Rechtbank Rotterdam, 14-04-2017, ECLI:NL:RBROT:2017:4946, 5401547
Rechtbank Rotterdam, 14-04-2017, ECLI:NL:RBROT:2017:4946, 5401547
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 14 april 2017
- Datum publicatie
- 28 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2017:4946
- Zaaknummer
- 5401547
Inhoudsindicatie
Verplichtingen notaris.
Uitspraak
zaaknummer: 5401547 CV EXPL 16-40062
uitspraak: 14 april 2017
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de vereniging
Vereniging van Eigenaars [naam VVE] te [plaatsnaam],
vestigingsplaats: [plaatsnaam],
eiseres,
gemachtigde: mr. A.J.C.L. Pals-Rubbens te Breda,
tegen
de naamloze vennootschap
Van Heeswijk Notarissen N.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. L.A.L. Westerwoudt te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als “de VvE” en “Van Heeswijk”.
1 Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
- -
-
het exploot van dagvaarding van 5 september 2016 met 14 producties;
- -
-
de conclusie van antwoord met 4 producties;
- -
-
het tussenvonnis van 14 november 2016;
- -
-
de brief van mr. Westerwoudt d.d. 9 januari 2017 waarin een tegeneis wordt ingesteld .
- -
-
de akte ‘verweer producties’ tevens houdende wijziging van eis met productie 15 van de VvE;
- -
-
het proces-verbaal van de op 10 januari 2017 gehouden comparitie van partijen met de door partijen overgelegde zittingsaantekeningen/notities;
2 De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast.
Het appartementsrecht [straatnaam] [huisnummer] te [plaatsnaam] behoorde in eigendom toe aan mevrouw [A.]. [A.] heeft een achterstand van € 5.305,64 laten ontstaan in de betaling van de aan de VvE verschuldigde bijdragen. Deze schuld heeft [A.] niet voldaan.
[A.] had ook een schuld aan haar hypotheekbank, op wiens verzoek het appartementsrecht executoriaal is geveild op 20 januari 2012, welke veiling door Van Heeswijk werd begeleid.
Artikel 2 van het splitsingsreglement luidt:
Tot de gemeenschappelijke gedeelten worden ondermeer gerekend, een en ander van toepassing voorzover aanwezig:
(...)
b. technische installaties met de daarbij behorende leidingen, met name voor centrale verwarming voor luchtbehandeling, vuilverwerking en -afvoer, afvoer van hemelwater met de riolering, gas, water en verder de hydrofoor, de electriciteits- en telefoonleidingen, de brandslangen, voormelde leidingen voor riolering, gas, water, electriciteit en telefoon alléén tot aan de aansluiting in het privé-gedeelte ten behoeve waarvan die leiding in stand wordt gehouden, de gemeenschappelijke antenne, de bliksembeveiliging, de liften, de alarminstallatie”
Artikel 17 van het splitsingsreglement luidt:
Tot de schulden en kosten als bedoeld in artikel 875f eerste lid onder a Derde Boekvan het Burgerlijk Wetboek worden ondermeer gerekend:
(...)
k. de kosten van brandstof, de electriciteit en het water, benodigd voor de centrale verwarming annex warmwaterinstallaties, gemaakt ten behoeve van de gemeenschappelijke gedeelten;
(....)
n. de kosten voor verwarming van alle overige dan in lid k van dit artikel bedoelde ruimten waaronder privé gedeelten; hieronder worden mede verstaan:
a. de kosten van brandstof;
b. de kosten van electriciteitsverbruik van de verwarmingsinstallatie;
c. de kosten van normaal onderhoud van de verwarmingsinstallatie;
d. de in verband met de verwarming gemaakte administratiekosten.
Het aandeel van iedere eigenaar in de verwarmingskosten wordt bindend vastgesteld door een door de vergadering op voorstel van het bestuur aan te wijzen derde.”
Voorafgaand aan de veiling heeft de VvE bij brief van haar gemachtigde d.d. 5 januari 2012 aan Van Heeswijk opgave gedaan van de bijdragen als bedoeld in artikel 5:122 lid 3 BW. Primair maakt de VvE aanspraak op betaling van de volledige achterstand van € 5.305,64 en subsidiair op betaling van € 3.583,70 ex artikel 5:122 lid 5 BW (later aangepast naar € 3.527,34).
De achterstand voor het lopende (2012) en het voorafgaande boekjaar (2011) bedroeg € 3.527,34. Op 15 maart 2013 ontving de VvE van Van Heeswijk een bedrag van € 2.613,50. Het verschil ad € 913,84 is de inzet van het geschil.
De VvE heeft Van Heeswijk bij brief van 5 juni 2012 aansprakelijk gesteld en aanspraak gemaakt op betaling.
3 De vordering
De VvE vordert na wijziging van eis:
Primair:
Van Heeswijk te veroordelen om aan de VvE te voldoen:
1. ter zake de te weinig ingehouden bijdragen conform artikel 5: 122 BW;
2. € 181,50 wegens buitengerechtelijke incassokosten;
3. de wettelijke rente vanaf 19 juni 2012 tot en met 30 augustus 2016 zijnde een bedrag van € 104,51 en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2016 tot en met de dag der algehele voldoening;
Subsidiair:
4. te verklaren voor recht dat de stookkosten voor privégedeelten op grond van artikel 2 sub b jo artikel 17 sub h MR 1973 onderdeel vormen van de bijdragen zoals bedoeld in artikel 5: 122 lid 3 BW;
Meer subsidiair:
5. te verklaren voor recht dat de stookkosten voor privégedeelten op grond van artikel 17 sub n van het reglement van splitsing onderdeel vormen van de bijdragen zoals bedoeld in artikel 5: 122 lid 3 BW;
met in alle gevallen veroordeling van Van Heeswijk in de kosten van deze procedure.
Aan haar vordering heeft de VvE - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat de stookkosten aan te merken zijn als bijdragen als bedoeld in artikel 5: 122 lid 3 BW. Zij maken namelijk onderdeel uit van de schulden welke voor rekening van de gezamenlijke appartementseigenaars komen ingevolge het splitsingsreglement. De gemeenschappelijke schulden worden omgeslagen naar de desbetreffende appartementseigenaar conform zijn of haar breukdeel. De stookkosten vormen kortom onderdeel van de periodiek in rekening te brengen bijdragen en vormen dus een gezamenlijke schuld van de VvE. Zij kunnen dan ook niet anders worden gekwalificeerd als bijdragen in de zin van artikel 5:122 lid 3 BW. Van Heeswijk heeft onzorgvuldig jegens de VvE gehandeld door na te laten de stookkosten ad € 913,84 in te houden en aan de VvE af te dragen, hetgeen als een onrechtmatige daad kwalificeert. De VvE heeft daardoor schade geleden ad € 913,84 en vordert daarvan vergoeding.