Home

Rechtbank Noord-Holland, 27-12-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:11937, HAA 21/3700 V

Rechtbank Noord-Holland, 27-12-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:11937, HAA 21/3700 V

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
27 december 2021
Datum publicatie
6 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:11937
Zaaknummer
HAA 21/3700 V

Inhoudsindicatie

verzet gegrond. De brief waarmee de gronden van beroep zijn ingestuurd per abuis aangemeld als nieuw beroep.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 21/3700

(gemachtigde: J.H. Maas).

Procesverloop

Opposant heeft op 22 juli 2021 pro-forma beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Purmerend van 10 juni 2021.

Bij uitspraak van 2 november 2021 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Opposant heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat opposant niet binnen de gestelde termijn de gronden van beroep zou hebben ingediend.

2. In deze verzetzaak beoordeelt de rechtbank uitsluitend of zij in de buiten-zittinguitspraak terecht heeft geoordeeld dat buiten redelijke twijfel is dat het beroep niet-ontvankelijk is.

3. Opposant voert tegen de uitspraak van de rechtbank onder andere aan dat hij de gronden van het beroep op 6 augustus 2021 (tijdig) naar de rechtbank heeft gestuurd.

4. Nadere bestudering van het dossier heeft uitgewezen dat de rechtbank het poststuk van 6 augustus 2021 ten onrechte heeft aangemerkt als een nieuw beroepschrift en heeft geregistreerd onder procedure HAA 21/4015.

5. Hieruit volgt dat de rechtbank in de buiten-zittinguitspraak ten onrechte heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk, dus buiten redelijke twijfel, niet-ontvankelijk was en de zaak ten onrechte zonder zitting heeft afgedaan. Het verzet is gegrond. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak vervalt en de rechtbank het onderzoek hervat in de stand waarin dat zich bevond voordat die buiten-zittinguitspraak werd gedaan. De zaak wordt voortgezet onder HAA 21/3700. Procedure HAA 21/4015 vervalt.

6. De zaak wordt hierna alsnog op een zitting behandeld. Ter voorlichting merkt de rechtbank op dat ook na het onderzoek ter zitting het eindoordeel kan zijn dat het beroep niet-ontvankelijk is of het beroep ongegrond is.

7 De rechtbank veroordeelt de heffingsambtenaar van de gemeente Purmerend voor de in verzet gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 267 (0,5 punt voor het indienen van het verzetschrift, met een waarde per punt van € 534 en wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:

-

verklaart het verzet gegrond;

-

veroordeelt de heffingsambtenaar van de gemeente Purmerend in de kosten van het verzet van opposant tot een bedrag van € 267.

Deze uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel