Home

Rechtbank Noord-Holland, 11-12-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:10134, AWB - 20 _ 4062

Rechtbank Noord-Holland, 11-12-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:10134, AWB - 20 _ 4062

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
11 december 2020
Datum publicatie
18 december 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:10134
Zaaknummer
AWB - 20 _ 4062

Inhoudsindicatie

Beroep kennelijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 20/4062

[X] , te [Z] , eiseres

(gestelde gemachtigde: B. Chanhih),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 12 juni 2020, gericht tegen de navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2014.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.

3. Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. Voorts merkt de rechtbank op dat eiseres, gelet op de artikelen 6:5 en 6:6 van de Awb, en gelet op het bepaalde in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb in samenhang met artikel 6:6 van de Awb, ook in verzuim is geweest een machtiging over te leggen.

4. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 24 augustus 2020 verzocht om binnen vier weken deze verzuimen te herstellen. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek bij PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 25 augustus 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.

5. Eiseres heeft binnen de gestelde termijn geen gronden ingediend. Eiseres heeft ook niet binnen de gestelde termijn een machtiging overgelegd. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Het is de rechtbank dan ook niet gebleken dat eiseres een goede verontschuldiging heeft,

6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 11 december 2020.

Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel