Home

Rechtbank Noord-Holland, 10-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:2635, AWB - 20_456

Rechtbank Noord-Holland, 10-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:2635, AWB - 20_456

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
10 april 2020
Datum publicatie
23 april 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:2635
Zaaknummer
AWB - 20_456

Inhoudsindicatie

beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken machtiging.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 20/456

(beweerdelijk gemachtigde: [A] ),

en

Procesverloop

Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 24 oktober 2019 inzake de aanslag inkomstebelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2016 beroep ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

2. Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.

3. [A] heeft bij het beroepschrift geen machtiging op naam bijgevoegd waaruit blijkt dat hij gemachtigd is beroep in te stellen namens [X] . De rechtbank heeft [A] bij aangetekende brief van 27 januari 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 29 januari 2020 is afgehaald van de afhaallocatie van PostNL.

4. [A] heeft binnen de gestelde termijn geen machtiging ingediend.

5. [A] heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim. Uit het beroepschrift blijkt dat [A] niet de bedoeling heeft voor zichzelf in beroep te komen.

6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 10 april 2020. Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel