Home

Rechtbank Limburg, 14-10-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:8286, 8676895 \ CV EXPL 20-3636

Rechtbank Limburg, 14-10-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:8286, 8676895 \ CV EXPL 20-3636

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
14 oktober 2020
Datum publicatie
30 maart 2021
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2020:8286
Zaaknummer
8676895 \ CV EXPL 20-3636

Inhoudsindicatie

---

Uitspraak

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 8676895 \ CV EXPL 20-3636

Vonnis van de kantonrechter van 14 oktober 2020

in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ZIGGO B.V.,

gevestigd te Utrecht,

eisende partij,

gedaagde partij in verzet,

gemachtigde LAVG Groningen

tegen:

[gedaagde partij] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde partij,

eisende partij in verzet,

gemachtigde mr. J.J. Baltus,

Partijen zullen in het vervolg worden aangeduid als Ziggo en [gedaagde partij] .

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding d.d. 3 februari 2017

-

het verstekvonnis van de kantonrechter te Maastricht d.d. 22 maart 2017

-

de verzetdagvaarding d.d. 17 juli 2020

-

de incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkheid wegens overschrijding van de verzetstermijn tevens conclusie van antwoord in oppositie.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde partij] heeft met ingang van 21 december 2012 een abonnement TV Standaard bij Ziggo afgesloten. In aanvulling daarop heeft hij per 20 april 2013 een abonnement Internet Z1 afgesloten. Ziggo heeft de diensten geleverd op het adres [adres 1] te [plaats 1] . Wegens opzegging door gedaagde zijn de diensten, met inachtneming van een maand opzegtermijn, beëindigd.

2.2.

Bij verstekvonnis, uitvoerbaar bij voorraad, van 22 maart 2017 heeft de kantonrechter de vordering van Ziggo toegewezen en [gedaagde partij] veroordeeld tot betaling van

€ 127,00, vermeerderd met de wettelijke rente over € 85,00 vanaf 9 januari 2017 tot aan de voldoening, alsmede veroordeeld in de proceskosten van Ziggo, tot op die datum begroot op € 230,51.

3 Het geschil

3.1.

[gedaagde partij] vordert hem te ontheffen van het verstekvonnis dat tegen hem werd gewezen op 22 maart 2017, en de vorderingen van Ziggo alsnog integraal af te wijzen danwel niet-ontvankelijk te verklaren, met veroordeling van Ziggo in de proceskosten, inclusief de nakosten.

3.2.

Gedaagde partij voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing