Rechtbank Noord-Holland, 19-02-2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:1299, 1515300918
Rechtbank Noord-Holland, 19-02-2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:1299, 1515300918
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 19 februari 2019
- Datum publicatie
- 19 februari 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2019:1299
- Zaaknummer
- 1515300918
- Relevante informatie
- Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-07-2023] art. 247
Inhoudsindicatie
Veroordeling wegens het buiten echt plegen van ontuchtige handelingen met iemand beneden de leeftijd van zestien jaar tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en oplegging van bijzondere voorwaarden.
Uitspraak
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/153009-18 (P)
Uitspraakdatum: 19 februari 2019
Tegenspraak (art. 279 Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
5 februari 2019 in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.G.T. Kramer en van hetgeen de raadsman, mr. C.A.F. Visser, advocaat te Wormerveer, naar voren hebben gebracht.
1 Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 25 oktober 2017 te Krommenie, gemeente Zaanstad, [slachtoffer] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten:
- het betasten van en/of knijpen in de borsten en/of kruis van die [slachtoffer] en/of
- het tonen van zijn penis aan die [slachtoffer] en/of
- het laten aanraken van zijn penis door die [slachtoffer] en/of
- het een of meermalen zoenen op de mond van die [slachtoffer] en/of
- het een of meermalen steken en/of duwen van zijn tong in de mond van die [slachtoffer] ,
welk geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid bestond uit:
- het (telkens) zeer onverhoeds betasten van en/of knijpen in de borsten en/of de kruis van die [slachtoffer] en/of
- het tegen een muur en/of op de bank duwen van die [slachtoffer] en/of het plotseling en zeer onverhoeds zoenen van die [slachtoffer] en/of het plotseling en zeer onverhoeds stoppen van zijn tong in de mond van die [slachtoffer] , en/of het plotseling en zeer onverhoeds vastpakken van de hand van die [slachtoffer] en/of de hand van die [slachtoffer] op zijn penis leggen, dit terwijl die [slachtoffer] hem, verdachte weg probeerde te duwen
(dit terwijl die [slachtoffer] alcohol had genuttigd en/of verdachte een geestelijk overwicht had op die [slachtoffer] gezien het grote leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer] en/of voor die [slachtoffer] een zodanig bedreigde situatie is ontstaan dat zij zich niet aan de seksuele handeling(en) met verdachte kon en/of durfde te onttrekken);
subsidiair
hij op of omstreeks 25 oktober 2017 te Krommenie, gemeente Zaanstad, met [slachtoffer] ,
geboren op [geboortedatum] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten:
- het betasten van en/of knijpen in de borsten en/of kruis van die [slachtoffer] en/of
- het tonen van zijn penis aan die [slachtoffer] en/of
- het laten aanraken van zijn penis door die [slachtoffer] en/of
- het een of meermalen zoenen op de mond van die [slachtoffer] en/of
- het een of meermalen steken en/of duwen van zijn tong in de mond van die [slachtoffer]
(dit terwijl die [slachtoffer] alcohol had genuttigd en/of verdachte een geestelijk overwicht had op die [slachtoffer] gezien het grote leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer] en/of voor die [slachtoffer] een zodanig bedreigde situatie is ontstaan dat zij zich niet aan de seksuele handeling(en) met verdachte kon en/of durfde te onttrekken).
2 Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3 Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft een aantal alternatieve scenario’s geschetst over de wijze waarop het DNA-materiaal van verdachte op de borsten en de bh van aangeefster zou kunnen zijn terechtgekomen. Zo zou verdachte de telefoon van het slachtoffer vast kunnen hebben gehouden waardoor DNA-materiaal op de telefoon zou zijn gekomen. Het slachtoffer zou de telefoon later in haar bh kunnen hebben gestopt. Ook zou DNA-materiaal van verdachte op het slachtoffer terecht kunnen zijn gekomen doordat het slachtoffer in de woning van verdachte op de bank heeft gelegen.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte primair ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe dat er geen bewijs is voor (bedreiging met) geweld of een andere feitelijkheid, nu de rechtbank het onverhoedse karakter van de handelingen zoals tenlastegelegd niet ziet. Evenmin acht de rechtbank het tenlastegelegde ‘duwen’ bewezen, nu aangeefster hierover wisselend heeft verklaard.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde feit op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
Overweging ten aanzien van het gevoerde verweer
De door de raadsman aangevoerde alternatieve scenario’s waardoor DNA-materiaal van verdachte op de borsten en de bh van aangeefster terecht zou kunnen zijn gekomen, zijn op geen enkele wijze aannemelijk geworden. Het verweer wordt daarom verworpen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 25 oktober 2017 te Krommenie, gemeente Zaanstad, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten:
- het betasten van de borsten en het kruis en het knijpen in de borsten van die [slachtoffer] en
- het tonen van zijn penis aan die [slachtoffer] en
- het zoenen op de mond van die [slachtoffer] en
- het steken van zijn tong in de mond van die [slachtoffer]
dit terwijl die [slachtoffer] alcohol had genuttigd en verdachte een geestelijk overwicht had op die [slachtoffer] gezien het grote leeftijdsverschil tussen verdachte en die [slachtoffer] en voor die [slachtoffer] een zodanig bedreigde situatie is ontstaan dat zij zich niet aan de seksuele handelingen met verdachte kon onttrekken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.