Rechtbank Noord-Nederland, 20-05-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:1922, 24/3079
Rechtbank Noord-Nederland, 20-05-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:1922, 24/3079
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 20 mei 2025
- Datum publicatie
- 27 mei 2025
- Zaaknummer
- 24/3079
- Relevante informatie
- Art. 3:4 Awb, Art. 3a AWR, Art. 26 AWR, Art. 67a AWR
Inhoudsindicatie
Eiser is uitgenodigd, herinnerd en aangemaand om aangifte IB/PVV te doen voor 2021. De in de aanmaning genoemde uiterste termijn is 15 september 2022. Op 10 oktober 2022 verzoekt eiser om een papieren aangiftebiljet en op 22 oktober 2022 dient hij de aangifte in. Eiser krijgt een verzuimboete opgelegd van € 385. Eiser verzet zich tegen het digitaal doen van aangifte vanwege de risico’s (hacking, diefstal digitale data). Hij vindt dat de Belastingdienst hem jaarlijks een papieren aangiftebiljet moet toesturen en dat het onredelijk is om van hem te vragen om daar jaarlijks zelf om te verzoeken. De rechtbank is dat niet met eiser eens. Het is voor de burger maar één keer per jaar een simpele, relatief snel uit te voeren handeling, waarbij vrijwel geen gegevens hoeven te worden aangeleverd. Gelet op de enorme aantallen jaarlijks te verwerken aangiften IB is het voorstelbaar dat de Belastingdienst in de uitvoering kiest voor een zo eenvoudig mogelijke structuur met zo min mogelijk verschillende processen. Eisers beroep op het evenredigheidsbeginsel slaagt niet. De verzuimboete is dus op zichzelf terecht opgelegd, maar de rechtbank vindt een boete van € 200 in dit geval passend en geboden. Daarbij weegt de rechtbank mee dat er voor eiser geen andere manier was om een oordeel van de rechter te krijgen over zijn argumentatie dan door het op een boete aan te laten komen. De rechtbank matigt de boete met 10% omdat de redelijke termijn van berechting is overschreden.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 24/3079
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur
(gemachtigde: mr. [naam] ).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 14 juni 2024.
De inspecteur heeft aan eiser voor het jaar 2021 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 30.573.
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur aan eiser een verzuimboete van € 385 opgelegd en bij beschikking belastingrente vergoed (€ 20).
De inspecteur heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 8 mei 2025 op een zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en namens de inspecteur mr. [naam] en mr. [naam] .