Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-03-2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:1335, BRE - 17 _ 7516

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-03-2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:1335, BRE - 17 _ 7516

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
29 maart 2019
Datum publicatie
5 april 2019
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2019:1335
Formele relaties
Zaaknummer
BRE - 17 _ 7516
Relevante informatie
Wet op de omzetbelasting 1968 [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 15

Inhoudsindicatie

Artikel 15 Wet OB.

De rechtbank is van oordeel dat bij een nieuwbouwwoning met geïntegreerde zonnepanelen waarbij belanghebbende in verband met energielevering aan het energiebedrijf ondernemer wordt in de zin van artikel 7 van de Wet OB, belanghebbende ook vooraftrek kan claimen over een deel van de omzetbelasting met betrekking tot de bouwkosten van de nieuwbouwwoning. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de woning mede een zakelijke functie, aangezien een deel van het dak voor belaste activiteiten wordt gebruikt. Wat betreft de omvang van de vooraftrek is voor de verhouding van zakelijk versus privégebruik een berekening op basis van het aantal vierkante meters van het dak die voor belaste prestaties worden gebruikt, een redelijke benadering van het werkelijk gebruik.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 17/7516

uitspraak van 29 maart 2019

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 13 oktober 2017 heeft de inspecteur een bezwaar van belanghebbende tegen een teruggaafbeschikking omzetbelasting afgewezen (zie 2.3 en 2.4 hierna).

1.2.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 22 november 2017, ontvangen bij de rechtbank op 23 november 2017 beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 168.

1.3.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

De inspecteur heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 februari 2019 te Middelburg. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarin ook de verschenen personen zijn vermeld. Een afschrift van het proces-verbaal is op 22 februari 2019 aan partijen verzonden.

1.6.

Na de zitting heeft de rechtbank de zaak bij brief van 22 februari 2019 doorverwezen naar de meervoudige kamer van de rechtbank. Met toestemming van partijen heeft de rechtbank bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende heeft op zijn nieuwbouwwoning geïntegreerde zonnepanelen laten installeren en is daarmee energie gaan leveren aan het energiebedrijf. In verband met de bouwwerkzaamheden is aan belanghebbende omzetbelasting in rekening gebracht van in totaal € 73.792, waarvan € 3.215 betrekking heeft op de zonnepanelen en € 70.577 op de bouw van de woning (hierna: de bouwkosten).

2.2.

De afmeting van één zonnepaneel bedraagt 1,68 meter bij 0,99 meter, derhalve 1,66 m2. Belanghebbende heeft 26 zonnepanelen geplaatst met een totale oppervlakte van 43 m2. De totale woonoppervlakte van de woning bedraagt 214 m2 (bestaande uit 84 m2 begane grond, 84 m2 eerste verdieping, 46 m2 zolderverdieping). De totale oppervlakte van het dak is 162 m2.

2.3.

Belanghebbende heeft aangifte OB gedaan over de periode 7 oktober 2016 tot en met 31 december 2016. Daarin heeft hij aangegeven dat hij € 160 verschuldigd is ter zake van de levering van energie aan het energiebedrijf en heeft hij € 3.216 aan voorbelasting in aanmerking genomen, resulterend in een verzoek om teruggaaf van € 3.056 (€ 3.216 verminderd met € 160).

2.4.

Bij beschikking heeft de inspecteur de gevraagde teruggaaf gedeeltelijk geweigerd. Hij heeft daarbij de in de aangifte toegepaste vooraftrek gecorrigeerd tot 1/3 deel op basis van de op 7 november 2013 door de staatssecretaris gepubliceerde ‘veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen’ (hierna: het Besluit). Verder is een forfaitair bedrag aan verschuldigde omzetbelasting in aanmerking genomen van € 70. De inspecteur heeft de teruggaaf bij beschikking vastgesteld op € 1.002 (1/3 van € 3.216 minus € 70).

3 Geschil

3.1.

Tussen partijen is in geschil of belanghebbende recht heeft op een hogere teruggaaf. Het geschil spitst zich toe op de vraag of belanghebbende recht heeft op vooraftrek van een deel van de omzetbelasting op de bouwkosten. De hoogte van de door de inspecteur in aanmerking genomen vooraftrek ter zake van de aankoop van de zonnepanelen en de hoogte van de verschuldigde omzetbelasting zijn niet in geschil.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot het vaststellen van een extra bedrag aan teruggaaf omzetbelasting van primair € 23.526, subsidiair € 15.204 en meer subsidiair € 5.068. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing