Home

Rechtbank Noord-Holland, 10-09-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:7884, HAA 20/4831 en 20/5092

Rechtbank Noord-Holland, 10-09-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:7884, HAA 20/4831 en 20/5092

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
10 september 2021
Datum publicatie
21 september 2021
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:7884
Formele relaties
Zaaknummer
HAA 20/4831 en 20/5092

Inhoudsindicatie

ongegrond. geen verzetgronden. niet verschenen op verzetzitting zonder tegenbericht.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 20/4831 en 20/5092 V

Procesverloop

Eiseres heeft bij brieven van 23 augustus 2020 en 28 september 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst van 20 juli 2020 en 14 september 2020 inzake naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en de daarbij vastgestelde boetebeschikkingen.

Bij uitspraak van 16 april 2021 heeft de rechtbank de beroepen niet-ontvankelijk verklaard.

Opposante heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld. Opposante heeft verzocht om op een zitting te worden gehoord. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 augustus 2021. alwaar opposante zonder tegenbericht niet is verschenen. De rechtbank heeft ter zitting onderzocht of opposante behoorlijk is uitgenodigd voor de zitting. De griffier heeft opposante bij aangetekende brief van 22 juli 2021, onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd ter zitting te verschijnen. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek heeft uitgewezen dat deze brief op 23 juli 2021 is bezorgd.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de beroepszaken uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat opposante verzuimd zou hebben het griffierecht te voldoen binnen de haar daartoe gestelde termijn.

2. Opposante heeft in haar verzetschrift geen gronden gericht tegen de uitspraak van de rechtbank van 16 april 2021 vermeld. De rechtbank heeft opposante bij aangetekende brief van 20 mei 2021 verzocht om binnen twee weken dit verzuim te herstellen.

3. Opposante heeft vervolgens uitstel voor het indienen van de verzetgronden verzocht. Bij aangetekend verzonden brief van 3 juni 2021 heeft de rechtbank opposante bericht dat dit uitstel wordt verleend tot zes weken na de datum van verzending van deze brief. De termijn is hiermee geëindigd op 15 juli 2021. Onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 4 juni 2021 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.

4. Opposante heeft geen gronden ingediend die gericht zijn tegen de uitspraak van de rechtbank. Nu gesteld noch gebleken is dat het niet tijdig voldoen van het griffierecht opposante niet kan worden aangerekend, is de rechtbank van oordeel dat de beroepen terecht (kennelijk) niet-ontvankelijk zijn verklaard. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak in stand blijft.

5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.K.A. Efstratiades, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel