Home

Rechtbank Midden-Nederland, 21-01-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:210, UTR 19/969

Rechtbank Midden-Nederland, 21-01-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:210, UTR 19/969

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
21 januari 2021
Datum publicatie
8 maart 2021
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2021:210
Formele relaties
Zaaknummer
UTR 19/969

Inhoudsindicatie

Opbrengstlimiet legesverordening. Eiseres bouwt in Muiden aan een groot nieuwbouwproject. Zij heeft een legesaanslag ontvangen voor een deelproject. Eiseres voert aan dat de legesverordening voor 2018 onverbindend verklaard moet worden, omdat de opbrengstlimiet wordt overschreden. De rechtbank beoordeelt eerst ambtshalve wat het aangepaste legespercentage uit een vaststellingsovereenkomst betekent voor het procesbelang en het relativiteitsvereiste. Vervolgens beoordeelt de rechtbank de kostendekkendheid van de legesverordening aan de hand van de uitgangspunten uit jurisprudentie van de Hoge Raad. De rechtbank oordeelt dat de gemeente de gemiddelde bouwkosten per woning voor het nieuwbouwproject in 2018 in redelijkheid niet op €150.000 heeft kunnen schatten, aangezien de gemiddelde bouwkosten in 2017 ongeveer €180.000 waren. De gronden van eiseres over de overige (deel)posten van de legesverordening slagen niet. Na een correctie van de ramingen in verband met de gemiddelde bouwkosten is sprake van een geringe overschrijding op de post Omgevingsvergunningen, maar op het niveau van de hele legesverordening heeft dit geen overschrijding tot gevolg. De opbrengstlimiet is dus niet overschreden en de legesverordening is niet onverbindend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 19/969

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigden: mr. E.M. van Bommel en mr. K.L. Markerink),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Gooise Meren , verweerder

(gemachtigde: mr. R.P.M.M. Mols).

Inleiding

1. Eiseres bouwt in [plaats] het nieuwbouwproject De Krijgsman , dat bestaat uit 1300 woningen en 28.380 m2 aan voorzieningen. Voor de verschillende deelprojecten vraagt eiseres omgevingsvergunningen aan bij de gemeente.

2. Op 22 september 2018 heeft de heffingsambtenaar aan eiseres een legesaanslag ter hoogte van € 124.224,23 opgelegd. Daarbij is een legespercentage van 2,75% van de bouwkosten en aanlegkosten gehanteerd. Dat percentage is gebaseerd op een vaststellingsovereenkomst tussen de gemeente en de eigenaar van de grond.

3. In een uitspraak op bezwaar van 14 januari 2019 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres is in beroep gegaan tegen die uitspraak op bezwaar.

4. Het beroep is behandeld door een enkelvoudige kamer op de zittingen van 27 augustus 2019 en 10 december 2019. Tijdens de zitting van 10 december 2019 heeft de rechtbank de zaak verwezen naar de meervoudige kamer. De meervoudige kamer heeft het beroep behandeld op de zitting van 29 oktober 2020. De gemachtigden van eiseres waren aanwezig, met [gemachtigde 1] en [gemachtigde 2] . Ook de gemachtigde van de heffingsambtenaar was aanwezig, met mr. [gemachtigde 3] , [gemachtigde 4] en [gemachtigde 5] .

Het geschil

Procesbelang en relativiteit

De kostendekkendheid van de legesverordening

Beslissing

Hoger beroep