Home

Rechtbank Noord-Holland, 18-12-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:10695, 8862310

Rechtbank Noord-Holland, 18-12-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:10695, 8862310

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
18 december 2020
Datum publicatie
6 januari 2021
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:10695
Zaaknummer
8862310

Inhoudsindicatie

Voorlopige voorziening. De gevolgen van coronapandemie zijn een onvoorziene omstandigheid als bedoeld in artikel 6:258 BW. Verzoek tijdelijke aanpassing huurprijs bedrijfsruimte.

Uitspraak

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 8862310 \ VV EXPL 20-169

Uitspraakdatum: 18 december 2020

Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:

RELAXED SLAPEN & VERGADEREN B.V.

gevestigd te Haarlem

eiseres

verder te noemen: RSV

gemachtigde: mr. W. Schellart

tegen

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

gedaagde

verder te noemen: [gedaagde]

procederend in persoon

1 Het procesverloop

1.1.

RSV heeft [gedaagde] op 16 november 2020 gedagvaard.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 4 december 2020. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben RSV en [gedaagde] bij brief respectievelijk e-mails van 2 en 3 december 2020 nog stukken en [gedaagde] tevens een audio- en videobestand toegezonden.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde] is eigenaar van het pand aan de [adres 1] (hierna ‘het pand [adres 1] ’) met binnenterrein voor het parkeren van auto’s. [gedaagde] heeft het pand [adres 1] uit de nalatenschap van zijn vader verkregen.

2.2.

[directeur] (hierna ‘ [directeur] ’) is eigenaar/directeur van RSV.

2.3.

[partner directeur] , partner van [directeur] (hierna ‘ [partner directeur] ’), is eigenaar van het hierna te vermelden pand aan [adres 2] .

2.4.

RSV is een onderneming in de hospitality branche. RSV exploiteert drie hotelkamers in het pand [adres 1] inclusief zes parkeerplaatsen op het binnenterrein.

2.5.

RSV exploiteert tevens een vergaderruimte en een Bed & Breakfast (hierna ‘B&B’) op [adres 2] (hierna ‘het pand [adres 2] ’). RSV huurt het pand [adres 2] van [partner directeur] .

2.6.

[gedaagde] en RSV hebben op 3 februari 2017 een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de bedrijfsruimte in het pand [adres 1] inclusief zes parkeerplaatsen voor een periode van tien jaar met als ingangsdatum 1 maart 2017 (hierna ‘de huurovereenkomst’). De huidige huurprijs voor het pand [adres 1] bedraagt € 2.549,32 exclusief btw.

2.7.

Op de huurovereenkomst zijn de algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW (ROZ 2012) van toepassing.

2.8.

[gedaagde] heeft het pand [adres 1] casco aan RSV verhuurd.

2.9.

RSV heeft bij het aangaan van de huurovereenkomst in het pand [adres 1] geïnvesteerd en dit verbouwd tot drie luxe appartementen/hotelkamers.

2.10.

RSV heeft in 2019 opnieuw geïnvesteerd, dit keer voornamelijk in een verbouwing van de B&B en de vergaderruimte in het pand [adres 2] en een klein deel in de hotelkamers van het pand in de [adres 1] .

2.11.

De bezettingsgraad van de hotelkamers, de B&B en de vergaderruimte is vanaf 15 maart tot juni 2020 sterk teruggelopen. De omzet van RSV is in die periode grotendeels weggevallen.

2.12.

RSV heeft geen personeel in dienst en heeft in 2020 slechts beperkt zzp’ers ingezet.

2.13.

RSV had in de zomermaanden van 2020 een - naar omstandigheden - goede bezetting. De bezettingsgraad is vanaf medio oktober 2020 weer sterk gedaald.

2.14.

RSV heeft de huur van november 2020 niet voldaan.

2.15.

RSV heeft op 21 oktober 2020 [gedaagde] verzocht om overleg over een tijdelijke huurverlaging en heeft [gedaagde] daartoe een voorstel gedaan. Dit heeft niet tot overeenstemming tussen partijen over een tijdelijke huurverlaging geleid.

2.16.

[gedaagde] heeft RSV bij brief van 4 november 2020 een aanmaning voor de betaling van de huur van november 2020 gestuurd. In de brief staat ook: “Ingeval de huurachterstand onverhoopt aanhoudt, ben ik genoodzaakt de huurovereenkomst te ontbinden en zal ik ontruiming vorderen. Ik reken er echter op dat uw cliënte het niet zover laat komen en dat zij alsnog aan haar contractuele verplichtingen zal voldoen.”

2.17.

RSV dan wel [directeur] heeft bij de overheid een aanvraag gedaan voor Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Deze is toegekend. De tegemoetkoming van € 1.521,00 is gebruikt om een deel van de huur van december 2020 van het pand [adres 1] en andere vaste lasten te betalen.

2.18.

Er rusten geen hypotheken of beslagen op het pand [adres 1] .

3 De vordering

3.1.

RSV vordert bij wijze van voorlopige voorziening, voor zover mogelijk bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

  1. de huurprijs over de maand november 2020 te verlagen met dan wel op te schorten voor 100%, althans een in goede justitie te bepalen percentage en over de periode 1 december 2020 tot en met 1 juni 2021, althans voor de duur van een in goede justitie te bepalen periode, de huur te verlagen met danwel op te schorten voor 50%, althans een in goede justitie te bepalen percentage, althans RSV te ontslaan van haar betalingsverplichting uit de huurovereenkomst voor de hiervoor genoemde percentages en periodes;

  2. vast te stellen dat aan de verlaging dan wel opschorting van de huur geen rechten kunnen worden ontleend, indien RSV niet binnen 2 maanden na dit vonnis een bodemprocedure aanhangig heeft gemaakt waarin aanpassing van de huurprijs wordt gevorderd;

  3. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen een bedrag aan nasalaris in goede justitie te bepalen, te verhogen met de wettelijke rente, indien deze kosten niet binnen twee weken na de datum van dit vonnis zijn voldaan.

3.2.

Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat door de huidige omstandigheden van de corona crisis sprake is van onvoorziene omstandigheden als bedoeld in artikel 6:258 BW, die van dien aard zijn dat [gedaagde] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de huurovereenkomst - in dit geval onverkorte nakoming van de betaling van de overeengekomen huurprijs - niet mag verwachten.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing