Home

Rechtbank Noord-Nederland, 17-07-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:2832, LEE 25/1234

Rechtbank Noord-Nederland, 17-07-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:2832, LEE 25/1234

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
17 juli 2025
Datum publicatie
16 oktober 2025
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2025:2832
Zaaknummer
LEE 25/1234
Relevante informatie
Art. 7:1a Awb, Art. 8:5 Awb

Inhoudsindicatie

De rechtbank beoordeelt of de inspecteur de aanslag niet te hoog heeft vastgesteld. Meer in het bijzonder gaat het om de vraag of de inspecteur terecht rekening heeft gehouden met € 171 aan ingehouden loonheffing.

De inspecteur is bij het opleggen van de aanslag uitgegaan van de gegevens die hij van de werkgever en uitkeringsinstanties heeft ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank mag de inspecteur van die gegevens uitgaan. Eiser heeft niet gesteld dat die gegevens onjuist zijn.

Voor zover eiser met zijn stelling dat de vooraf ingevulde aangifte verkeerde gegevens bevatte, heeft bedoeld een beroep op het vertrouwensbeginsel te doen overweegt de rechtbank dat het aan eiser is om dan te bewijzen dat de vooraf ingevulde aangifte verkeerde gegevens bevatte. Dat heeft eiser niet gedaan.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummer: LEE 25/1234

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

Belastingdienst Particulieren / kantoor Den Haag, de inspecteur

(gemachtigde: [naam 1] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de beslissing van de inspecteur van 18 november 2024 op het verzoek van eiser om ambtshalve vermindering van de aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2022.

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 19 januari 2024 een aanslag IB/PVV 2022 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.921.

1.2.

Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur eiser € 61 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).

1.3.

Eiser heeft op 13 januari 2024 twee herziene aangiften IB/PVV 2022 ingediend.

1.4.

De inspecteur heeft de herziene aangiften aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2022.

1.5.

De inspecteur heeft het verzoek om ambtshalve vermindering afgewezen.

1.6.

De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

1.7.

De rechtbank heeft het beroep op 14 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van de inspecteur bijgestaan mr. drs. [naam 2] . Eiser is – zonder bericht van verhindering – niet op zitting verschenen. De rechtbank heeft eiser op 23 april 2024 per brief meegedeeld waar en wanneer de zitting zou plaatsvinden. De rechtbank heeft deze brief aangetekend verstuurd naar het adres van eiser. Uit informatie uit het Track & Trace-systeem van PostNL blijkt dat op 24 april 2024 is getekend voor de ontvangst van deze brief. Eiser is dus correct uitgenodigd voor de zitting.

Feiten

“Aangifte wijzigen

Bezwaar maken

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep