Home

Rechtbank Noord-Holland, 25-08-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:7104, HAA - 16 _ 3677

Rechtbank Noord-Holland, 25-08-2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:7104, HAA - 16 _ 3677

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
25 augustus 2017
Datum publicatie
29 augustus 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2017:7104
Zaaknummer
HAA - 16 _ 3677
Relevante informatie
Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 01-04-2023 tot 01-01-2024] art. 231

Inhoudsindicatie

Nu verweerder de door hem genoemde datum van verzending van de uitspraak op bezwaar niet aannemelijk heeft gemaakt, is de uitspraak niet op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt. Nu het beroep is ingesteld binnen zes weken nadat eiser een afschrift van de uitspraak onder ogen heeft gekregen, is het ontvankelijk.

De 30% verhoging van het legestarief valt binnen de op de gemeente rustende handhavingstaak en is niet terug te voeren op aan eiser terug te voeren individueel verleende diensten. Inzicht in hoeverre de tariefverhoging van 30% ziet op de extra kosten die met de dienstverlening door de gemeente samenhangen, ontbreekt. Deze tariefverhoging is daarom ten onrechte in de aanslag leges in rekening gebracht. De aanslag is in zoverre te hoog vastgesteld.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer: HAA 16/3677

(gemachtigde: mr. K. van Driel),

en

Procesverloop

Verweerder heeft met dagtekening 24 februari 2016 aan eiser een aanslag leges (aanslagnummer [A NUMMER] ) uitgereikt en daarbij een bedrag van € 471,18 aan leges in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 13 mei 2016 het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft hiertegen bij verweerder nogmaals een bezwaarschrift ingediend. Verweerder heeft dit bezwaarschrift op de voet van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) aan de rechtbank toegezonden ter behandeling als beroepschrift.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 januari 2017 door de enkelvoudige kamer van deze rechtbank. Namens eiser is verschenen zijn gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen P.N.A. van der Post en G. Lukken. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

De rechtbank heeft het onderzoek heropend en de zaak op de voet van artikel 8:10, tweede lid, Awb ter behandeling verwezen naar de meervoudige kamer.

Partijen hebben toestemming gegeven om uitspraak te doen zonder nadere zitting. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Feiten

1. Eiser heeft in het jaar 2000 het perceel [A ADRES] gekocht van de gemeente Heemskerk.

2. De gemeente Heemskerk heeft op 20 januari 2016 van eiser een aanvraag tot het afgeven van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een berging op genoemd adres ontvangen. Het betrof een achteraf ingediende aanvraag (legalisering). In verband hiermee is eiser een aanslag leges van € 471,18 opgelegd. Blijkens de aanslag is dit bedrag als volgt opgebouwd:

“OmschrijvingTe betalen bedrag

Leges plaatsen van een berging [A ADRES] 215,20

Achteraf ingediende aanvraag (legalisatie) 255,98

FACTUURTOTAAL 471,18

3. De Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Heemskerk 2016 (hierna: de verordening) houdt, voor zover hier van belang, in:

"Artikel 2 Belastbaar feit

Artikel 3 Belastingplicht

Artikel 5 Maatstaven van de heffing en de tarieven

“Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Inleiding

Voorgesteld besluit

Motivering/toelichting voorgesteld besluit

Geschil 7.In geschil is allereerst of het beroep ontvankelijk is. Indien het beroep ontvankelijk is, is in geschil of aan eiser terecht en tot het juiste bedrag leges in rekening zijn gebracht voor het in behandeling nemen van de achteraf ingediende aanvraag omgevingsvergunning.

Beslissing

Rechtsmiddel