Home

Rechtbank Noord-Holland, 30-10-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:8755, AWB - 19 _ 1053

Rechtbank Noord-Holland, 30-10-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:8755, AWB - 19 _ 1053

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
30 oktober 2020
Datum publicatie
11 november 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:8755
Zaaknummer
AWB - 19 _ 1053

Inhoudsindicatie

Verweerder is voor de zitting geheel tegemoetgekomen. Ter zitting wordt wegingsfactor 1,5 bepleit. het gewicht van de zaken kan echter niet als 'zwaar' worden aangemerkt.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 19/1053 tot en met HAA 19/1055

(gemachtigde: J.A. Klaver),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren, kantoor Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

HAA 19/1053

Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2012 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.248. Hij heeft daarbij ten aanzien van eiseres een beschikking inzake belastingrente gegeven ten bedrage van € 49.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag en de beschikking inzake belastingrente gehandhaafd.

HAA 19/1054

Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2013 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.465. Hij heeft daarbij ten aanzien van eiseres een beschikking inzake belastingrente gegeven ten bedrage van € 45.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag en de beschikking inzake belastingrente gehandhaafd.

HAA 19/1055

Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2014 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.568. Hij heeft daarbij ten aanzien van eiseres een beschikking inzake belastingrente gegeven ten bedrage van € 35.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag en de beschikking inzake belastingrente gehandhaafd.

Beroep

Eiseres heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroepen ingesteld.

Verweerder heeft verweerschriften ingediend.

Voor bijlage 14 bij de verweerschriften heeft verweerder een beroep gedaan op beperkte kennisname op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bij uitspraak van 28 april 2020 heeft de geheimhoudingskamer geoordeeld dat dit beroep gerechtvaardigd is.

Verweerder heeft vóór de zitting de navorderingsaanslagen over de jaren 2012 en 2013 en de daarbij gegeven beschikkingen inzake belastingrente vernietigd.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2020 te Haarlem.

Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [A] en mr. [B] .

Overwegingen

Geschil Ter zitting heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat ook de navorderingsaanslag over het jaar 2014 en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente dienen te worden vernietigd. Dit brengt mee dat alle beroepen gegrond zijn en dat geen inhoudelijke geschilpunten resteren.

Proceskosten

Naar het oordeel van de rechtbank bestaat in deze zaken aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiseres heeft betoogd dat bij de berekening van de proceskostenvergoeding de wegingsfactor 1,5 dient te worden gehanteerd. De rechtbank ziet daartoe evenwel geen aanleiding, omdat niet kan worden gezegd dat het gewicht van de onderhavige zaken kan worden aangemerkt als ‘zwaar’ in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Het belang en de complexiteit van de onderhavige zaken bieden namelijk onvoldoende grond voor de gevolgtrekking dat het gewicht daarvan uitstijgt boven het gemiddelde. De rechtbank stelt de proceskosten op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand daarom vast op € 1.572 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt van € 261, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 525 en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart de beroepen gegrond;

- vernietigt de uitspraken op bezwaar, de navorderingsaanslag over het jaar 2014 en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.574; en

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47 aan eiseres te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. C. Maas, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Anema, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 30 oktober 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel