Home

Rechtbank Noord-Holland, 13-12-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:13915, AWB-13_1348t

Rechtbank Noord-Holland, 13-12-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:13915, AWB-13_1348t

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
13 december 2013
Datum publicatie
30 april 2014
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2013:13915
Zaaknummer
AWB-13_1348t
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-06-2023 tot 01-07-2023]

Inhoudsindicatie

De rechtbank overweegt in haar tussenuitspraak dat als op grond van een onderzoek van de bescheiden kan worden vastgesteld dat het certificaat van oorsprong betrekking heeft op de goederen die destijds zijn aangegeven, niet valt in te zien waarom de verlate indiening desondanks alleen kan worden aanvaard als de goederen nog onder douanetoezicht staan.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 13/1348

Uitspraakdatum: 13 december 2013

Tussenuitspraak van de meervoudige kamer in het geding tussen

[x] , gevestigd te [z], eiseres,

gemachtigde: mr. ing. B.J.B. Boersma,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Nijmegen, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Verweerder heeft bij beschikking van 6 maart 2012 het verzoek om terugbetaling van eiseres van 19 december 2011 afgewezen.

1.2.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 15 februari 2013 de beschikking gehandhaafd.

1.3.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.4.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2013. Namens eiseres zijn daar verschenen [A] (directeur) en [B] (assistent controller), bijgestaan door de gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen mr. M.U.B. Willemsen en

mr. C.C. Dekker.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Eiseres heeft in de periode december 2008 tot en met februari 2009 aangiften ten invoer gedaan. Hoewel ten tijde van het doen van de aangiften wel geldige Forms A beschikbaar waren, zijn deze niet overgelegd en is geen aanspraak gemaakt op een preferentiële behandeling.

2.2.

Bij brief van 19 december 2011, ontvangen bij verweerder op 20 december 2011, maakt eiseres in verband met voornoemde aangiften alsnog aanspraak op toepassing van het preferentiële tarief en verzoekt zij op grond van artikel 236 van het Communautair douanewetboek (hierna: CDW) om terugbetaling van € 14.696,46 aan te veel betaalde douanerechten. Volgens het verzoek zijn de originele facturen en de originele Forms A die betrekking hebben op de aangegeven goederen bijgevoegd. Ten tijde van het verzoek was de geldigheidsduur van de Forms A verstreken.

3 Geschil

Tussen partijen is in geschil of het bepaalde in artikel 90ter, derde lid (oud), van de Toepassingsverordening Communautair douanewetboek (hierna: TCDW) in de weg staat aan de toewijzing van het verzoek tot terugbetaling ex artikel 236 van het CDW. Voorts is in geschil of het bedrag van de douanerechten op het tijdstip van betaling niet wettelijk verschuldigd was.

4 Beoordelingskader

5 Beoordeling van het geschil

6 Beslissing