Home

Rechtbank Noord-Holland, 21-12-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:13975, HAA - 22 _ 1897

Rechtbank Noord-Holland, 21-12-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:13975, HAA - 22 _ 1897

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
21 december 2023
Datum publicatie
16 februari 2024
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2023:13975
Zaaknummer
HAA - 22 _ 1897
Relevante informatie
Art. 4 AWR, Art. 27e AWR, Art. 52a AWR, Art. 67e AWR

Inhoudsindicatie

In geschil zijn navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting ter zake van vermogen in een in [Land 2] gevestigde Stiftung alsmede daarmee verband houdende vergrijpboetes en belastingrentebeschikkingen. De rechtbank acht aannemelijk dat eiser in alle onderhavige jaren fiscaal inwoner van Nederland was. De navorderingsaanslagen blijven in stand. Vernietiging vergrijpboetes wegens extreem lange duur procedure (14 jaar).

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummers: HAA 22/1897 tot en met HAA 22/1910

(gemachtigde: R. Tangenberg),

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser voor de jaren 1997 tot en met 2007 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (ib/pvv) opgelegd. Daarbij is steeds bij beschikkingen een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft aan eiser voor de jaren 1998 tot en met 2000 navorderingsaanslagen vermogensbelasting (vb) opgelegd. Daarbij is steeds bij beschikkingen een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de navorderingsaanslagen en de beschikkingen gehandhaafd. Verweerder heeft de boeten ambtshalve verminderd in verband met overschrijding van de redelijke termijn.

Eiser heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 november 2023 te Haarlem. Namens eiser is de gemachtigde verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam 1] en mr. [naam 2] .

Overwegingen

Feiten

1. Eiser is geboren op [geboortedatum 1] . Hij stond in de Basisregistratie personen (BRP) ingeschreven op het adres [adres 1] te [plaats 1] van [periode] . Eiser is eigenaar van de woning op dat adres. Hij heeft over de onderhavige jaren aangifte voor de ib/pvv gedaan als binnenlands belastingplichtige. In de aangiften heeft hij de woning aangegeven als eigen woning en in verband daarmee hypotheekrente in aftrek gebracht.

2. Op 21 september 1994 is de stichting genaamd [naam stichting] Stiftung (hierna: de Stiftung ) in [plaats 2] , [land 2] opgericht. Als bank van de Stiftung treedt de [naam bank] in [plaats 2] op.

3. In een proces-verbaal van 24 november 2008 heeft [naam 3] , opsporingsambtenaar bij de Belastingdienst/FIOD-ECD, het volgende vastgelegd: “Aanleiding onderzoek

Naar aanleiding van aandacht in de media inzake belastingplichtigen die gebruik c.q. misbruik zouden maken van [land 2] stiftungen heeft de heer [naam 4] , medewerker van team Internationaal van de FIOD-ECD te [plaats 3] , contact opgenomen met de [land 3] fiscale autoriteiten. (...) Naar aanleiding hiervan werd de heer van [naam 4] uitgenodigd om in [plaats 4] de gegevens uit handen van de [land 3] autoriteiten te ontvangen. (...)

Voornoemde collega van [naam 4] ontving (…) uit handen van mevrouw [naam 5] één ordner met gegevens betreffende [land 4] belastingplichtigen. Deze ordner heeft als opschrift " [titel 1] ". Volgens de verklaring van mevrouw [naam 5] waren deze gegevens naar voren gekomen tijdens een onderzoek van de [land 3] autoriteiten.

De overdracht van deze gegevens vond plaats op grond van de richtlijn 77/799 van de Europese Gemeenschap. (...)

Ik (…) heb de stukken uit handen van van [naam 4] ontvangen. (...) De stukken werden door de [land 3] autoriteiten verstrekt voor fiscale doeleinden. (...)

Vooronderzoek

Bij het bestuderen van de ordner zag ik dat er sprake was van in totaal 21 individuele dossiers betreffende vermoedelijk [land 4] belastingplichtigen. (...) In de ordner zag ik achter het eerste tabblad met opschrift "21" de volgende stukken:

♦ Één "Feststellung der wirtschaftlich berechtigten person'' op papier van de [naam bank] in [land 2] , gedateerd 30 mei 2001. Als "vertragspartner" is te lezen '' [naam stichting] Stiftung ". Als "kontonummer" is te lezen " [# 1] " en als "wirtschaftlich berechtigt'' lees ik [eiser] , geboren op [geboortedatum 1] , adres [adres 1] te [plaats 1] (...).

♦ Één "widmungserklärung'', opgesteld in de [land 3] taal en gedateerd 20 november ` 2001 (...).

♦ Één "Ubersicht beziehungen" gedateerd 1 januari 2002. Ik lees in dit stuk onder meer " [naam stichting] Stiftung " en " [# 1] " en "summary as of [# 2] ". Verder lees ik een "total" van 1.717.728,77 uitgedrukt in [munteenheid 1] (...).

♦ Één stuk waarin ik in de koptekst onder meer lees " [naam stichting] Stiftung " en " [titel 2] " en "status "aktiv" en kundenbesuch 15.03.2001 (...).

Vervolgens werden in het aan de belastingdienst ter beschikking staande geautomatiseerde systeem Beheer van Relaties (BVR) de naw gegevens van voornoemde natuurlijke persoon onderzocht. Bij het intoetsen van de naam en geboortedatum (...) komt de volgende persoon naar voren:

Naam: [eiser]

Voorletter: [eiser]

Geb. dat.: [geboortedatum 1]

Sofinummer: [# 3]

Adres: [adres 1]

[postcode] [plaats 1] ”

4. De hiervoor vermelde widmungserklärung vermeldt, voor zover thans van belang, het volgende:

“Hiermit widme ich der aufgeführten Stiftung den Betrag von [munteenheid 2] 33'l78.95. Den gewidmeten Betrag habe ich dem Konto der Stiftung Nr. [# 4] bei der [naam bank] in [land 2] AG, [plaats 2] , bereits gutgebracht.

Gleichzeitig bestätige ich hiermit, dass ich diese Gelder rechtmässig erworben habe und darüber frei verfügungsberechtigt bin. Ich gebe diese Widmungserklärung frei von Irrtum, Drohung oder Zwang ab.

[eiser]

Annahmeerklärung

[naam stichting] STIFTUNG ”

Geschil 23. In geschil is of de navorderingsaanslagen en de beschikkingen terecht zijn vastgesteld. Meer in het bijzonder is in geschil of de nagevorderde bedragen terecht in aanmerking zijn genomen, of eiser in alle onderhavige jaren fiscaal inwoner van [land 5] was en of sprake is van strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Beslissing

Rechtsmiddel