Rechtbank Noord-Nederland, 18-09-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:3802, AWB_LEE 24/2170
Rechtbank Noord-Nederland, 18-09-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:3802, AWB_LEE 24/2170
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 18 september 2025
- Datum publicatie
- 29 september 2025
- Zaaknummer
- AWB_LEE 24/2170
- Relevante informatie
- Art. 217 Gemw
Inhoudsindicatie
Afvalstoffenheffing recreatiewoning – eiser is (onder meer) van mening dat er een wettelijke grondslag ontbreekt aan de aanslag afvalstoffenheffing voor zijn recreatiewoning gelegen in de voormalige gemeente Haren, die na de herindeling samen met de voormalige gemeenten Ten Boer en Groningen tot een nieuwe gemeente Groningen is samengevoegd. De rechtbank overweegt dat in onderdeel 1.4 van de tarieventabel behorende bij de toepasselijke verordening van de gemeente Groningen een tarief is bepaald specifiek voor een recreatiewoning of een tweede woning “waarvan de gebruiker niet als ingezetene staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen”. De heffingsambtenaar stelt dat dit zo moet worden opgevat dat dit onderdeel van toepassing is op gebruikers die niet staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres van de recreatiewoning. De rechtbank overweegt dat vaststaat dat eiser wél staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen, ook al is dat niet op het adres recreatiewoning. De rechtbank oordeelt daarom – gelet op artikel 217 van de Gemeentewet over de essentialia die een belastingverordening moet bevatten en de jurisprudentie van de Hoge Raad daarover – dat de formulering van onderdeel 1.4 van de tarieventabel maakt dat eiser niet op grond van dit onderdeel belast kan worden. Daarbij geldt dat de gemeenteraad met het invoeren van onderdeel 1.4 in de tarieventabel er naar het oordeel van de rechtbank voor gekozen heeft om een bijzondere regel, specifiek voor recreatiewoningen (lex specialis) in het leven te roepen, die als verbijzondering voorgaat op de algemene regel (lex generalis) zoals die in de verordening is uitgewerkt voor alle percelen – het beroep is gegrond
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 24/2170
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 18 september 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
en
de heffingsambtenaar van het Noordelijk Belastingkantoor
(gemachtigde: J. Loots).
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 23 februari 2024.
De heffingsambtenaar heeft aan eiser voor het belastingjaar 2023 een aanslag afvalstoffenheffing opgelegd van € 308,52 (de aanslag).
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Beide partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 1 september 2025 op een zitting behandeld. Hieraan hebben eiser en de gemachtigde van de heffingsambtenaar deelgenomen.