Home

Rechtbank Noord-Holland, 08-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:2973, AWB - 17 _ 5216

Rechtbank Noord-Holland, 08-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:2973, AWB - 17 _ 5216

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
8 april 2020
Datum publicatie
22 april 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:2973
Zaaknummer
AWB - 17 _ 5216
Relevante informatie
Wet op de omzetbelasting 1968 [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 11

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. Eiseres is een bedrijfspensioenfonds en doet een beroep op de in artikel 11, eerste lid, letter i, ten derde, van de Wet OB opgenomen vrijstelling. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres niet voldaan aan alle (vier) de criteria zoals die zijn vastgesteld door het HvJ EU zodat zij niet vergelijkbaar is met instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en haar daarom geen beroep op de vrijstelling toekomt. Het beleggingsrisico van de leden van het pensioenfonds is niet van voldoende betekenis om deze gelijk te stellen met het risico dat deelnemers van een icbe dragen.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 17/5216

Stichting Pensioenfonds van de [A] N.V., gevestigd te [Z] , eiseres

(gemachtigde: drs. J.P.A. Vermeer),

en

Procesverloop

Eiseres heeft over het vierde kwartaal 2016 op aangifte € 693.174 aan omzetbelasting voldaan. Tegen deze voldoening heeft eiseres bezwaar gemaakt.

Verweerder heeft het bezwaar bij uitspraak met dagtekening 13 oktober 2017 afgewezen.

Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Partijen hebben op verzoek van de rechtbank schriftelijk gereageerd op de uitspraak van de rechtbank van 28 februari 2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:1720. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 februari 2020 te Haarlem. Namens eiseres zijn verschenen ir. [B] en mr. [C] , bijgestaan door [D] en [E] LLM . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N. van Duijn en mr. C.L. Schonewille-Rozenblad.

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres is ondernemer voor de omzetbelasting en is een bedrijfspensioenfonds van de [A] N.V. (hierna: [A] ). Haar hoofdactiviteit is het verzekeren van de oudedagsvoorziening van (voormalige) werknemers van de [A] . De statuten, gewijzigd per 5 oktober 2017, vermelden onder meer:

“Artikel 1. Omschrijvingen

(…)

Deelnemer: de werknemer of gewezen werknemer die op grond van een Pensioenovereenkomst pensioenaanspraken verwerft jegens [eiseres] en die ingevolge de bepalingen van de Statuten en het Pensioenreglement en/of overeenkomsten met derden dan wel een Uitvoeringsreglement van [eiseres] deelnemer is.

(…)

Uitvoeringsovereenkomst(en): de overeenkomst(en) tussen de Werkgever niet zijnde [eiseres] en [eiseres] inzake de uitvoering en financiering van een of meer Pensioenovereenkomsten.

(…)

Uitvoeringsreglement(en): de door [eiseres] opgestelde regeling(en) inzake de uitvoering en financiering van een of meer Pensioenovereenkomsten met zijn werknemers.

(…)

Artikel 3. Doel en werkwijze

3.1.

Het doel van [eiseres] is het krachtens de Uitvoeringsovereenkomsten en Uitvoeringsreglementen verlenen of doen verlenen of, zomede uitkeren of doen uitkeren van pensioenen en/of andere uitkeringen aan Deelnemers, Gewezen Deelnemers, Pensioengerechtigden en overige Aanspraakgerechtigden in overeenstemming met de bepalingen van de Pensioenreglementen en deze Statuten.

(…)

Artikel 25. Vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten

25.1.

In de situatie dat de Beleidsdekkingsgraad onder het niveau van de Dekkingsgraad Behorende Bij Het Vereist Eigen Vermogen ligt, kan het Bestuur met inachtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving besluiten de pensioenaanspraken te verminderen.

Artikel 32.

(…)

32.2.

Indien bij liquidatie mocht blijken, dat de middelen van het Pensioenfonds onvoldoende zijn ter dekking van de verplichtingen, dan zullen de aanspraken worden verminderd overeenkomstig artikel 25 van deze Statuten.

32.3.

Indien bij liquidatie een batig saldo overblijft, zal – indien de Raad van Bestuur nog bestaat na overleg met hem – dit batig saldo zo veel mogelijk in overeenstemming met de doelstelling van het Pensioenfonds worden aangewend.

(…)”

2. Eiseres belegt in verschillende soorten beleggingen. Daarnaast voert zij een collectieve pensioenregeling van de [A] uit. Zij krijgt daarvoor premies van de [A] , die bestaan uit een werkgeversbijdrage en een deelnemersbijdrage.

3. Op 12 juni 2014 heeft eiseres een Uitvoeringsovereenkomst gesloten met de [A] op die datum. Daarin staat onder meer:

“9 VOORWAARDELIJKE TOESLAGEN

Geschil 8. In geschil is de toepassing van de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, letter i, ten derde, van de Wet OB, voor het beheer van ter collectieve belegging bijeengebrachte vermogens. De vraag is of de vrijstelling van toepassing is op de in 7 genoemde vergoedingen, in het bijzonder of is voldaan aan de voorwaarde dat het beleggingsrisico in eiseres door de pensioendeelnemers wordt gedragen.

Beslissing

Rechtsmiddel