Home

Rechtbank Noord-Nederland, 22-04-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:1495, LEE 23/5434

Rechtbank Noord-Nederland, 22-04-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:1495, LEE 23/5434

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
22 april 2025
Datum publicatie
25 april 2025
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2025:1495
Zaaknummer
LEE 23/5434
Relevante informatie
Art. 4 WBc, Art. 11 lid 1 onderdeel f Wet OB 1968

Inhoudsindicatie

Wet op het BTW-compensatiefonds, de in artikel 4, eerste lid, van de Wet Bcf opgenomen uitsluitingsgronden zijn niet van toepassing op de omzetbelasting ter zake van de bouw van het nieuwe gemeentehuis die kan worden toegerekend aan de schuldhulpverleningsdiensten die in of vanuit dat nieuwe gemeentehuis worden verricht. Dit betekent dat de gemeente recht heeft op een aanvullende bijdrage uit het BTW-compensatiefonds.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummer: LEE 23/5434

Gemeente [X] , te [Z] , eiseres,

(gemachtigden: H. Zuidersma en mr. D. Visser),

en

de inspecteur van de Belastingdienst Grote Ondernemingen/kantoor Groningen, de inspecteur,

(gemachtigden: [persoon 1] en [persoon 2] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 1 november 2023.

1.1.

De inspecteur heeft aan eiseres voor het jaar 2021 een beschikking compensabele BTW afgegeven van € 8.987.539. Het betreft een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds als bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Wet op het BTW-compensatiefonds (Wet Bcf).

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

1.3.

De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

1.4.

Eiseres en de inspecteur hebben nadere stukken ingediend.

1.5.

De rechtbank heeft het beroep op 12 februari 2025 op een zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door [persoon 3] , [persoon 4] en [persoon 5] , bijgestaan door haar gemachtigde, mr. P.J. van Peperstraten . Namens de inspecteur waren aanwezig diens gemachtigden, bijgestaan door [persoon 6] .

Feiten

2. Eiseres is een publiekrechtelijk lichaam.

3. Eiseres heeft een nieuw gemeentehuis laten bouwen dat in 2021 is opgeleverd. Ter zake van verschillende leveringen en diensten die eiseres hiervoor heeft afgenomen, is aan haar omzetbelasting in rekening gebracht.

4. Eiseres biedt in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening1 schuldhulpverleningsdiensten aan. Zij brengt aan degenen die hiervan gebruik maken geen vergoeding of kosten in rekening. Het nieuwe gemeentehuis wordt onder meer feitelijk gebruikt voor het verrichten van deze schuldhulpverleningsdiensten.

5. Eiseres heeft verzocht om een beschikking compensabele BTW van € 9.278.410. De inspecteur heeft een beschikking compensabele BTW afgegeven van € 8.987.539. Het verschil van € 290.871 betreft de aan (het gebruik ten behoeve van) de schuldhulpverleningsdiensten toerekenbare omzetbelasting die ter zake van de bouw van het nieuwe gemeentehuis aan eiseres in rekening is gebracht.

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep