Home

Rechtbank Noord-Holland, 04-07-2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:5321, HAA - 14 _ 4765 tot en met 14_4768

Rechtbank Noord-Holland, 04-07-2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:5321, HAA - 14 _ 4765 tot en met 14_4768

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
4 juli 2016
Datum publicatie
15 juli 2016
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2016:5321
Formele relaties
Zaaknummer
HAA - 14 _ 4765 tot en met 14_4768
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 27e

Inhoudsindicatie

Een boekjaarwijziging om een incidenteel fiscaal voordeel te behalen leidt niet tot vernietiging van een navorderingsaanslag.

De onmogelijkheid om tijdig aangifte te doen omdat de voormalige belastingadviseur laat gegevens verstrekte en er compromisoverleg gaande was met verweerder maken niet dat eiseres over de betreffende jaren de vereiste aangifte heeft gedaan.

Het ontbreken van het voornemen tot herinvesteren en van een begin van uitvoering aan enige herinvestering leiden tot een vrijval van de herinvesteringsreserve.

De stelling van eiseres dat verweerder ten onrechte geen rekening heeft gehouden met een door haar aangebrachte correctie op een aangifte faalt, nu deze onvoldoende is onderbouwd.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 14/4765, 14/4766, 14/4767 en 14/4768

(gemachtigde: mr. F.H.H. Sijbers),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting (Vpb) voor het jaar 2004 opgelegd, berekend naar een belastbare winst en een belastbaar bedrag van € 32.000.000. Daarbij is bij beschikkingen een bedrag aan heffingsrente in rekening gebracht van € 2.505.131 en een verzuimboete opgelegd.

Verweerder heeft aan eiseres een aanslag Vpb voor het jaar 2005 opgelegd, berekend naar een belastbare winst en een belastbaar bedrag van € 30.000.000. Daarbij is bij beschikkingen een bedrag aan heffingsrente in rekening gebracht van € 1.769.321 en een verzuimboete opgelegd.

Verweerder heeft aan eiseres een aanslag Vpb opgelegd voor het jaar 2006, berekend naar een belastbare winst en een belastbaar bedrag van € 4.591.366. Daarbij is bij beschikkingen een bedrag aan heffingsrente in rekening gebracht van € 239.216 en een verzuimboete opgelegd van € 567.

Verweerder heeft aan eiseres een aanslag Vpb opgelegd voor het jaar 2007, berekend naar een belastbare winst en een belastbaar bedrag van € 37.000.000. Daarbij is bij beschikkingen een bedrag aan heffingsrente in rekening gebracht van € 1.242.787 en een verzuimboete opgelegd.

Verweerder heeft bij (in één geschrift vervatte) uitspraken op bezwaar:

-

de navorderingsaanslag Vpb voor het jaar 2004 verminderd tot een berekend naar een belastbare winst van € 4.830.830 en een belastbaar bedrag van nihil, een verliesverrekeningsbeschikking vastgesteld van € 4.830.830, de heffingsrente verminderd tot een bedrag van € 103 en de boete deels gehandhaafd;

-

de aanslag Vpb voor het jaar 2005 verminderd tot een berekend naar een belastbare winst van € 16.568.598 en een belastbaar bedrag van nihil, een verliesverrekeningsbeschikking vastgesteld van € 16.568.598, de heffingsrente verminderd tot nihil en de boete deels gehandhaafd;

-

de aanslag Vpb voor het jaar 2006 verminderd tot een berekend naar een belastbare winst van € 4.591.366 en een belastbaar bedrag van nihil, een verliesverrekeningsbeschikking vastgesteld van € 4.591.366, de heffingsrente verminderd tot nihil en de boete verminderd tot € 113;

-

de aanslag Vpb voor het jaar 2007 verminderd tot een berekend naar een belastbare winst van € 39.288.049 en een belastbaar bedrag van € 28.308.078, een verliesverrekeningsbeschikking vastgesteld van € 10.979.971, de heffingsrente verminderd tot € 950.770 en de boete deels gehandhaafd.

Verweerder heeft bij de uitspraken op bezwaar een kostenvergoeding met betrekking tot de jaren 2004 en 2006 toegekend van in totaal € 729. Voor de overige jaren is geen kostenvergoeding toegekend, omdat daarom niet was verzocht.

Eiseres heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gesplitst en geregistreerd onder de volgende nummers: 14/4765 (Vpb 2004), 14/4766 (Vpb 2005), 14/4767 (Vpb 2006) en 14/4768 (Vpb 2007).

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 mei 2016 te Haarlem. Namens eiseres is verschenen mr. [A] , bijgestaan door [B] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden mr. R. Moolenburgh en mr. F.M. Kragt.

Overwegingen

Feiten

1. Op 28 november 2003 heeft een statutenwijziging plaatsgevonden waarbij het boekjaar van eiseres (voorheen genaamd [C] B.V. en daarvoor [D] B.V.) aldus is gewijzigd dat het aanvangt op 1 december en eindigt op 30 november. Artikel 17 van de akte van statutenwijziging bepaalt dat het boekjaar dat is aangevangen op 1 januari 2003 eindigt op 30 november 2003.

2. Eiseres is met ingang van 10 november 2004 als moedermaatschappij gevoegd in een fiscale eenheid met [E] B.V. en haar dochtervennootschappen.

3. Op 29 november 2004 heeft wederom een statutenwijzing plaatsgevonden waarbij het boekjaar van eiseres is gewijzigd. Daarbij is bepaald dat het boekjaar dat is aangevangen op 1 december 2003 eindigt op 31 december 2004.

4. Eiseres is voor ieder van de onderhavige jaren uitgenodigd tot het doen van aangifte Vpb. Voor de jaren 2004, 2005 en 2007 heeft eiseres geen aangifte Vpb gedaan binnen de daarvoor gestelde termijnen. Verweerder heeft daarop ambtshalve aanslagen vastgesteld. Voor het jaar 2004 is met dagtekening 31 december 2007 ambtshalve een primitieve aanslag vastgesteld naar een belastbaar bedrag van € 2.000.000. Nadat het bezwaar daartegen niet-ontvankelijk is verklaard en eiseres daarvan in beroep is gekomen, heeft de rechtbank op 15 februari 2010 deze uitspraak vernietigd en verweerder opgedragen opnieuw uitspraak te doen. Dit is tot op heden niet gebeurd.

5. In de bezwaarfase met betrekking tot de navorderingsaanslag Vpb 2004 en de aanslagen Vpb 2005 en 2007 heeft eiseres alsnog aangiftebiljetten opgesteld. Voor het jaar 2006 heeft eiseres wel aangifte gedaan binnen de daarvoor gestelde termijn. In de aangiftebiljetten zijn onder meer de volgende dotaties aan de herinvesteringsreserve (hierna ook: HIR) opgenomen en is de belastbare winst en het belastbare bedrag als volgt aangegeven:

Dotatie HIR Vrijval HIR Belastbare winst Belastbaar bedrag

2004 € 8.972.789 - -/- € 2.792.607 -/- € 2.792.607

2005 € 26.777.287 € 19.530 -/- € 12.649.159 -/- € 12.649.159

2006 € 18.943.816 - -/- € 19.407.881 -/- € 19.407.881

2007 € 86.784.116 € 64.290.385 € 13.767.078 nihil

De stand van de HIR van [E] B.V. bedroeg per 31 december 2003 € 7.983.821. Het te verrekenen voorvoegingsverlies van [E] B.V. bedroeg direct voorafgaand aan de voeging in fiscale eenheid (10 november 2004) € 36.970.765.

6. Verweerder heeft de opgelegde navorderingsaanslag Vpb 2004 en de aanslagen Vpb 2005, 2006 en 2007 naar aanleiding van het bezwaar verminderd, waarbij hij tot uitgangspunt de belastbare winst (verlies) vermeld op de in de bezwaarfase ingediende (gecorrigeerde) aangiftebiljetten heeft genomen en waarop hij correcties in aanmerking heeft genomen voor de dotaties aan en vrijval van de HIR. Voor het jaar 2004 is verweerder bij de belastbare winst uitgegaan van een (aanvankelijk door eiseres vermeld) verlies van € 4.141.959. Voor het jaar 2006 is verweerder bij het opleggen van de aanslag Vpb uitgegaan van de ingediende aangifte, waarop de dotatie aan de HIR is gecorrigeerd, alsmede een vrijval van de HIR in aanmerking is genomen. Verweerder heeft de volgende correcties op de HIR aangekondigd en vervolgens de aanslagen als volgt vastgesteld dan wel verminderd:

Aangegeven Correctie HIR Belastbare Verlies- Belastbaar

belastbare winst winst verrekening bedrag

2004 - € 4.141.959 € 8.972.789 € 4.830.830 € 4.830.830 nihil

2005 - € 12.649.159 € 26.757.757 € 16.568.598* € 16.568.598 nihil

2006 - € 19.407.881 € 23.900.397** € 4.591.366*** € 4.591.366 nihil

2007 € 13.767.078 € 22.493.731 € 39.288.049 € 10.979.971 € 28.308.078

* Hierin zit ook nog een correctie van € 2.460.000 in verband met een door verweerder niet geaccepteerd verlies ten aanzien van een vordering van eiseres op [I] B.V.

** Bestaat uit de correctie van een dotatie aan de HIR van € 18.943.816 en een vrijval van een deel van de op 31 december 2003 bij [E] B.V. aanwezige HIR ten bedrage van € 4.956.581.

*** Bij aanslagoplegging is voorts een bedrag aan advocaatkosten gecorrigeerd ten bedrage van € 98.850.

7. Het jaarverslag van de directie van eiseres betreffende 2006 (d.d. 11 februari 2009) vermeldt:

“Algemeen

Ook in 2006 bleven de banken, institutionele beleggers en zaken-relaties uiterst voorzichtig met het aangaan van nieuwe overeenkomsten. Met de opbrengsten van de panden werden de hypotheken afgelost en verder gebruikt om de verminderde kredietruimte op te vangen. De [E] doet er alles aan om de verkochte panden door nieuwe investeringen te vervangen, helaas worden belangrijke investeringen nog geblokkeerd door het uitblijven van de financiering.

(…)

Gang van zaken beleggingsportefeuille

Verwachte gang van zaken

“Algemeen

Beleggingsportefeuille

Verwachte gang van zaken

Geschil 9.In geschil is of de navorderingsaanslag Vpb 2004 dient te worden vernietigd gelet op de statutenwijziging van 28 november 2003, of de bewijslast voor de jaren 2004, 2005 en 2007 moet worden omgekeerd en/of verzwaard als bedoeld in artikel 27e van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: Awr), of verweerder terecht correcties heeft aangebracht voor wat betreft de HIR als bedoeld in artikel 3.54 van de Wet IB 2001 en of verweerder bij vermindering van de aanslag Vpb 2005 een bedrag van € 2.460.000 terecht niet in aftrek heeft toegelaten.

Beslissing

Rechtsmiddel