Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-11-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:5653, AWB - 20 _ 8811

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-11-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:5653, AWB - 20 _ 8811

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
1 november 2021
Datum publicatie
19 november 2021
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2021:5653
Zaaknummer
AWB - 20 _ 8811

Inhoudsindicatie

Voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 20/8811

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 1 november 2021 van de enkelvoudige kamer in het geding tussen

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Breda (belastingsamenwerking West-Brabant),

de heffingsambtenaar.

Procesverloop

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 28 augustus 2020 het bezwaar van belanghebbende tegen de opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer] (hierna: de naheffingsaanslag) ongegrond verklaard.

Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

De zitting heeft plaatsgevonden op 1 november 2021. Daar zijn verschenen en gehoord namens belanghebbende, haar echtgenoot [naam] die gemachtigd is om namens belanghebbende op te treden en namens de heffingsambtenaar [heffingsambtenaar] .

Overwegingen

1. De echtgenoot van belanghebbende heeft op 2 augustus 2020, een auto van het merk [merk] met het kenteken [kenteken] tot stilstand gebracht aan de Ginnekenweg te Breda. Deze plaats is door de gemeente aangewezen als een plaats waar alleen tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd.1

2. Tijdens een controle op 2 augustus 2020 omstreeks 17:29 uur is door middel van een scanauto geconstateerd dat voor de auto geen parkeerbelasting is voldaan. Aan belanghebbende is daarom met dagtekening 5 augustus 2020 de naheffingsaanslag opgelegd. De nageheven belasting bedraagt € 1,13 verhoogd met een bedrag van € 64,50 aan kosten.

3. In geschil is of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd. Meer specifiek is in geschil of er sprake is van parkeren.

4. Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van parkeren. Ter onderbouwing voert de echtgenoot van belanghebbende aan dat hij slechts even is gestopt op de parkeerplek om een brief af te geven aan een bekende die zat te wachten in een café tegenover de parkeerplek.

5. Op grond van de wettelijke omschrijving van parkeren, wordt het doen of laten staan van een voertuig gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk laden of lossen van zaken, niet aangemerkt als parkeren. Voor het laden en lossen van zaken is geen parkeerbelasting verschuldigd. Onder het onmiddellijk laden en lossen dient te worden begrepen het – onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht – bij voortduring inladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht, gedurende de tijd die daarvoor nodig is.2

6. Naar het oordeel van de rechtbank kan een brief niet worden aangemerkt als een zaak van enige omvang of gewicht. De uitzondering voor het laden- en lossen van zaken doet zich daarom niet voor. Er is ook geen parkeerbelasting verschuldigd indien de handelingen een onmiddellijk in- of uitstappen van personen vormen. Onder het onmiddellijk in-en uitstappen van personen worden slechts handelingen verstaan die een daadwerkelijk in- of uitstappen vormen.3 Het gedurende enige tijd achterlaten van een auto op een parkeerplaats voor andere handelingen, zoals het afgeven van een brief, kan daar niet onder worden begrepen. De rechtbank concludeert dat belanghebbende de auto heeft geparkeerd en dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.

7. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. S.A. van Beijsterveldt griffier, op 1 november 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier, De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Bijlage wettelijk kader