Home

Rechtbank Noord-Nederland, 14-11-2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:4711, 24/1831 en 24/1832

Rechtbank Noord-Nederland, 14-11-2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:4711, 24/1831 en 24/1832

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
14 november 2024
Datum publicatie
11 december 2025
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2024:4711
Zaaknummer
24/1831 en 24/1832
Relevante informatie
Art. 14 WBRV, Art. 15a WBRV, Art. 67c AWR

Inhoudsindicatie

Overdrachtsbelasting. Onvoorziene omstandigheden, artikel 15a vijfde lid WBR. Niet bewonen woning na verkrijging. Verzuimboete. Beroepen ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 24/1831 en 24/1832

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 14 november 2024 in de zaken tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres,

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

gezamenlijk te noemen: eisers

(gemachtigde: mr. A.J.J. van den Berge),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/MKB/kantoor Leeuwarden, de inspecteur

(gemachtigde: [gemachtigde inspecteur] ).

Inleiding

Zaaknummer 24/1831 (aanslag eiseres)

1.1.

De inspecteur heeft aan eiseres een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting opgelegd van € 21.438 ter zake van de verkrijging op 1 april 2022 van de onroerende zaak gelegen aan de [adres] te [woonplaats] (de onroerende zaak). Tegelijk met dit besluit heeft de inspecteur bij beschikking een bedrag van € 714 aan belastingrente in rekening gebracht en een verzuimboete opgelegd van € 2.143.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar van 16 januari 2024 heeft de inspecteur het bezwaar van eiseres afgewezen.

Zaaknummer 24/1832 (aanslag eiser)

1.3.

De inspecteur heeft aan eiser een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting opgelegd van € 21.438 ter zake van de verkrijging op 1 april 2022 (zie 1.1.). Tegelijk met dit besluit heeft de inspecteur bij beschikking een bedrag van € 714 aan belastingrente in rekening gebracht en een verzuimboete opgelegd van € 2.143.

1.4.

Bij uitspraak op bezwaar van 16 januari 2024 heeft de inspecteur het bezwaar van eiser afgewezen.

Beide zaaknummers

1.5.

Eisers hebben op 26 februari 2024 beroep ingesteld tegen de onder 1.2. en 1.4. genoemde uitspraken op bezwaar.

1.6.

De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.

1.7.

De rechtbank heeft de beroepen op 15 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, mede namens eiseres, en de gemachtigde van de inspecteur, bijgestaan door [medewerker inspecteur] .

Feiten

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep