Home

Rechtbank Midden-Nederland, 10-02-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:478, 16/020126-19 (P)

Rechtbank Midden-Nederland, 10-02-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:478, 16/020126-19 (P)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
10 februari 2021
Datum publicatie
10 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2021:478
Zaaknummer
16/020126-19 (P)

Inhoudsindicatie

Onderzoek 25FLORES. Veroordeling jeugdprostitutie (art. 248b Sr). Verdachte heeft meermalen ontuchtige handelingen gepleegd met het slachtoffer (16 jaar), waarbij seksuele handelingen zijn verricht tegen betaling van geld. Het door de verdediging geschetste alternatieve scenario, dat verdachte afgeperst is en dat de telefoon van verdachte gehackt is, vindt geen steun in het dossier en is ook overigens niet aannemelijk geworden. GS 31 dagen, wv 30 dagen wv + proeftijd 2 jaren + TS 150 uren.

Uitspraak

Strafrecht

Zittingsplaats Lelystad

Parketnummer: 16/020126-19 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 10 februari 2021

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1968] te [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres] te [woonplaats] , hierna: verdachte.

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 januari 2021.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw mr. W.E.R. Geurts, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer] en zijn raadsvrouw mr. P. Tomassen, naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

in de periode van 12 mei 2017 tot en met 8 juni 2017 te Almere ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] , die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS

5 BEWEZENVERKLARING

6 STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

7 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

8 OPLEGGING VAN STRAF

9 BENADEELDE PARTIJ

10 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

11 BESLISSING