Home

Rechtbank Haarlem, 02-08-2012, BX3616, 15/700612-09

Rechtbank Haarlem, 02-08-2012, BX3616, 15/700612-09

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
2 augustus 2012
Datum publicatie
6 augustus 2012
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2012:BX3616
Zaaknummer
15/700612-09

Inhoudsindicatie

Uitspraak in megazaak Vista. Litouwse verdachte vrijgesproken van het voorhanden hebben van ruim 200.000 pillen bevattende kort gezegd 2C-B. Niet is gebleken van enige concrete aanwijzingen dat verdachte, die iedere wetenschap van de aangetroffen verdovende middelen heeft ontkend, tezamen en in vereniging met zijn twee eveneens Litouwse medeverdachten betrokken is geweest bij het opzettelijk voorhanden hebben van de in de tenlastelegging genoemde hoeveelheid verdovende middelen, te weten ongeveer 201.330 pillen bevattende 2C-B.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector Strafrecht

Locatie Haarlem

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/700612-09 (Onderzoek Vista)

Uitspraakdatum: 2 augustus 2012

Tegenspraak (ex artikel 279 Sv)

Strafvonnis

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 februari 2011, 14 mei 2012 en 19 juli 2012 in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te Litouwen,

wonende te (Litouwen) [adres],

zonder vaste woon- of verblijfplaats hier ten lande.

1. Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

[Zaaksdossier 04G: 2C-B pillen Badhoevedorp]

hij op of omstreeks 01 september 2009 te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 201.330 pillen/tabletten, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende 2C-B (4-bromo-2,5-dimethoxyfenetylamine), zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2. Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3. Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feiten gevorderd dat verdachte ter zake daarvan zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) jaren met aftrek van voorarrest overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.

4. Vrijspraak

Met de raadsman van verdachte is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen verdachte ten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken.

De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

Noch op basis van het strafdossier noch uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken van enige concrete aanwijzingen dat verdachte, die iedere wetenschap van de aangetroffen verdovende middelen heeft ontkend, betrokken is geweest bij het opzettelijk voorhanden hebben van de in de tenlastelegging genoemde hoeveelheid verdovende middelen, te weten ongeveer 201.330 pillen bevattende 2C-B. Behoudens het feit dat verdachte zich op 1 september 2009 tezamen met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft opgehouden in en rond de woning aan de [adres] te Badhoevedorp, is noch uit de observaties noch uit de tapgesprekken en de overige inhoud van het dossier gebleken van enige handeling van verdachte, waaruit blijkt dat verdachte - in tegenstelling tot zijn medeverdachten - een of meer van de tassen waarin deze verdovende middelen zijn aangetroffen heeft gedragen, heeft aangeraakt, in een auto heeft gezet of in de kelderbox van de woning aan de [adres] te Badhoevedorp - alwaar de tassen zijn aangetroffen - heeft neergezet. Ook anderszins blijkt niet van enige strafrechtelijke betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde feit.

Derhalve acht de rechtbank hetgeen verdachte ten laste is gelegd niet bewezen en zal verdachte van dit feit worden vrijgesproken.

5. Beslissing

De rechtbank:

Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.

Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum

Dit vonnis is gewezen door:

mr. M.J.A. Plaisier, voorzitter,

mr. P.M. Wamsteker en mr. M.E. Fortuin, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. S.V. Ramdharie, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van donderdag 2 augustus 2012.