Rechtbank Rotterdam, 25-10-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:10995, ROT 23/2728
Rechtbank Rotterdam, 25-10-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:10995, ROT 23/2728
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 25 oktober 2024
- Datum publicatie
- 12 mei 2025
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2024:10995
- Zaaknummer
- ROT 23/2728
Inhoudsindicatie
Wet WOZ, gegrond, appartementsrecht van een appartement in aanbouw, aandeel in waarde grond en waarde opstal niet inzichtelijk gemaakt, waarde door rb bepaald
Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 23/2728
[eiser], uit [plaatsnaam], eiser,
gemachtigde: mr. A. Bakker,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam
gemachtigde: mr. R.P.M.M. Mols.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van 8 maart 2023.
De heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaak [adres 1] (de woning) voor het belastingjaar 2022 per 1 januari 2021 (de waardepeildatum) vastgesteld op € 248.000,- (de beschikking) waarbij is uitgegaan van de toestand van de woning per 1 januari 2022 (de toestandsdatum). Met deze waardevaststelling is aan eiser ook de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Rotterdam voor het jaar 2022 opgelegd (de aanslag).
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. De heffingsambtenaar heeft daarbij de WOZ-waarde gehandhaafd.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 1 augustus 2024 op zitting behandeld. Aan de zitting hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de heffingsambtenaar. Namens de heffingsambtenaar is ook taxateur [naam] verschenen.