Rechtbank Noord-Holland, 12-09-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:13257, 2225832
Rechtbank Noord-Holland, 12-09-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:13257, 2225832
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 12 september 2013
- Datum publicatie
- 27 januari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2013:13257
- Zaaknummer
- 2225832
Inhoudsindicatie
Ontbinding arbeidsovereenkomst
Uitspraak
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/repnr.: 2225832 \ OA VERZ 13-88 (rvk)
Uitspraakdatum: 12 september 2013
de stichting [naam eisende partij], gevestigd te [plaats] verzoekende partij
verder ook te noemen: [de stichting]
gemachtigde: mr. C.C. Neering, DAS
tegen
verwerende partij
verder ook te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. J.J.C. Engels, advocaat te [plaats].
Het procesverloop
[de stichting] heeft op 29 juli 2013 een verzoekschrift ingediend.
Daar heeft [werknemer] bij verweerschrift op gereageerd.
De mondelinge behandeling heeft in deze plaatsgevonden op 29 augustus 2013, alwaar zijn verschenen namens [de stichting], mevr. [naam], directeur en mevr. [naam 2], hoofd P&O; alsmede partij [werknemer].
Partijen werden bijgestaan door hun gemachtigden.
Ter zitting hebben partijen hun verzoek- respectievelijk verweerschrift nader toegelicht aan de hand van pleitnotities en producties.
De inhoud van deze processtukken geldt als hier ingelast.
Vervolgens is heden uitspraak bepaald.
De uitgangspunten
[de stichting] is een stichting zonder winstoogmerk. [de stichting] beheert peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, tussenschoolse opvang en voor- en naschoolse opvang en bemiddelt bij gastouderopvang.
[werknemer], geboren op 12 januari 1959 is op 1 december 2009 krachtens schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (tot 1 juni 2010) bij [de stichting] in dienst getreden. Deze arbeidsovereenkomst is op 20 mei 2010 verlengd en op 3 mei 2011 omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
De functie van [werknemer] is Pedagogisch medewerker tegen een actueel salaris van € 2.042,- bruto per maand per maand, exclusief vakantietoeslag.
Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de CAO Kinderopvang [CAO].
Artikel 3 van het door [de stichting] gehanteerde protocol ‘veilig slapen’ luidt als volgt:
‘Leg een baby altijd op de rug te slapen. Dit is de veiligste slaaphouding. De baby ligt zo met het gezichtje vrij. Leg een baby vanaf de geboorte altijd in rugligging te slapen. Draai een baby bij eventuele secundaire buikligging weer op de rug. (...)
Soms is er gegronde reden om van dit advies af te wijken. Doe dit dan op verzoek van ouders, die dit overlegd hebben met een arts. Wijs ouders die zonder medische reden buikligging wensen, nadrukkelijk op de preventieadviezen. Als ouders wensen dat hun baby in buikligging wordt gelegd moeten zij hiervoor het formulier ‘Veilig Slapen’ tekenen.’
Op 12 april 2013 is op de vestiging [A] waar [werknemer] werkzaam was een vier maanden oude baby overleden. Deze baby was door een collega van [werknemer] op haar buik te slapen gelegd. Of het overlijden een verband heeft met de buikligging is op dit moment niet bekend.
[werknemer] is op 15 april 2013 voor de duur van 14 dagen op non-actief gesteld. Op 29 april 2013 heeft [de stichting] deze termijn met 14 dagen verlengd.
Tussen [de stichting] en [werknemer] heeft op 8 mei 2013 een gesprek plaatsgehad. Tijdens dit gesprek heeft [de stichting] medegedeeld dat inmiddels een verzoek tot verkrijgen van toestemming van het UWV Werkbedrijf om de arbeidsovereenkomst te mogen opzeggen is ingediend. In eerste instantie is dit verzoek ingediend om tijd te winnen, omdat een dergelijk verzoek op grond van de CAO de mogelijkheid geeft de termijn van non-actiefstelling opnieuw met vier weken te verlengen, hetgeen ook is gebeurd. Voorts hebben partijen gesproken over een oplossing van het probleem, onder meer is gesproken over terugkeer naar het werk, op welke locatie en in welke functie, maar ook over het overeenkomen van een vaststellingsovereenkomst.
[werknemer] heeft zich bij schrijven van 23 mei 2013 ziek gemeld.
[de stichting] heeft op 13 juni 2013 aan het UWV gemeld dat zij de ontslagaanvraag in wenst te trekken.
Het geschil
[de stichting] verzoekt de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden tegen de vroegst mogelijke datum wegens gewichtige redenen, bestaande uit veranderingen in de omstandigheden, kosten rechtens.
Aan dit verzoek legt [de stichting] -zakelijk samengevat- ten grondslag dat [werknemer] niet heeft ingegrepen toen zij op de hoogte werd gesteld door haar collega dat zij een baby op haar buik te slapen had gelegd. [werknemer] had volgens het geldende ‘vier-ogen principe’ haar collega moeten aanspreken en handelend op moeten treden. Dat [werknemer] dat niet gedaan heeft, levert een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op. [de stichting] stelt subsidiair dat het verwijtbaar nalaten van [werknemer] een vertrouwensbreuk oplevert.
Het verweer van [werknemer] strekt primair tot afwijzing van het verzoek en subsidiair tot toekenning van een ontbindingsvergoeding, kosten rechtens.
Hiertoe voert [werknemer] -zakelijk samengevat- aan dat er geen oorzakelijk verband is tussen het op de buik slapen van de baby en het overlijden. Voorts betwist [werknemer] dat zij in strijd met het geldende protocol gehandeld heeft. Tot slot gelden opzeggingsverboden omdat [werknemer] arbeidsongeschikt is en tevens lid is van de Ondernemingsraad.