Rechtbank Midden-Nederland, 18-10-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:5944, 23/4874
Rechtbank Midden-Nederland, 18-10-2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:5944, 23/4874
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 18 oktober 2024
- Datum publicatie
- 6 november 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2024:5944
- Zaaknummer
- 23/4874
Inhoudsindicatie
WOZ, woning. Gegrond. Verweerschrift wordt niet betrokken bij de beoordeling, omdat deze in strijd met de goede procesorde te kort voor de zitting is ingediend. De rechtbank hanteert haar uitgangspunten voor de wegingsfactor voor de proceskosten in woz-zaken.
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4874
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente]
(gemachtigde: B.J.M. Bruin).
Inleiding
1. In de beschikking van 28 januari 2023 (het primaire besluit) heeft de heffingsambtenaar op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak aan de [adres 1] in [plaats] (de woning) voor het belastingjaar 2023 vastgesteld op € 414.000,-, naar waardepeildatum 1 januari 2022. Bij deze beschikking heeft de heffingsambtenaar aan eiser als eigenaar van de woning ook een aanslag onroerendezaakbelasting opgelegd, waarbij de WOZ-waarde als heffingsmaatstaf is gehanteerd.
2. Eiser heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. In de uitspraak op bezwaar van 1 september 2023 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser gegrond verklaard en de WOZ-waarde verlaagd naar € 388.000,-. De heffingsambtenaar heeft een proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase toegewezen.
3. Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft vervolgens aan eiser voorgesteld om de WOZ-waarde vast te stellen op € 355.000,-. Eiser is niet akkoord gegaan met dit voorstel. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift met een taxatiematrix ingediend.
4. Deze zaak is toebedeeld in overeenstemming met de zaakstoedelingsregeling voor bestuursrecht (eerste aanleg) van de rechtbank Midden-Nederland.1 Vervolgens is de naam van de rechter die de zaak behandelt aan partijen bekend gemaakt. De gemachtigde van eiser heeft een brief aan de rechtbank gestuurd, waarin hij heeft gevraagd om een andere rechter. Volgens de gemachtigde van eiser heeft de behandelend rechter in een andere zaak waarin hij optrad als gemachtigde een politiek gemotiveerde uitspraak gedaan.2 In artikel 15 van de zaakstoedelingsregeling is bepaald dat een rechterswisseling, nadat de naam van de rechter die de zaak behandelt aan partijen bekend is gemaakt, in beginsel niet mogelijk is anders dan na een formeel verschoningsverzoek van de rechter aan wie de zaak is toebedeeld of een wrakingsverzoek van één van de partijen.
5. De rechter die de zaak behandelt heeft geen aanleiding gezien om een verschoningsverzoek te doen. De gemachtigde van eiser heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een wrakingsverzoek in te dienen.
6. Het beroep is behandeld op de online zitting van 6 september 2024. Verschenen zijn: [gemachtigde] als gemachtigde van eiser en [taxateur] , taxateur namens de heffingsambtenaar.