Home

Rechtbank Noord-Holland, 30-01-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:1038, 24/582

Rechtbank Noord-Holland, 30-01-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:1038, 24/582

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
30 januari 2025
Datum publicatie
10 maart 2025
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2025:1038
Zaaknummer
24/582
Relevante informatie
Art. 7:15 Awb

Inhoudsindicatie

Belastingplichtige kan geen beroep kan doen op het correctiebeleid, omdat hij zelf om navordering heeft verzocht. Hierdoor kan er niet gesproken worden van een overschrijding van de "irritatiegrens", omdat de belastingplichtige zelf de initiële stap heeft gezet die tot navordering heeft geleid. Eiser heeft geen recht op proceskostenvergoeding in de bezwaarfase, omdat er geen sprake is van een onrechtmatigheid aan de kant van de Belastingdienst.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 24/582

(gemachtigde: J.A. Klaver),

en

Procesverloop

Met dagtekening 1 april 2023 heeft verweerder aan eiser voor het jaar 2021 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (ib/pvv) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 26.648.

Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag ib/pvv verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 25.531.

Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 november 2024. Eiser is samen met zijn gemachtigde verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door

mr. [naam 1] en [naam 2] .

Overwegingen

Feiten

1. Eiser is geboren op 23 augustus 1989 en heeft in 2021 geen fiscaal partner.

2. Op 16 september 2022 heeft eiser de aangifte ib/pvv voor het jaar 2021 ingediend. Het (winst)aangiftebiljet ziet er als volgt uit:

Belastbare winst

-/- 719

Looninkomsten Stichting [stichting]

29.162

Saldo eigen woning

-/- 3.367

Inkomen box 1

25.076

3. Met dagtekening 28 december 2022 is de primitieve aanslag ib/pvv 2021 opgelegd. Het belastbaar inkomen uit werk en woning is conform de ingediende aangifte vastgesteld op € 25.076. Het te ontvangen bedrag is € 1.739 (inclusief vergoede belastingrente van € 10).

4. Op 9 februari 2023 heeft de Belastingdienst een (gewijzigde) aangifte van eiser ontvangen. Daarin zijn de volgende inkomsten en kosten vermeld:

Loon Stichting [stichting]

29.162

Opbrengsten uit overige werkzaamheden (hierna: ROW)

1.510

Kosten ROW

-/- 145

1.365

Eigen woningforfait

1.755

Aftrekbare rente

-/- 5.418

-/- 3.663

Uitgaven specifieke zorgkosten

-/- 216

Inkomen box 1

26.648

5. De Belastingdienst heeft de herziene aangifte aangemerkt als een verzoek om navordering.

6. Met dagtekening 1 april 2023 wordt, conform de door eiser ingediende herziene aangifte, de navorderingsaanslag ib/pvv 2021 opgelegd. Het belastbaar inkomen uit werk en woning is hierbij vastgesteld op € 26.648. Het te betalen bedrag is berekend op € 639 (inclusief € 20 belastingrente).

7. Op 1 februari 2024 heeft verweerder uitspraak op bezwaar gedaan. Het belastbaar inkomen uit werk en woning is vastgesteld op € 25.531. Het te ontvangen/te verrekenen bedrag is berekend op € 458.

Geschil 8.In geschil is of het correctiebeleid van de Belastingdienst op de navorderingaanslag van toepassing is. Indien deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, is in geschil of het correctiebeleid ertoe leidt dat de navorderingsaanslag moet worden vernietigd.

Verder is in geschil of eiser recht heeft op een kostenvergoeding voor de bezwaarfase.

Beoordeling van het geschil

Toepassing correctiebeleid
9. Eiser neemt het standpunt in dat het correctiebeleid van de Belastingdienst van toepassing is en dat de navorderingsaanslag moet worden vernietigd, nu de aanslag na de bezwaarfase in die mate is verlaagd dat het bedrag onder de grens van
€ 450 is komen te liggen. Verweerder betoogt dat het correctiebeleid in het geval van eiser niet van toepassing is, omdat eiser zelf heeft verzocht om een navorderingsaanslag middels de indiening van de herziene aangifte op 9 februari 2023. Subsidiair neemt verweerder het standpunt in dat, indien het correctiebeleid wel van toepassing is, toepassing ervan niettemin geen gevolgen heeft voor de navorderingsaanslag.

10. In het correctiebeleid van de Belastingdienst is onder meer het volgende opgenomen:

“1. Context

Beslissing

Rechtsmiddel