Rechtbank Midden-Nederland, 12-12-2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:6153, 16/705688-17 en 21/001025-15 (tul) (P)
Rechtbank Midden-Nederland, 12-12-2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:6153, 16/705688-17 en 21/001025-15 (tul) (P)
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 12 december 2017
- Datum publicatie
- 13 december 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2017:6153
- Zaaknummer
- 16/705688-17 en 21/001025-15 (tul) (P)
Inhoudsindicatie
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode en op grote schaal schuldig gemaakt aan het bezit van kinderpornografisch materiaal.
Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 15 maanden.
De rechtbank acht, gelet op de inhoud van de rapporten, de ernst van het feit en het strafblad van verdachte, een terbeschikkingstelling met voorwaarden noodzakelijk.
Uitspraak
Afdeling straf-, familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/705688-17 en 21/001025-15 (tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 december 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1952] te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in PI Arnhem – HvB Arnhem Zuid te Arnhem.
1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 november 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B.E.M. van de Ven en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. G.J. Boven, advocaat te Leusden, naar voren hebben gebracht.
2 TENLASTELEGGING
Ter terechtzitting heeft de rechtbank de vordering ingevolge artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering tot toelating van een nadere omschrijving van de tenlastelegging toegewezen. De nadere omschrijving van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
op tijdstippen in de periode van 12 januari 2010 tot en met 10 september 2014 te Leusden en in de periode van 9 februari 2016 tot en met 6 juni 2017 te Amersfoort
een hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, aangeboden, verworven en/of in zijn bezit heeft gehad en hiervan een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2
op 6 april 2007 en 20 oktober 2007 te Leusden kinderpornografische foto’s heeft gemaakt van [slachtoffer] , geboren op [1992] .
3 VOORVRAGEN
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.