Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-06-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:2702, BRE-21_801_802

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-06-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:2702, BRE-21_801_802

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
1 juni 2021
Datum publicatie
4 juni 2021
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2021:2702
Zaaknummer
BRE-21_801_802

Inhoudsindicatie

Voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 21/801 en 21/802

uitspraak van 1 juni 2021

Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gedingen tussen

[gemachtigde] die heeft gesteld het beroepschrift te hebben ingediend namens [belanghebbende], wonende te Waalwijk,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Motivering

[gemachtigde] (hierna: de gesteld gemachtigde) heeft een beroepschrift ingediend betreffende de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met aanslagnummer [aanslagnummer] H.80.01 en de aanslag inkomensafhankelijke zorgverzekeringswet met aanslagnummer [aanslagnummer] W.80.01.4. Hiervoor is belanghebbende eenmaal griffierecht verschuldigd van € 48,00. De griffier heeft de gesteld gemachtigde daarover schriftelijk geïnformeerd.

De griffier heeft de gesteld gemachtigde in een aangetekende brief van 21 maart 2021 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door de gesteld gemachtigde opgegeven adres.

Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.

Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

2 Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 1 juni 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier, De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.