Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21-09-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:7617, AWB 17_3681

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21-09-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:7617, AWB 17_3681

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
21 september 2017
Datum publicatie
23 november 2017
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2017:7617
Formele relaties
Zaaknummer
AWB 17_3681

Inhoudsindicatie

Nederland is niet heffingsbevoegd ten aanzien van in Italië gestationeerde piloot

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 17/3681

uitspraak van 21 september 2017

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [plaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2014 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd (aanslagnummer [aanslagnummer] .H.46.01), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 84.360 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.068.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 2 mei 2017 de aanslag verminderd in verband met gestald buitenlands inkomen waarmee ten onrechte geen rekening was gehouden; voor het overige is de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 19 mei 2017, ontvangen bij de rechtbank op 22 mei 2017, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2017 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende, [gemachtigde] , gemachtigde van belanghebbende, en [accountant] , accountant van belanghebbende, en namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende woont in Nederland en werkt in 2014 als gezagvoerder voor de Britse luchtvaartmaatschappij easyJet Airline Company Ltd (hierna: easyJet). Belanghebbende is in 2014 tot en met mei gestationeerd op de luchthaven van Milaan-Malpensa, in Italië. In verband hiermee heeft belanghebbende 73 dagen in Italië verbleven.

2.2.

Voor deze werkzaamheden heeft belanghebbende € 48.784 loon ontvangen. Op de inkomsten is Italiaanse belasting ingehouden. In zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen heeft belanghebbende deze inkomsten aangegeven als buitenlands inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking en verzocht om aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Deze aftrek is door de inspecteur geweigerd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de aanslag juist is vastgesteld. Meer in het bijzonder houdt partijen verdeeld de vraag of belanghebbende recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting ten aanzien van het loon ontvangen voor de werkzaamheden in Italië. Indien het beroep gegrond wordt verklaard, verzoekt belanghebbende om een integrale vergoeding van de door hem gemaakte proceskosten.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en om toekenning van een reductie ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van het loon uit Italië. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing