Rechtbank Noord-Holland, 18-02-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:1629, AWB - 24 _ 2780
Rechtbank Noord-Holland, 18-02-2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:1629, AWB - 24 _ 2780
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 18 februari 2025
- Datum publicatie
- 19 maart 2025
- Zaaknummer
- AWB - 24 _ 2780
- Relevante informatie
- DWU
Inhoudsindicatie
Douane. Schiphol. Groene kanaal. Gouden sieraden in bagage. De controle heeft mogelijk plaatsgevonden op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat het gebruik van wat bij die controle aan het licht is gekomen ontoelaatbaar moet worden geacht.
Uitspraak
Rechtbank noord-holland
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 24/2780
uitspraak van de enkelvoudige douanekamer van 18 februari 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres,
en
de inspecteur van de Douane, verweerder.
Inleiding
Deze uitspraak gaat over de eventuele verschuldigdheid van invoerrecht en omzetbelasting voor het meenemen van gouden sieraden door het groene kanaal op Schiphol.
Verweerder heeft met dagtekening 30 december 2023 aan eiseres een uitnodiging tot betaling (hierna: de utb) uitgereikt van € 340,96, bestaande uit € 35,48 aan douanerecht en
€ 305,48 aan omzetbelasting (btw).
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 22 maart 2024 het bezwaar ongegrond verklaard en de utb gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen op 1 mei 2024 beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 november 2024.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam 1] en [naam 2] .
Eiseres is zonder bericht van verhindering niet verschenen.
Eiseres is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 14 oktober 2024 naar het adres [adres] , [postcode] [woonplaats] , uitgenodigd voor de zitting. In de uitnodiging is vermeld waar en hoe laat de zitting zal plaatsvinden. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de uitnodiging op 15 oktober 2024 is uitgereikt en dat voor ontvangst daarvan is getekend. De rechtbank is gezien het voorgaande van oordeel dat zij de uitnodiging op de juiste wijze, tijdig en op het juiste adres heeft aangeboden.
De griffier heeft eiseres kort voor de aanvang van de zitting gebeld om te vernemen waarom zij niet is verschenen. Zij heeft verklaard op de hoogte te zijn van de zitting maar dat zij niet aanwezig zal zijn.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en vervolgens heropend om eiseres de gelegenheid te geven te reageren op de nadere stukken die verweerder na de zitting heeft toegezonden. Eiseres heeft hierop op 5 december 2024 schriftelijk gereageerd.
Bij brief van 11 december 2024 heeft de rechtbank partijen meegedeeld een nader onderzoek ter zitting niet nodig te vinden en partijen verzocht mee te delen of zij op een zitting willen worden gehoord. Partijen hebben binnen de gestelde termijn niet gereageerd waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten en bepaald dat op uiterlijk op18 februari 2025 uitspraak wordt gedaan.