Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-07-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:4277, 16/4322

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-07-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:4277, 16/4322

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
17 juli 2017
Datum publicatie
2 augustus 2017
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2017:4277
Formele relaties
Zaaknummer
16/4322
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 52a, Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 8:42

Inhoudsindicatie

Art. 52a AWR, art. 8:42 Awb.

Informatiebeschikking wegens schending administratieplicht.

Belanghebbende is vennoot van een v.o.f. en drijft een eenmanszaak. Voor zover de informatiebeschikking ziet op de v.o.f. is deze terecht gegeven nu ondanks een omvangrijke kasstroom geen dagelijkse kasadministratie is bijgehouden, er sprake is van hoge negatieve kassaldo’s en primaire gegevens en vastleggingen van verhuuractiviteiten ontbreken. De rechtbank verleent geen nieuwe termijn omdat de gebreken in de administratie onherstelbaar zijn. Conform het nadere standpunt van de inspecteur vernietigt de rechtbank de beschikking voor zover die ziet op de eenmanszaak. Artikel 8:42, eerste lid, van de Awb is naar het oordeel van de rechtbank niet geschonden. Belanghebbende heeft niet aan haar stelplicht voldaan.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

zaaknummer: BRE 16/4322

uitspraak van 17 juli 2017

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],

belanghebbende

(gemachtigde: mr. [gemachtigde]),

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Met betrekking tot de op te leggen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2012 heeft de inspecteur aan belanghebbende een informatiebeschikking gegeven als bedoeld in artikel 52a, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr).

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 2 juni 2016 de beschikking gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 5 juli 2016 beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de inspecteur.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 februari 2017.

Van de aldaar verschenen personen en het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt waarvan een afschrift tegelijk met deze uitspraak aan partijen wordt verzonden.

Dit beroep is gelijktijdig behandeld met de beroepen met de zaaknummers BRE 15/7002, BRE 15/7003, BRE 15/7004, BRE 15/7898, BRE 15/7899, BRE 16/4317, BRE 16/4318, BRE 16/4319, BRE 16/4320 en BRE 16/4321.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende was tot eind 2012 vennoot van [A V.O.F.], gevestigd op het adres [adres] te [woonplaats] (de Vof). De bedrijfsactiviteiten van de Vof bestaan uit de handel in en het verhuren van nieuwe en gebruikte personenauto’s en bedrijfsauto’s. Begin januari 2012 is belanghebbende een onderneming gestart in de vorm van een eenmanszaak onder de naam [eenmanszaak]. De ondernemingsactiviteiten van [eenmanszaak] zijn dezelfde als die van de vof.

2.2.

Op 3 december 2014 is de inspecteur begonnen aan een boekenonderzoek bij de Vof, van welk onderzoek hij op 2 december 2015 een concept controlerapport heeft uitgebracht (bijlage 10 bij het verweerschrift). In het concept controlerapport is onder meer het volgende vermeld:

3.3 Kasadministratie

De kasadministratie valt onder verantwoordelijkheid van [de vader van belanghebbende]. Tijdens de controle is vastgesteld dat er binnen de onderneming een omvangrijke stroom contant geld om gaat zonder dat hiervoor een kasboek wordt bijgehouden. Dit is, gezien de aard van de onderneming en het aantal kasmutaties, vereist dat belastingplichtige dagelijks een gedegen kasadministratie bijhoudt en ook regelmatig controleert. (…) De kasbescheiden die er waren worden pas veel later ingeboekt door de adviseur. Hieruit blijkt dat contante uitgaven niet op juiste data geboekt kunnen zijn. Hierdoor geeft de kasadministratie geen getrouw beeld weer van het aanwezige kasgeld op een bepaald moment. (…)

3.3.1

Negatieve kassaldo’s

In de administratie komen negatieve saldo’s voor.

(…)

2012

In 2012 is de hoogste negatieve kas op 30-04-2012 een bedrag van € 140.981,64. Om deze negatieve kassaldo’s in 2012 weg te werken zijn er (…) tijdens het afwerken van de administratie van 2013, diverse voorafgaande journaalposten gemaakt die hun oorsprong vinden in boekjaar 2012. De gesaldeerde uitkomst van deze voorafgaande journaalposten verklaren dat er in 2012 € 49.722,- meer ontvangsten zijn geweest. Per saldo is er daarna nog een correctie nodig om de resterende negatieve saldo’s van totaal € 91.259,64 in de kas te voorkomen. (…)

4.2

Huuropbrengsten auto’s

Er worden auto’s verhuurd aan derden, uit de administratie blijkt ook dat deze auto’s gebruikt/ verhuurd worden op tijdstippen waarvoor er in de administratie geen (omzet) factuur is terug te vinden. Er worden boetes betaald voor auto’s terwijl er geen huur opbrengst van deze auto’s zijn. Kilometerstanden, vermeldt op aanwezige huurcontracten sluiten niet op elkaar aan. Gezien het feit dat er door de onderneming geen sluitende verhuur administratie is bijgehouden is het waarschijnlijk dat de daadwerkelijke huur ontvangsten niet volledig verantwoord zijn.”

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de informatiebeschikking terecht is gegeven. Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken en het verhandelde ter zitting.

3.2.

Belanghebbende concludeert, naar de rechtbank begrijpt, tot gegrondverklaring van het beroep en tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en de informatiebeschikking.

3.3.

De inspecteur concludeert ter zitting nader tot gegrondverklaring van het beroep voor zover de informatiebeschikking betrekking heeft op [eenmanszaak] en tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en wijziging van de informatiebeschikking in zoverre.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing