknemers op basis van verschillende arbeidsvoorwaarden werkzaam zullen zijn. Athlon heeft in dat verband een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel en aangevoerd dat werknemers in gelijke omstandigheden gelijk beloond moeten worden. Wat dat betreft oordeelt de kantonrechter dat het feit dat de ene werknemer een andere historie binnen de onderneming heeft dan de andere, als objectieve rechtvaardigingsgrond kan worden aangemerkt voor het verschil in het arbeidsvoorwaarden en overigens dat het verschil in arbeidsvoorwaarden naar zijn aard tijdelijk is en door verloop en/of pensionering uitfaseert. Ten tijde van de comparitie was het aantal werknemers dat de brief van 2009 met de aanzegging heeft gekregen al met 20% verminderd.

12. In dit verband speelt mede een rol dat de beschikbaarheid van een leaseauto van de werkgever –dit is een maatschappelijke realiteit- door de meeste werknemers als een belangrijke arbeidsvoorwaarde wordt ervaren en naar ter comparitie is gebleken in een aantal gevallen als ‘lokkertje’ is gebruikt, zodat de kantonrechter vaststelt dat de door Athlon voorgestelde wijziging er een van ingrijpende aard is, voor welke wijziging Athlon goede gronden moet hebben. De enkele door haar gestelde grond ‘noodzaak tot harmonisatie’ is onvoldoende; Athlon heeft de noodzaak overigens niet verder geconcretiseerd. Ook de omstandigheid dat de werknemers mogelijk door de algehele ‘upgrading’van het arbeidsvoorwaardenpakket op andere wijze worden gecompenseerd of misschien zelfs bevoordeeld, maakt niet dat van een goede grond voor wijziging sprake is.

13. Omdat naar het oordeel van de kantonrechter de aard van de gewijzigde omstandigheden, bezien in het licht van de ingrijpendheid van het voorstel Athlon niet noopte tot een wijziging van de arbeidsovereenkomst, behoeven de vraag of het gedane voorstel redelijk is, en de vraag of aanvaarding van het voorstel in redelijkheid van de werknemer kan worden gevergd, geen beantwoording meer.

14. Verder moet worden beoordeeld of het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de betrokken werknemers (met wie geen eenzijdig wijzigingsbeding is overeengekomen) Athlon aan de oorspronkelijke leaseregeling houden en weigeren in te stemmen met de nieuwe autoleaseregeling. Dat is naar het oordeel van de kantonrechter niet het geval. Werknemers mogen ervan uit gaan dat afspraken worden nagekomen en dat, als de werkgever afspraken wil wijzigen de werkgever daarvoor gronden aanvoert die zodanig zwaarwichtig zijn dat de werknemer zijn instemming redelijkerwijs niet kan onthouden. Daarvan is in dit geval geen sprake. Het enkele feit dat Athlon ten aanzien van alle medewerkers een gelijk arbeidsvoorwaardenregime wil hanteren is onvoldoende.

15. Ten aanzien van de werknemers met wie Athlon een eenzijdig wijzigingsbeding is overeengekomen moet worden beoordeeld of Athlon ten aanzien van deze werknemers bij de wijziging een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemers dat door de wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Het belang moet zwaarwichtig zijn én de wijziging moet voldoen aan de redelijkheidstoets. Uit de kamerstukken blijkt dat zwaarwegende bedrijfseconomische- of organisatorische omstandigheden, waaronder een noodzakelijke reorganisatie, als zwaarwichtige omstandigheden kunnen worden gekwalificeerd.

16. In het voorliggende geval gaat het niet om een werkgever die in zware financiële problemen verkeerde en om die reden is gefuseerd. De werknemers van De Lage Landen International en Athlon werken na de fusie samen op het kantoor van Athlon. Het feit dat Athlon de arbeidsvoorwaarden wenst te harmoniseren is onvoldoende zwaarwegend. Dat er verschillen zijn tussen de arbeidsvoorwaarden omdat zij van verschillende ondernemingen afkomstig zijn, dwingt niet tot harmonisatie, maar is een logisch gevolg van de fusie.

17. Omdat wordt geoordeeld dat Athlon bij de wijziging geen zwaarwichtig belang heeft, behoeft de vraag of de wijziging voldoet aan de redelijkheidstoets niet meer te worden beantwoord.

18. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vorderingen van FNV zullen worden toegewezen. De proceskosten komen voor rekening van Athlon omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.

De beslissing

De kantonrechter:

- verklaart voor recht dat Athlon door het eenzijdig van toepassing verklaren van de nieuwe Autolease/Mobiliteitsregeling De Lage Landen per 1 maart 2009, onder intrekking van de bij de werknemers in het in de individuele arbeidsovereenkomst bedongen gebruik van een leaseauto jegens deze werknemers onrechtmatig heeft gehandeld;

-veroordeelt Athlon om binnen een week na betekening van dit vonnis over te gaan tot het onverminderd van toepassing verklaren van de in de individuele arbeidsovereenkomst opgenomen leaseautoregeling, zoals gebruikt tot 1 maart 2009, met verbeurte van een dwangsom van € 1000,00 per dag dat Athlon nalaat aan deze veroordeling te voldoen;

- veroordeelt Athlon tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van FNV tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:

dagvaarding € 76,31

griffierecht € 106,00

salaris gemachtigde € 600,00,

- wijst af het meer of anders gevorderde.

- verklaart dit vonnis voorzover het de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.

Coll.