Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-06-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:3226, 20/5057

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-06-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:3226, 20/5057

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
16 juni 2021
Datum publicatie
28 juni 2021
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2021:3226
Zaaknummer
20/5057

Inhoudsindicatie

voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt

Uitspraak

Belastingrecht

Zaaknummer BRE 20/5057

uitspraak van 16 juni 2021 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

gemachtigde: [gemachtigde] ,

en

Procesverloop

Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 26 februari 2020 (bestreden besluit) van de heffingsambtenaar over de naheffingsaanslag parkeerbelasting 2019.

De zaak is behandeld op de zitting van 9 juni 2021. Partijen zijn niet verschenen.

Overwegingen

1. Op 8 juni 2021 heeft de rechtbank van de heffingsambtenaar een brief ontvangen, waarin hij schrijft dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting ten onrechte aan belanghebbende is opgelegd. De rechtbank zal het beroep daarom gegrond verklaren.

2. Gelet daarop dient de heffingsambtenaar het betaalde griffierecht van € 48,- te vergoeden.

3. De rechtbank ziet aanleiding de heffingsambtenaar te veroordelen in de door belanghebbende gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 399,50 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, met een waarde per punt van € 265,- en 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 534,-, en gelet op de aard en complexiteit van de zaak een wegingsfactor van 0,51).

Beslissing

De rechtbank:

-

verklaart het beroep gegrond;

-

vernietigt de uitspraak op bezwaar;

-

herroept de naheffingsaanslag parkeerbelasting;

-

bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden uitspraak;

-

gelast dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 48,- aan hem vergoedt;

-

veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 399,50.

Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van Asten, griffier, op 16 juni 2021 en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen.

De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel