Rechtbank Noord-Holland, 23-10-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:12325, AWB - 25 _ 532
Rechtbank Noord-Holland, 23-10-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:12325, AWB - 25 _ 532
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 23 oktober 2025
- Datum publicatie
- 24 november 2025
- Zaaknummer
- AWB - 25 _ 532
- Relevante informatie
- Art. 6.27 Wet IB 2001, Art. 6.2a Wet IB 2001, Art. 11 AWR
Inhoudsindicatie
Eiser heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting 2019 scholingsuitgaven van € 40.477 voor een vwo-opleiding als aftrekpost opgevoerd. De Belastingdienst heeft deze aftrek geweigerd, omdat een vwo-opleiding in beginsel in een te ver verwijderd verband staat tot het verwerven van inkomen. Eiser stelde dat de opleiding noodzakelijk was om aardwetenschappen te kunnen studeren en later als paleontoloog inkomen te verdienen. De rechtbank oordeelt dat de kosten voor de vwo-opleiding in een te ver verwijderd verband staan met het verwerven van inkomen en dat de situatie daarom verschilt van het arrest van de Hoge Raad waar eiser zich op beroept (ECLI:NL:HR:1980:AW9929). Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel slaagt niet. Omdat de aftrek in 2019 terecht is geweigerd, bestaat in 2020 geen recht op een restant persoonsgebonden aftrek.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 25/532 en HAA 25/583
(gemachtigde: [naam 1] ),
en
Procesverloop
HAA 25/532
Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2019 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.000. Bij de aanslag is belastingrente in rekening gebracht.
HAA 25/583
Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2020 een aanslag IB/PVV berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 23.002 opgelegd. Bij de aanslag is belastingrente in rekening gebracht.
Beide zaken
Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar de aanslagen gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft twee verweerschriften ingediend.
Eiser heeft een nader stuk ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2025 te Haarlem.
Eiser is in de persoon van zijn gemachtigde verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam 2] en mr. [naam 3] .