Home

Rechtbank Noord-Holland, 03-03-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:1372, AWB - 19 _ 2313

Rechtbank Noord-Holland, 03-03-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:1372, AWB - 19 _ 2313

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
3 maart 2020
Datum publicatie
6 maart 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:1372
Zaaknummer
AWB - 19 _ 2313
Relevante informatie
Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 01-07-2023 tot 01-01-2024]

Inhoudsindicatie

Eiser is verkeersvlieger, woont in Nederland en heeft Belgisch inkomen. Gedurende het belastingjaar vraagt de gemachtigde aan verweerder om een standpuntbepaling over de belastingplicht van eiser en meer specifiek over de behandeling van het restant persoonsgebonden aftrek in verband met de scholingsuitgaven. Over de duiding van het antwoord van verweerder gaat dit geschil. Eiser stelt dat hij vertrouwen mocht ontlenen aan het antwoord van verweerder. Verweerder stelt van niet en dat hij enkel algemene informatie heeft verstrekt. De rechtbank komt tot het oordeel dat eiser vertrouwen mocht ontlenen aan het antwoord van verweerder en stelt een doorschuifbeschikking vast.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 19/2313

(gemachtigde: mr. [A] ),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2016 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil, waarbij de loonheffing is verhoogd met € 6.665 op grond van de algemene compensatieregeling.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd en geen doorschuifbeschikking vastgesteld.

Eiser heeft daartegen beroep ingesteld, waarbij de gemachtigde heeft verzocht om het beroep over te dragen aan deze rechtbank in verband met zijn aanstelling bij de rechtbank [I] .

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 februari 2020 te Haarlem.

Namens eiser is zijn gemachtigde verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [B] , [C] en [D] .

Overwegingen

Feiten

1. Eiser is geboren op 5 februari 1995 en heeft in 2016 de beroepsopleiding tot verkeersvlieger voltooid.

2. Eiser is inwoner van Nederland.

3. Eiser is via [E] werkzaam geweest voor [F] NV handelend onder de naam [G] . De feitelijke leiding van [F] NV is in België gelegen.

4. Eiser is voor [G] gestationeerd geweest in België en in Frankrijk.

5. De gemachtigde van eiser heeft bij brief van 1 november 2016 verweerder verzocht om een standpuntbepaling ten aanzien van de volgende vragen.

1. Voor welk deel van zijn inkomen valt [X] onder de Nederlandse belastingheffing?

2. Hoe verloopt de verrekening van het saldo persoonsgebonden aftrek (PGA) bij het uiteenlopen van premie- en belastingplicht?

6. In een brief van verweerder, opgesteld door mr. [H] , met dagtekening 8 december 2016, is onder meer het volgende vermeld.

Verdrag met België

(…)

België heeft dan ook voor de gehele periode van 25 april tot en met 31 oktober recht om belasting te heffen over het inkomen van [E] .

(…)

Ik blijf dan ook bij het standpunt dat Nederland voor het inkomen van [E] dat betrekking heeft op de periode van 25 april t/m 31 oktober aftrek ter voorkoming van dubbele belasting zou moeten verlenen.

Restant persoonsgebonden aftrek

Ook in de situatie dat er recht is op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting, wordt het restant persoonsgebonden verrekend. Er is immers voldoende inkomen waarmee de aftrekpost kan worden verminderd.

Aangezien dat in de situatie dat uw inkomen niet in Nederland is belast niet leidt tot een belastingverlaging bestaat daarvoor een speciale regeling. De stallingsregeling of de doorschuifbeschikking genaamd.

Het inkomen waarover geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting is verleend (het verschil tussen uw buitenlands inkomen en uw inkomen uit werk en woning), wordt gestald door middel van een doorschuifbeschikking. Deze beschikking wordt verrekend in het

eerstvolgende jaar waarin er weer in Nederland belaste inkomsten zijn.

(…)

“Belangrijk

Beslissing

Rechtsmiddel